Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[naam] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 september 2017,
- de brief van [eiser] van 17 oktober 2017,
- het rolbericht van [B] en Reaal Schadeverzekeringen N.V. van 22 november 2017.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 20 december 2017 een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep deelgeschil. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Kolder, heeft verlof aangevraagd om hoger beroep in te stellen tegen een eerdere deelgeschilbeschikking van 11 maart 2016. Deze beschikking, die betrekking had op de aansprakelijkheid van [B] voor een sportongeval, was eerder afgewezen. Eiser heeft op 21 september 2017 een dagvaarding ingediend en verzocht om verlof voor het instellen van hoger beroep. De rechtbank overweegt dat, gelet op artikel 1019bb van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), er geen voorziening openstaat tegen de deelgeschilbeschikking, maar dat op basis van artikel 1019cc Rv verlof kan worden verleend voor hoger beroep. De rechtbank concludeert dat het verzoek om verlof tijdig is ingediend en dat alle partijen instemmen met het verlenen van dit verlof. Om proceseconomische redenen heeft de rechtbank besloten het verlof te verlenen en de zaak naar de parkeerrol te verwijzen in afwachting van de procedure in hoger beroep.