ECLI:NL:RBNNE:2017:4727
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot toekenning van overwerktoeslag en vakantietoeslag in het kader van compensatie-uren
In deze zaak vorderde [v. B.], werkzaam als ambulanceverpleegkundige bij UMCG Ambulancezorg, de toekenning van overwerktoeslag en vakantietoeslag over compensatie-uren. [v. B.] was in dienst sinds 1 februari 2008 en werkte onder de Cao UMCG Ambulancezorg. Hij stelde dat de vergoeding voor overwerk in tijd-voor-tijd niet werd meegenomen in de berekening van zijn gemiddelde overwerktoeslag, wat leidde tot lagere vakantieaanspraken. UMCG Ambulancezorg voerde aan dat de cao-bepalingen correct werden toegepast en dat het vakantiedagenregime niet van toepassing was op compensatieuren.
De kantonrechter oordeelde dat [v. B.] geen recht had op de gevorderde vergoedingen. De rechter stelde vast dat de cao voorschrijft dat overwerk in principe in tijd en geld wordt vergoed, maar dat UMCG Ambulancezorg in de praktijk de voorkeur gaf aan geldelijke compensatie. [v. B.] had ervoor gekozen om een deel van zijn overwerkuren in tijd te compenseren, wat hem niet het recht gaf op een hogere vergoeding dan zijn collega's die in geld werden gecompenseerd. De rechter concludeerde dat de vorderingen van [v. B.] ongegrond waren en dat hij de proceskosten moest vergoeden.
De uitspraak werd gedaan op 12 december 2017 door kantonrechter mr. A. van der Meer, die de vordering van [v. B.] afwees en hem veroordeelde tot betaling van de proceskosten aan UMCG Ambulancezorg, vastgesteld op € 600,00.