ECLI:NL:RBNNE:2017:4851
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van afpersing en oplichting na beoordeling van bewijs en verklaringen
Op 15 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd in PI Leeuwarden. De zaak betreft een vordering na voorwaardelijke veroordeling en de tenlastelegging van afpersing en oplichting. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, te weten afpersing, oplichting en bedreiging met geweld. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen. De officier van justitie had betoogd dat de verdachte samen met een medeverdachte handelde, maar de rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De verklaringen van de aangevers werden niet als voldoende bewijs beschouwd, en de rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte of de medeverdachte de tenlastegelegde bedrieglijke handelingen hadden verricht. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf afgewezen, aangezien de verdachte van de nieuwe feiten werd vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de verdachte werd onmiddellijk in vrijheid gesteld.