Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
in de zaken van
M, hierna te noemen de moeder,
A, geboren op …. 2008 te …., hierna te noemen A,
V, hierna te noemen de vader,
Het procesverloop
De feiten
De verzoeken
De beoordeling:
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 december 2017 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de ondertoezichtstelling van de kinderen A en B. De moeder, aangeduid als M, heeft meerdere verzoeken ingediend, waaronder verzoeken tot opheffing van de ondertoezichtstelling en vervallenverklaring van schriftelijke aanwijzingen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van A en B is verlengd tot 11 november 2018, na een eerdere beschikking van 5 december 2017. De verzoeken van de moeder zijn behandeld, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de ondertoezichtstelling op te heffen. De moeder heeft argumenten aangevoerd die volgens de kinderrechter niet in overeenstemming zijn met de feitelijke situatie, aangezien de kinderen nog steeds contact hebben met de vader en er nog steeds strijd is over de opvoeding. De verzoeken tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze te laat zijn ingediend. De kinderrechter heeft ook het verzoek tot vervanging van de GI afgewezen, omdat de onderbouwing van de verwijten aan de GI ontbrak. De beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. T.M.L. Veen.