ECLI:NL:RBNNE:2017:565
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- E. Läkamp
- E.C.M. Wolfert
- M. van der Veen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van flessentrekkerij; bewijsvoering onvoldoende voor veroordeling
Op 16 februari 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1964, die werd beschuldigd van flessentrekkerij. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.H. Wormmeester, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Brontsema. De tenlastelegging omvatte het kopen van goederen, waaronder airco's en banden, met de intentie om deze niet te betalen. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te ondersteunen. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte samen met een medeverdachte de goederen had aangeschaft met de bedoeling niet te betalen, maar de verdediging stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van deze intentie en dat hij niet betrokken was bij de transacties. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en sprak hem vrij. Daarnaast werd de benadeelde partij, [slachtoffer1], niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De rechtbank benadrukte dat de vordering enkel bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.