3.1.FNV vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad:
primair
1. voor recht zal verklaren dat de WSW-werknemers die op basis van een in de periode
2011 tot 2015 gesloten schriftelijk contract met AwerC bij Alescon tewerk zijn gesteld feitelijk steeds (een) arbeidsovereenkomst(en) met Alescon hebben gesloten, waarop de CAO SW rechtstreeks, onverkort en zonder enige beperking van toepassing is;
2. Alescon zal veroordelen jegens de sub 1 genoemde WSW-werknemers (met
terugwerkende kracht) van 1 januari 2011 tot en met de datum waarop de
arbeidsovereenkomsten met de werknemers rechtsgeldig zullen zijn geëindigd, de CAO SW onverkort na te leven en hen uit dien hoofde (met terugwerkende kracht) de volgende aanspraken toe te kennen c.q. te betalen:
a. een correcte functie-indeling en dito nabetaling op basis van de CAO SW;
b. een terugkeergarantie bij de WSW-werkgever na begeleid werken, voor
werknemers die in het kader van begeleid werken onverhoopt door de reguliere werkgever worden ontslagen (art. 3.3 CAO SW);
c. de eindejaarsuitkering (art. 5.7 CAO SW), vermeerderd met de maximale
wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW;
d. (een compensatie voor) het seniorenverlof (art. 6.11 Vm 6.13);
e. voor zover het vakbondsleden betreft: de werkgeversbijdrage aan het
vakbondslidmaatschap (art. 7.3 CAO SW), vermeerderd met de wettelijk
samengestelde rente vanaf de jaarlijkse datum der verschuldigdheid;
f. indien van toepassing een nabetaling van het correcte CAO-loon bij ziekte,
zijnde 100% gedurende het eerste ziektejaar;
en daarvan een schriftelijke bevestiging alsmede deugdelijke salarisspecificaties en bewijzen van nakoming te overleggen aan elke WSW-werknemer die het betreft en aan FNV, alles op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag dat daarmee vanaf vier weken na betekening van dit vonnis in gebreke wordt gebleven;
3. voor recht zal verklaren dat het regime ex art. 7:668a lid 1 BW (de hoofdregel) op de
arbeidsovereenkomsten van de SW-geïndiceerden met Alescon van toepassing is;
subsidiair
4. voor recht zal verklaren dat de WSW-werknemers die op basis van een in de periode
2011 tot 2015 gesloten schriftelijk contract met AwerC bij Alescon tewerk zijn gesteld feitelijk steeds (een) arbeidsovereenkomst(en) met AwerC hebben gesloten, waarop de CAO SW rechtstreeks, onverkort en zonder enige beperking van toepassing is;
5. AwerC zal veroordelen jegens de sub 4 genoemde WSW-werknemers (met
terugwerkende kracht) van 1 januari 2011 tot en met de datum waarop de
arbeidsovereenkomsten met de werknemers rechtsgeldig zullen zijn geëindigd, de CAO SW onverkort na te leven en hen uit dien hoofde (met terugwerkende kracht) de volgende aanspraken toe te kennen c.q. te betalen:
a. een correcte functie-indeling en dito nabetaling op basis van de CAO SW;
b. een terugkeergarantie bij de WSW-werkgever na begeleid werken, voor
werknemers die in het kader van begeleid werken onverhoopt door de
reguliere werkgever worden ontslagen (art. 3.3 CAO SW);
c. de eindejaarsuitkering (art. 5.7 CAO SW), vermeerderd met de maximale
wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW;
d. (een compensatie voor) het seniorenverlof (art. 6.11 t/m 6.13);
e. voor zover het vakbondsleden betreft: de werkgeversbijdrage aan het
vakbondslidmaatschap (art. 7.3 CAO SW), vermeerderd met de wettelijk
samengestelde rente vanaf de jaarlijkse datum der verschuldigdheid;
f. indien van toepassing een nabetaling van het correcte CAO-loon bij ziekte,
zijnde 100% gedurende het eerste ziektejaar;
en daarvan een schriftelijke bevestiging alsmede deugdelijke salarisspecificaties en bewijzen van nakoming te overleggen aan elke WSW-werknemer die het betreft en aan FNV, alles op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag dat daarmee vanaf vier weken na betekening van dit vonnis in gebreke wordt gebleven;
6. voor recht zal verklaren dat het regime ex art. 7:668a lid 1 BW (de hoofdregel) op de
arbeidsovereenkomsten van AwerC met de voornoemde SW-geïndiceerden van
toepassing is;
7. voor recht zal verklaren dat Alescon voor 1 januari 2016 op grond van onrechtmatige
daad, en vanaf 1 januari 2016 op grond van art. 7:616a BW aansprakelijk is voor betaling van het achterstallige salaris van de voornoemde SW-geïndiceerden in dienst van AwerC tot en met de datum waarop hun arbeidsovereenkomsten rechtsgeldig zullen zijn geëindigd;
zowel primair als subsidiair
8. Alescon c.s. hoofdelijk, des de een betalende de ander bevrijdende, zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de FNV te voldoen de somma van
€ 100.000,00 (zegge: honderdduizend euro), ten titel van schadevergoeding ex artikel 15 Wet CAO, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
9. Alescon c.s. hoofdelijk, des de een betalende de ander bevrijdende, zal veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 8.197,75 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
10. Alescon c.s. hoofdelijk, des de een betalende de ander bevrijdende, zal veroordelen in de kosten van deze procedure althans zodanig te bepalen als de kantonrechter in goede justitie mag vermenen te behoren.