In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 13 december 2017 uitspraak gedaan in een klachtprocedure die was ingediend door verzoeker, verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Dr. S van Mesdag te Groningen. Verzoeker had op 17 november 2017 een verzoekschrift ingediend met twaalf klachten, waaronder verzoek om schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 28 november 2017, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.F.M. Kievitsbosch, en verweerder werd vertegenwoordigd door de geneesheer-directeur en de behandelend psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker eerder een voorlopige machtiging had gekregen en dat er verschillende beperkingen waren opgelegd aan zijn bewegingsvrijheid en communicatie, gebaseerd op zijn geestelijke gezondheidstoestand en het risico dat hij voor zichzelf en anderen zou kunnen vormen.
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek, maar dat de meeste klachten ongegrond waren. De rechtbank heeft echter de klacht over de insluiting in de eigen verblijfsruimte overdag formeel gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 100,00. De rechtbank oordeelde dat de beperkingen die aan verzoeker waren opgelegd, gerechtvaardigd waren op basis van zijn gedrag en de noodzaak om de orde en veiligheid in de kliniek te waarborgen. De rechtbank heeft de overige klachten van verzoeker ongegrond verklaard, waaronder klachten over beperking van postverkeer, internetgebruik en onheuse bejegening.