In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 18 juli 2017, stond de vraag centraal of er een toereikende volmacht was verleend door eiseres [A] aan gedaagde [X] voor de verkoop van een boot, merk Bayliner. [A] had [X] ingeschakeld om te bemiddelen bij de verkoop van haar boot, maar na de verkoop aan een Deense koper ontstond er een geschil over de betaling van € 9.000,00 die [A] meende te vorderen. [X] voerde verweer en stelde dat hij de vrijheid had gekregen om zelfstandig beslissingen te nemen, waaronder de inruil van de Bayliner voor een andere boot. De kantonrechter oordeelde dat er geen toereikende volmacht was verleend aan [X] en dat hij niet zelfstandig had mogen handelen. De rechter concludeerde dat [A] recht had op de betaling van € 9.000,00, omdat de bemiddeling succesvol was geweest. De vordering van [X] in reconventie werd afgewezen, evenals zijn verzoek om kostenvergoeding voor de gestelde herstelwerkzaamheden aan de Bayliner. De kantonrechter veroordeelde [X] tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en stelde hem ook aansprakelijk voor de proceskosten.