Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van de kantonrechter ex artikel 7:681 BW d.d. 14 december 2017
de besloten vennootschap NEDERLANDSE AARDOLIE MAATSCHAPPIJ B.V.
1.Het procesverloop
primair:
ex artikel 7:681 BW de opzegging door of namens NAM gedaan op 1 mei 2017 te vernietigen;
te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en NAM niet is geëindigd per
NAM te veroordelen om aan [verzoeker] vanaf 1 augustus 2017 zijn bruto maandsalaris ad
ex artikel 7:681 BW, NAM te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding van€ 850.000,00 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente;
ex artikel 7:673 BW, NAM te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding ad
ex artikel 7:672 lid 10 BW, NAM te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van de vergoedingwegens onregelmatige opzegging ad € 35.340,20, te vermeerderen met wettelijke rente;primair en subsidiair:
NAM te veroordelen het salaris ad € 17.670,10 bruto per maand vanaf 1 februari 2017 tot en met31 juli 2017 aan [verzoeker] te betalen vanaf de payroll van NAM, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging en wettelijke rente indien NAM niet tijdig tot betaling overgaat;
NAM te veroordelen tot het verstrekken van deugdelijke salarisspecificaties - betrekking hebbendeop het voornoemde onder VII. genoemde door NAM te betalen salaris - op uiterlijk 1 november 2017 aan [verzoeker] , op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag(deel);
NAM te veroordelen de gebruikelijke inhoudingen en afdrachten van premies over voornoemde onderVII. door NAM te betalen salaris in Nederland in te houden en af te dragen aan de daartoe bevoegde instanties;
NAM te veroordelen [verzoeker] volledig schadeloos te stellen voor enig fiscaal financieel nadeel dat isveroorzaakt doordat NAM [verzoeker] op de payroll van Shell UK Ltd. heeft geplaatst;
te verklaren voor recht dat [verzoeker] onder de werkingssfeer valt van de "Landelijke
NAM te veroordelen tot betaling van de volledige proceskosten ad € 15.000,00, te vermeerderenmet BTW, dan wel de kosten van deze procedure, nakosten daarbij inbegrepen en in alle gevallen te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.De feiten
"Long Term International Assigment (LTIA)"overeenkomst in dienst getreden bij NAM. [verzoeker] heeft vanaf die tijd in Nederland gewoond en gewerkt.
"local plus"voorwaarden. In de tussen NAM en [verzoeker] in dit verband opgemaakte arbeidsovereenkomst staat onder meer het volgende vermeld:
"(…)Article 12
"(…) Following our recent discussion, this letter is to confirm that we have mutually agreed to amend your terms and conditions of employment as an expatriate with the effect from the 1st January 2007. From this date onwards you are employed bij the Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. on Terms ands Conditions applicable to local staff.(…)
"local plus"regeling is toen omgezet naar de
"Local Non National (LNN)"regeling.
(zaaknummer: 324012 \ CV EXPL 11-5626)aanhangig geweest over pensioenaanspraken van [verzoeker] . De kantonrechter heeft de door [verzoeker] in dat verband ingestelde vorderingen toen afgewezen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft dit vonnis bij arrest van 10 december 2013 (
zaaknummer: 200.107.127-01) bekrachtigd.
"Base Country"Nederland hebben en die in verband met de reorganisatie overtollig worden verklaard, bestaat een afvloeiingsregeling conform de
"Landelijke Overtolligheidsregeling 2016-2021"(hierna: LOR'16). Omdat [verzoeker] Engeland als
"Base Country"heeft, heeft NAM de LOR'16 niet op hem van toepassing verklaard.
"(…) If there are no further options you will receive a 'Letter of Repatriation' as per the 1st of November 2016, as per the standard LNN process. As a consequence you will return tot he UK payroll at the latest 1st of Feb 2017. You are also expected tot repatriate to the UK befor this date. Once returned tot the UK, you will be on the UK Payroll and, if they have no suitable role for you on arrival, you will receive your 'Stage 1' Warning of Potential Redundancy letter. (…)".
"repatriation notice"gezonden waarin hem officieel is bevestigd dat zijn assignment bij NAM per 31 oktober 2016 wegens boventalligheid wordt beëindigd. Verder staat in deze brief onder meer vermeld:
"(…) You have a maximum of three months from the 1st November 2016 to complete your repatriation. As part of your transition to a new role you should continue to look for roles and use MOR/OR as available. We will continue to endeavour to seek an alternative position for you within the Shell Group. Your selection for a new assignment will impact the details of your relocation within the three months following your End of Assignment Date. If a new assignment has not been secured in that time you will return to your Base Country by the end of the three month period and will be placed on the United Kingdom payroll as per 1st February 2017. (…)".
"Warning of Potential Redundancy"ontvangen waarin hij gewaarschuwd wordt dat hij mogelijk overtollig wordt verklaard. Aan [verzoeker] is in dit schrijven de gelegenheid gegeven om binnen drie maanden een andere positie binnen het Shell concern te vinden.
"Managed Open Resourcing proces (MOR)"(waarbij wereldwijd op passende functies kan worden gesolliciteerd) noch middels outplacement een andere positie kunnen vinden.
notice of termination of employment by reason of reduncy"gezonden waarin hem is medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst bij Shell UK per 1 augustus 2017 eindigt. Shell UK heeft [verzoeker] daarbij een (beëindigings)vergoeding van GBP 145.898 bruto aangeboden.
"settlement agreement"aangeboden. [verzoeker] heeft hierop op 7 september 2017 negatief gereageerd. Shell UK heeft dit voorstel daarop ingetrokken en [verzoeker] medegedeeld dat hij een
"statutory reduncancy payment"ontvangt van GBP 13.692,00 omdat hij bij haar in dienst is geweest van 1 februari 2017 tot 31 juli 2017. [verzoeker] heeft op 26 september 2017 een bedrag van € 15.500,00 van Shell UK ontvangen. Bij e-mailbericht van 2 oktober 2017 heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt tegen de ontvangst van dit bedrag. Shell UK heeft in antwoord daarop in haar e-mailbericht van 3 oktober 2017 bericht dat zij niet accepteert dat het bedrag aan haar zal worden terugbetaald.
3.Het verzoek
4.Het verweer
"base country,"Engeland is bepaald. NAM voert aan dat dit systeem expats een vangnet geeft waarin hen zowel terugkeer naar hun
"base country"gegarandeerd wordt als aanspraak op de daar bepaalde afvloeiingsregeling. Naar stelling van NAM levert de gehanteerde handelswijze noch strijd op met de vereisten van de redelijkheid en billijkheid noch met de vereisten van goed werkgeverschap. NAM betwist met een verwijzing naar de feitelijke gang van zaken ten slotte dat [verzoeker] geen arbeidsovereenkomst met Shell UK zou zijn aangegaan en stelt zich daarentegen op het standpunt dat [verzoeker] vrijwillig heeft meegewerkt aan zijn repatriëring en daarmee akkoord was totdat de hoogte van de beëindigingsvergoeding hem in het kader van de afvloeiingsregeling bekend werd.
5.De beoordeling
kern van het geschil
" (…) Without prejudice to statutory provisions, service will terminate: (…) c. on the day on which the employee enters the service of another company forming part of, or associated with, the Shell Group.".Anders dan door [verzoeker] gesteld leidt de formulering van dit artikel dan wel een woordelijke vertaling daarvan er voor de kantonrechter niet direct toe dat hierin geen ontbindende voorwaarde kan worden gelezen. Zoals NAM in dit verband terecht heeft opgemerkt kan een Engelse tekst - en specifiek de bewoordingen
"will terminate"- op verschillende manieren in het Nederlands worden vertaald en is het niet zonder meer zo dat deze woorden vertaald moeten worden zoals door [verzoeker] gedaan met
"wordt beëindigd".Gelet op de overige bewoordingen van dit artikel en de door NAM geschetste bedoeling daarvan, is de kantonrechter van oordeel dat de vertaling in de onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, te weten:
"zal worden beëindigd"meer op zijn plaats is. In de formulering van artikel 12 sub c van de arbeidsovereenkomst valt daarom naar het oordeel van de kantonrechter een ontbindende voorwaarde te lezen. Nu NAM daarnaast heeft uitgelegd dat het binnen Shell (en NAM) toegepaste expatsysteem er toe leidt dat er steeds maar één dienstverband met een entiteit behorende tot
"host country"waar een expat werkzaam is op basis van uitzending altijd een ontbindende voorwaarde bevat die onder meer bepaalt dat een arbeidsovereenkomst met de
"host country"eindigt op het moment dat een expat bij een andere entiteit binnen of aangesloten bij de Shell groep in dienst treedt. De kantonrechter begrijpt NAM zo dat de werking van dit systeem ook tot gevolg heeft dat er altijd een koppeling blijft bestaan met de
"base country"van een expat en deze zodoende ook altijd een vangnet heeft om naar terug te keren, nog los van het feit dat het zo kan zijn dat een expat na een assignment in een
"host country", eerst een assignment in een andere
"host country"gaat doen. Door de werking van dit systeem is het bestaan van twee gelijktijdige dienstverbanden binnen het concern uitgesloten en blijft de koppeling met de
"base country"van een expat altijd in stand. Het is voor de kantonrechter voldoende duidelijk geworden dat expats om die reden altijd de bescherming van een gegarandeerde terugkeer naar hun
"base country"hebben waar zij aanspraak kunnen maken op een vervangend dienstverband dan wel de daar geldende afvloeiingsregeling.
"local plus"medewerker moet worden beschouwd, zoals door hem betoogd, gaat naar het oordeel van de kantonrechter alleen al niet op nu door hem niet gemotiveerd is betwist dat deze
"local plus"regeling, in 2008 vervangen is door de LNN regeling als gevolg waarvan "
local plus expats"wereldwijd
"LNN-expats"zijn geworden, zoals door NAM gesteld. Nu verder in zijn aanstellingsbrief van 16 februari 2007 specifiek staat benoemd dat [verzoeker] als expat werkzaam zal gaan en [verzoeker] - los van zijn stelling dat hij geen
"house allowance"ontving - niet gemotiveerd heeft betwist dat hij gedurende zijn dienstverband van de overige door NAM benoemde positieve (financiële) extra's en zekerheden heeft geprofiteerd waar expats recht op hebben en lokale werknemers niet, gaat de kantonrechter er bij zijn beoordeling van uit dat [verzoeker] zijn werkzaamheden als expat verrichtte en zodoende onder voornoemd systeem viel. Dat [verzoeker] zou zijn aangenomen op dezelfde voorwaarden als lokaal personeel en het bij hem niet om een tijdelijke internationale uitzending ging, blijkt daaruit niet. De in de aanstellingsbrief opgenomen zin dat [verzoeker] is aangenomen
"on terms and conditions applicable to local staff"maakt naar het oordeel van de kantonrechter in het licht van het voorgaande ook niet dat hiermee gezegd kan worden dat [verzoeker] zonder meer gelijk is te stellen met een lokale werknemer. Dit temeer nu in de aanstellingsbrief van [verzoeker] tevens duidelijk staat vermeld dat Engeland zijn
"base country"blijft. Dat [verzoeker] feitelijk niet terug wil keren naar Engeland, zoals door hem ook opgemerkt, maakt evenmin dat hij om die reden ook niet als een expat kan worden aangemerkt en geen deel uitmaakt van voornoemd beschreven expat roulatiesysteem.
"Shell People omgeving"en de codering van zijn e-mailadres van NAM naar Shell UK, hij Shell UK als werkgever invulde op pensioenformulieren, hij - zoals hij heeft gesteld - naar Engeland is geweest om onder meer een bankrekening te openen en Shell UK vanaf februari 2017 ook als werkgever op de loonstroken van [verzoeker] staat vermeld. Anders dan [verzoeker] blijkt naar het oordeel van de kantonrechter uit deze feitelijke gang van zaken genoegzaam dat [verzoeker] heeft ingestemd met zijn repatriëring naar Engeland en er wilsovereenstemming over was dat hij per 1 februari 2017 in dienst was bij Shell UK. Dat [verzoeker] uiteindelijk geen feitelijke werkzaamheden voor deze entiteit heeft verricht, maakt dat - ook in het licht van de sinds 2016 ingezette wereldwijde reorganisatie - niet anders. Temeer nu vast staat dat [verzoeker] vanuit Shell UK wel via het MOR-proces en outplacement naar een ander werk heeft gezocht.
vgl. Kamerstukken II 2013-2014, 33818,3, 7 en 8) behorende bij die bepaling voldoende duidelijk is geworden dat dit artikel niet ziet op een situatie als onderhavige wanneer sprake is van een ontbindende voorwaarde, maar enkel op de situatie dat sprake is van een tussen partijen opgemaakte
HR 6 maart 1992, NJ 1992, 509: Mungra-Arrest) heeft derhalve nog steeds te gelden dat een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst wordt aanvaard mits deze verenigbaar is met het ontslagstelsel, de vervulling daarvan objectief wordt bepaald en er na de vervulling van de voorwaarde geen invulling meer kan worden gegeven aan de arbeidsovereenkomst.
"base country"van een expat altijd in stand. De achterliggende gedachte is om zowel ten gunste van het concern als ten gunste van de werknemer het binnen het concern bekende roulatiesysteem te doen werken. Het is op voorhand bezien profijtelijk voor beide partijen, niet in de laatste plaats ook voor [verzoeker] omdat het voor hem als expat aanzienlijke financiële voordelen heeft gebracht. Het systeem van een ontbindende voorwaarde leidt ertoe dat er geen opzegging meer nodig is. De kantonrechter ziet niet in dat en waarom de ontbindende voorwaarde tegen de achtergrond van het expatsysteem onverenigbaar zou zijn met het stelsel van ontslagrecht. Het systeem is zoals overwogen op voorhand profijtelijk voor zowel werknemer als werkgever. Dat thans na ommekomst van vele jaren waarin [verzoeker] de vruchten heeft geplukt van dit systeem het hem niet convenieert dat de ontbindende voorwaarde in vervulling gaat, maakt niet dat het aangaan van dan wel het in vervulling gaan van de ontbindende voorwaarde intreden niet verenigbaar zou zijn met het stelsel van ontslagrecht. De ontbindende voorwaarde moet niet opgevat worden als een voorwaarde die inhoudt dat als er geen werk meer is voor de werknemer de voorwaarde daarmee vervuld is. Daarvoor zou een ontslagvergunning bij het UWV gevraagd moeten worden. Dit is niet aan de orde omdat de voorwaarde behelst dat als de werknemer elders in het concern gaat werken, de arbeidsovereenkomst met de werkgever in de
"host country"zal worden beëindigd. Er is afgesproken dat eerst in de
"base country"gekeken zal worden naar de mogelijkheid van werk. Dat is inherent aan het wereldwijde systeem.
"base country"waar expats aanspraak kunnen maken op een vervangend dienstverband dan wel de daar geldende afvloeiingsregeling. De omstandigheid dat deze naar nu blijkt minder riant is dan waarop [verzoeker] kennelijk rekende doet hieraan niet af.
vgl. Kamerstukken II 2013-2014, 33818, 3) dat deze bepaling uitsluitend ziet op de niet-voortzetting van een tijdelijke arbeidsovereenkomst na twee jaar en niet op een situatie als onderhavige. Dit heeft tot gevolg dat [verzoeker] geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding.