ECLI:NL:RBNNE:2017:483
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging na beperkte vooruitgang in behandeltraject
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 15 februari 2017 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, die in 2009 was veroordeeld voor ernstige zedendelicten. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, omdat de veroordeelde onvoldoende vooruitgang had geboekt in zijn behandeltraject. Tijdens de zitting op 1 februari 2017 waren de veroordeelde, zijn raadsman, de officier van justitie en een GZ-psycholoog aanwezig. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen in overweging genomen, die wezen op de beperkte vooruitgang van de veroordeelde en het hoge recidiverisico bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen vereisen dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij de rechtbank het verzoek van de raadsman om de maatregel te verlengen met één jaar heeft afgewezen. De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.