ECLI:NL:RBNNE:2017:5177
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op Wob-verzoek leidt tot dwangsom en verplichting tot besluitvorming
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het verzoek om informatie werd op 12 november 2015 ingediend, maar het bestuursorgaan heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van vier weken beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn op 10 december 2015 eindigde en dat de verdaagde beslissing op 11 december 2015 niet rechtsgeldig was. Hierdoor heeft het bestuursorgaan in gebreke gebleven en is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.260, die verschuldigd is voor de periode van 31 december 2015 tot en met 10 februari 2016. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat het bestuursorgaan binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, met een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000.
Eisers hebben ook recht op vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 185,63. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Noord-Nederland en is openbaar uitgesproken op 3 maart 2017. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.