ECLI:NL:RBNNE:2017:4944
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een minderjarige
Op 21 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1991, die beschuldigd werd van aanranding van de eerbaarheid en ontucht met een minderjarige. De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen, waaronder het kussen van het slachtoffer, het proberen zijn tong in de mond van het slachtoffer te duwen, en het vastpakken van de borsten van het slachtoffer, die op het moment van de feiten twaalf jaar oud was. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de zitting op 7 december 2017.
De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van vier maanden, verwijzend naar de verklaringen van het slachtoffer en getuigen die de verdachte als dader hebben aangewezen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was voor de ontuchtige handelingen en dat de identificatie van de verdachte niet zonder redelijke twijfel kon worden vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat de herkenning van de verdachte door het slachtoffer en getuigen niet overtuigend genoeg was, en dat er gerede twijfel bestond over de vraag of de verdachte daadwerkelijk de dader was. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.