ECLI:NL:RBNNE:2017:5285

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2017
Publicatiedatum
2 mei 2019
Zaaknummer
18/070156-03
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling in een strafzaak

Op 8 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde. De officier van justitie had gevorderd om de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Tijdens de zitting waren de veroordeelde, diens raadsvrouw, de officier van justitie en een reclasseringswerker aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder een verlengingsadvies van de reclassering en een psychiatrisch rapport, in overweging genomen.

De veroordeelde was eerder ter beschikking gesteld wegens uitlokking van poging tot moord en had zich gedurende de begeleidingsperiode positief opgesteld. De reclassering gaf aan dat de veroordeelde zich aan de afspraken hield en geen middelen gebruikte. Er waren voldoende beschermende factoren aanwezig in zijn sociale netwerk. Zowel de reclassering als de forensisch psychiater adviseerden om de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen.

De officier van justitie vorderde echter om de terbeschikkingstelling te verlengen, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen niet langer in het geding was. Gelet op de adviezen en de behandeling ter zitting, besloot de rechtbank de vordering van de officier van justitie af te wijzen en de terbeschikkingstelling te beëindigen. De beslissing werd genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/070156-03
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 8 maart 2017 op een vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende [woonadres] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

De officier van justitie heeft schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met een jaar.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 maart 2017, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, diens raadsvrouw, mr. [advocaat] , de officier van justitie en [reclasseringswerker] , reclasseringswerker, als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door de reclassering opgestelde verlengingsadvies d.d. 21 december 2016, en het psychiatrisch rapport d.d. 6 maart 2017, alsmede de voortgangsverslagen.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij arrest van 14 juni 2005 heeft het toenmalige gerechtshof Leeuwarden veroordeelde wegens uitlokking van poging tot moord ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 6 maart 2009 en laatstelijk op 24 februari 2016 verlengd met een jaar. De verpleging van overheidswege werd onder voorwaarden beëindigd.
Het advies van de reclassering
In het voormeld verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Veroordeelde heeft zich gedurende de begeleidingsperiode open en begeleidbaar opgesteld en heeft zich gehouden aan de afspraken en voorwaarden. Gedurende het gehele toezicht heeft veroordeelde voor zover bekend geen middelen gebruikt en is zijn houding ten opzichte van de reclassering en [forensisch team] positief geweest. Hoewel de psychische problemen en de terugval in alcohol aandachtspunten blijven, heeft de reclassering de indruk dat veroordeelde het aangeeft wanneer hij problemen ervaart, dat hij zich transparant opstelt en dat hij duidelijk zijn grenzen kan aangeven. Indien veroordeelde hulp en ondersteuning nodig heeft na zijn tbs maatregel dan gaat de reclassering ervan uit dat hij daadwerkelijk gebruik zal maken van de vrijwillige hulpverlening. Er zijn vooralsnog voldoende beschermende factoren aanwezig waar veroordeelde op kan terugvallen mocht dit noodzakelijk zijn, waaronder mensen van zijn vrijwilligerswerk en zijn sociaal netwerk. Er wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen.
De deskundige heeft tijdens de terechtzitting het advies bevestigd.
Het advies van de deskundige als bedoeld in artikel 509o, derde lid, Sv.
Het door de deskundige [psychiater] , forensisch psychiater, op 6 maart 2017 uitgebrachte rapport houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Het is niet meer noodzakelijk om de begeleiding ten aanzien van veroordeeldes kwetsbare punten te laten plaatsvinden onder de paraplu van de tbs maatregel. Hij kan in afstemming met de reclassering zichzelf aanmelden bij de GGZ dan wel zijn contact met [forensisch team] voortzetten. Inmiddels heeft veroordeelde zelf contact gelegd met zijn huisarts die hem samen met de praktijkondersteuner gaat begeleiden en zo nodig kan verwijzen naar de GGZ. Belangrijkste aandachtspunten zijn het continueren van de behaalde behandelresultaten met speciale aandacht voor het niet terugvallen in alcoholgebruik, niet over zijn grenzen gaan in het ondersteunen van anderen om zo waardering van buitenaf te krijgen en het eventueel aangaan van een nieuwe intieme relatie. Er wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling onvoorwaardelijk te beëindigen.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd om de schriftelijke vordering tot verlengen van de terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar af te wijzen.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
Veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben verzocht om de schriftelijke vordering af te wijzen en de maatregel terbeschikkingstelling te beëindigen.
Het oordeel van de rechtbank
Uit het verlengingsadvies van de reclassering, het rapport van de psychiater en de behandeling ter terechtzitting is gebleken dat niet langer kan worden gezegd dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen vereist dat de termijn van terbeschikkingstelling van veroordeelde wordt verlengd. De rechtbank zal daarom de vordering van de officier van justitie afwijzen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. P.H.M. Smeets en mr. J. van Bruggen, rechters, bijgestaan door mr. L.S. Gosselaar, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 maart 2017.