ECLI:NL:RBNNE:2017:5083

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
18/820265-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens gebrek aan betekening aan verdachte

Op 4 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die niet aanwezig was. De zaak betreft een tenlastelegging waarbij de verdachte wordt beschuldigd van het helpen van anderen bij het verkrijgen van verblijf in Nederland, terwijl hij wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dit verblijf wederrechtelijk was. De verdachte is geboren in 1977 en woont niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen, en heeft geen bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.

Tijdens de zitting op 4 december 2017 is gebleken dat er geen akte van uitreiking aanwezig is die aantoont dat de dagvaarding op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. Ook is niet aangetoond dat de dagvaarding per gewone post naar het adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding nietig verklaard dient te worden, aangezien er geen bewijs is dat de verdachte op de hoogte was van de zitting.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de dagvaarding nietig verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is op dezelfde dag ter openbare terechtzitting bekendgemaakt. Mr. M.B. de Wit was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/820265-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 december 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats],
niet als ingezetene ingeschreven in de basisregistratie personen en zonder
bekende feitelijke woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
4 december 2017.
Verdachte is niet verschenen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 juli 2016 te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde, althans in Nederland en Duitsland een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of hem/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door de hierboven genoemde personen in een personenauto te vervoeren van Duitsland naar Nederland en/of deze personen vervolgens naar Ter Apel te brengen, terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 3 juli 2016 te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde,, althans in Nederland en Duitsland, een ander of anderen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland of hem/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door de hierboven genoemde personen in een personenauto te vervoeren van Duitsland naar Nederland en/of deze personen vervolgens naar Ter Apel te brengen, terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.

Geldigheid van de dagvaarding

Bij de stukken bevindt zich geen akte van uitreiking waaruit blijkt dat de dagvaarding op de bij de wet voorgeschreven wijze aan verdachte is betekend. Niet is gebleken dat de dagvaarding per gewone post naar het adres van verdachte in het buitenland is gezonden. Nu verdachte niet is verschenen dient de dagvaarding derhalve -nu ook anderszins niet is gebleken dat verdachte op de hoogte is van de datum en het tijdstip van de terechtzitting- nietig te worden verklaard.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.J. Bosker, voorzitter, mr. J.V. Nolta en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door W. Brandsma, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 december 2017.
Mr. De Wit is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.