2.10.In haar rapport van 20 april 2016 heeft de onderzoekscommissie (voor zover hier van belang) het volgende opgenomen:
(…) Op 13 februari 2016 heeft de patiënt ’s morgens in bed ontbeten en de bloeddruk is om 8:42 uur geregistreerd als 137/72 mmHg. Temperatuur was 37.5 C en de hartfrequentie was 102 bpm. De redondrain had ‘s nachts 220cc geproduceerd. Verpleegkundige A heeft
nagevraagd bij verpleegkundige B of de drainpot vervangen moest worden aangezien zij nog niet eerder met een redondrain had gewerkt. Volgens verpleegkundige B was het niet nodig om de pot te vervangen en zij vermeldde dat de drain waarschijnlijk later die morgen
verwijderd zou worden volgens protocol.
De patiënt mocht zich in de badkamer gaan wassen en gaf aan ook naar het toilet te moeten. Verpleegkundige A legde alle spullen klaar in de badkamer en om ongeveer 9:15 uur is de patiënt onder begeleiding van verpleegkundige A zonder problemen naar de badkamer gelopen met behulp van een looprek. Eenmaal aangekomen in de badkamer is de patiënt gaan zitten op het aanwezige krukje. Hij is volgens verpleegkundige A gewezen op de bel en dat hij moest bellen wanneer hij naar het toilet wilde, maar dat hij alvast kon beginnen met wassen. De patiënt heeft in zijn interview aangegeven dat hij had aangegeven dat hij eerst wilde plassen en dat hij van het krukje naar het toilet moest verplaatsen en dat hij dat wel eng vond. Hij heeft op dat moment geen gebruik gemaakt van de bel.
Het onderzoeksteam is van mening dat er geen redenen aanwezig waren waarom de
patiënt niet onder begeleiding met een looprek naar de badkamer kon lopen. (…)
De patiënt had een drain in situ volgens het Rapid Recovery Zorgpad TKP, en deze zou dezelfde morgen nog verwijderd worden. Er zijn geen beperkingen voor patiënten met een drain in situ en mobiliseren onder begeleiding is prima mogelijk volgens alle betrokkenen. Uit gesprekken is het duidelijk geworden dat er een verschil bestaat in de benadering van patiënten met betrekking tot het naar de badkamer gaan met drain in situ. Sommige verpleegkundigen hebben aangegeven dat zij patiënten op bed laten wassen totdat de drain is verwijderd, maar sommige verpleegkundigen doen dit niet standaard. Dit is gebaseerd op een persoonlijke voorkeur maar dit is niet als zodanig beschreven in het Rapid Recovery zorgpad.
Het onderzoeksteam is van mening dat het hebben van een redondrain beter
beschreven moet worden in het protocol en dat het, op basis van de gevoerde
gesprekken, mogelijk geweest zou zijn dat de patiënt zich in bed had gewassen
indien er een andere verpleegkundige aan de patiënt was toegewezen. Hij was dan
niet met drain in situ naar de badkamer gelopen, maar dit is geen garantie dat
collaberen in een later stadium voorkomen had kunnen worden. (…)
Het onderzoeksteam concludeert dat de beleving van de patiënt verschilt met die van
verpleegkundige A. De urgentie voor de patiënt om te moeten plassen is in dit geval
niet duidelijk overgekomen bij verpleegkundige A. Het is voor het onderzoeksteam
niet mogelijk geweest om definitief te kunnen concluderen of de patiënt duidelijk heeft
aangegeven dat hij eerst naar het toilet wilde. (…)
Het onderzoeksteam is dan ook van mening dat verpleegkundige A de val niet had
kunnen voorkomen als zij direct gereageerd had op de bel. Wel concludeert het
onderzoeksteam dat de respons op de bel aantoonbaar iets meer dan 7 minuten
heeft geduurd en dit roept de vraag op of dit acceptabel is voor een patiënt op dag 1
van het Rapid Recovery zorgpad. (…)
Het onderzoeksteam concludeert dat verpleegkundige A op basis van de huidige
procedures juist heeft gehandeld; het is niet gebruikelijk om als verpleegkundige in de
badkamer aanwezig te zijn een dag na deze operatie.
Omdat het risico op collaberen door verpleegkundigen met verschil in ervaring
verschillend wordt ingeschat moet de afdeling orthopedie kijken op welke wijze ze het
risico op collaberen de dag na operatie objectief zo goed mogelijk kunnen vaststellen.
Overigens zijn ons bij de patiënt in de huidige gegevens geen factoren gebleken op
grond waarvan het risico op collaberen verhoogd lijkt.
Op basis van de beschreven conclusies is het onderzoeksteam van mening dat de
val van de patiënt in de badkamer niet voorkomen had kunnen worden. (…)
Aanbevelingen
1. Het hebben van een redondrain in combinatie met mobiliseren moet eenduidig
beschreven worden in het Rapid Recovery Zorgpad TKP, aangezien er variaties
aangegeven zijn door de verpleegkundigen.
2. Incidenten, waarbij patiënten collaberen, moeten worden geregistreerd en regelmatig
worden geëvalueerd.
3. Patiënten die zelfstandig in de badkamer zijn op dag 1 na hun operatie moeten
slechts 5 minuten (standaard instelling belsysteem) alleen worden gelaten. Dit moet
duidelijker worden beschreven in het Rapid Recovery Zorgpad TKP.
4. De minimale responsetijd op de bel bij patiënten op dag 1 postoperatief moet worden
vastgesteld.
5. Het ontwikkelen van een protocol waarin beschreven wordt hoe te handelen bij een
patiënt die bewusteloos op de grond ligt, zowel met betrekking tot de ABC-functies
als de neurologische beoordeling en een implementatieplan om dit protocol
ziekenhuisbreed bekend te maken.