ECLI:NL:RBNNE:2017:5045

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2017
Publicatiedatum
29 december 2017
Zaaknummer
AWB - 17 _ 4212
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • S.S. Wiltjer-Rienstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake Indicatie banenafspraak

Op 22 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, woonachtig in [woonplaats 1], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 23 november 2017, waarin werd vastgesteld dat verzoeker niet voldeed aan de voorwaarden voor een Indicatie banenafspraak. Verzoeker vorderde een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat er sprake was van een spoedeisend belang, onder andere vanwege een vermeende schending van zijn privacy door de aanmelding van de gemeente [woonplaats 1] als belanghebbende in de procedure.

Tijdens de zitting op 22 december 2017 is het verzoek behandeld. Verzoeker was aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij het treffen van de voorlopige voorziening, omdat niet was gebleken dat het voor hem onevenredig bezwaarlijk zou zijn om de beslissing op zijn bezwaarschrift af te wachten. Ook het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, omdat de rechtbank geen spoedeisend belang hierin zag.

De voorzieningenrechter benadrukte dat voor het treffen van een voorlopige voorziening sterke twijfel aan de rechtmatigheid van het bestreden besluit vereist is, en dat verzoeker niet had aangetoond dat aan deze vereisten was voldaan. De rechtbank concludeerde dat de privacykwestie, zelfs als deze als spoedeisend zou worden beschouwd, geen aanleiding gaf om tot het treffen van een voorlopige voorziening over te gaan. De uitspraak werd gedaan zonder dat er een rechtsmiddel openstond tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 17/4212

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

22 december 2017 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats 1] , verzoeker,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder
(gemachtigde: S.S. Wiltjer-Rienstra).

Procesverloop

Bij besluit van 23 november 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder bepaald dat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een Indicatie banenafspraak.
Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar gemaakt. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 22 december 2017. Verzoeker is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na bespreking van het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Verzoeker stelt een spoedeisend belang te hebben bij het treffen van een voorlopige voorziening, omdat verweerder ten onrechte de gemeente [woonplaats 1] aanmerkt als belanghebbende bij de procedure, waardoor zijn privacy wordt geschonden. Verzoeker vordert vanwege deze schending van de privacy van verweerder een schadevergoeding. Tevens wordt verzocht om opname in het doelgroepenregister en betaling van een dwangsom door verweerder voor iedere dag dat opname in het doelgroepenregister niet plaatsvindt.
2. Volgens vaste jurisprudentie is voor het treffen van een voorlopige voorziening slechts plaats indien sterke twijfel bestaat aan de rechtmatigheid van het bestreden besluit en een zwaarwegend spoedeisend belang maakt dat het voor betrokkene onevenredig bezwaarlijk zou zijn de beslissing in de hoofdzaak te moeten afwachten.
3. Niet gebleken is dat het voor verzoeker onevenredig bezwaarlijk is om de beslissing op zijn bezwaarschrift af te wachten, waardoor de rechtbank van oordeel is dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening. Ook het verzoek om schadevergoeding levert naar het oordeel van de rechtbank geen spoedeisend belang op. Mocht de schending van de privacy al een spoedeisend belang opleveren dan ziet de rechtbank hierin geen aanleiding om over te gaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtbank overweegt daarbij dat niet vaststaat dat hetgeen de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft overwogen in zijn uitspraak van 21 september 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5830, ten aanzien van het toelaten van de gemeente als partij in de procedure, juist is. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat door verweerder is aangegeven vooralsnog geen stukken aan de gemeente Vlagtwedde te sturen, hooguit de beslissing op het bezwaarschrift van verzoeker.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
De griffier De voorzieningenrechter,
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.