V: Wat voor werk doe je?
A: Ik heb een eigen onderhoudsbedrijf en [medeverdachte 1] huurt mij in.
V: Waar is jullie werkplaats?
A: Vanuit de loods bij [naam] .
V: Welke loodsen zijn dat dan, kun jij aangeven welke van wie is?
A: Ja hoor, de eerste, tweede en de derde zijn sowieso van [medeverdachte 1] .
0: Verbalisanten schetsen de loodsen aan de [straatnaam] te Leeuwarden en verdachte [verdachte] geeft aan welke loods van wie is.
V: Wat zit er in de 2 loods?
A: Ja daar zit die hennep, daar ben ik afgelopen maandag nog geweest.
V: Wat voor voertuigen heb jij op naam of maak je gebruik van?
A: Die motoren, Suzuki’s en de bus.
V: Wat voor bus is dat?
A: Die Opel Vivaro, dit is een zwarte. Ik heb hem nog maar net. Ik lease die bus.
V: Wie heeft dit geregeld? Wie zijn idee was dit?
A: Dit was [medeverdachte 1] zijn idee. [medeverdachte 1] zei je hebt nu een eigen zaak dus moet je een eigen bus. Want ik leende vaak een bus van [medeverdachte 1] .
V: Je zei dat je wel een bus van [medeverdachte 1] leende, welke leende je dat?
A: Die Renault Traffic. Maar ook wel een Peugeot Boxer, die grote. Maar meestal die Renault Traffic.
V: Wat is [medeverdachte 1] van je?
A: Dat is de opdrachtgever.
V: Wat is [medeverdachte 7] van je?
A: Dat is niks van mij. Ik heb hem een paar keer geholpen in Franeker in de hennepkwekerij. Ik ben een paar keer met hem meegegaan. Verder gaat [medeverdachte 7] veel met [medeverdachte 1] om. Ik zie hem als een directeur.
V: Wat is [medeverdachte 6] van je?
A: Die had die loods in Franeker op naam. [medeverdachte 6] kwam wel op de [straatnaam] .
V: Wat is [medeverdachte 3] van je?
A: Die is altijd bij [medeverdachte 7] , die zijn altijd samen die twee. Dat is ook zo’n directeurs typ. Die was met [medeverdachte 7] mee naar Franeker naar de hennepkwekerij, die man heeft altijd de leiding, dat is de baas. Zij gaven beide aan wat ik moest doen, ik moest de hennepkwekerij opruimen in Franeker.
V: Hoe zie jij deze organisatie?
A: [medeverdachte 3] is de leider van de groep. Hij deelt de lakens uit mede met [medeverdachte 7] . Daaronder komt [medeverdachte 1] en helemaal onderaan wij.
V: En [naam]? Zit [naam] wel in de hennep wereld?
A: Ja. Anders kom je niet bij de loods aan de [straatnaam] , dat is een verzamelpunt van iedereen die ermee te maken heeft.
V: En wie is er nog meer zoals jij, zeg maar een hulpje?
A: Nou ik meestal, maar ook wel [medeverdachte 5]. [medeverdachte 7] die plantte de nieuwe planten, die had het mooiere werk. Wij konden alles opruimen.
V: Het onderzoek richt zich op de teelt van hennep en wij hebben concrete aanwijzingen dat jij je daar mee bezig hebt gehouden, wat kun je vertellen over de kwekerij bij [medeverdachte 5] in de loods?
A: Die in die kar? Daar ben ik iets van 5 keer geweest. Ik heb die kar voor hem gesteld. Ik heb de potten gevuld met kokos grond. [medeverdachte 5] kwam er achter aan met de hennepplanten.
V: Wanneer ben je daar voor het eerst geweest?
A: Dat was volgens mij ook tegen de winter aan. Er lag sneeuw.
V: Hoe vaak is er geoogst?
A: Volgens mij 2x keer want ik heb 2x gevuld, die potten. Als ik kwam waren de planten er al uit en moest ik de potten legen in witte zakken en dan gingen die zakken in de auto. Daarna vulde ik de potten weer en [medeverdachte 5] die zette er dan nieuwe hennepstekjes in. Ik mocht dat niet doen, dan moest ik een trapje hoger wezen. Ik heb nooit iemand anders gezien daar. Die kar was klaar en ingericht toen ik er voor het eerst kwam. Toen was er al geoogst. V: Van wie was deze hennepkwekerij?
A: Van [medeverdachte 5] zelf.
V: Niet van de organisatie?
A: Ik weet niet alles. Ik ben echt de laatste in rang. Ik kan ook niet timmeren, dakdekken is mijn ding.
V: [verdachte], er is meerdere malen geconstateerd dat jij op de [straatnaam] te Franeker bent
geweest, waar een hennepkwekerij is aangetroffen, wat kun je daarover verklaren?
A: Volgens mij zit die hennepkwekerij er net na de winter van 2014. Ik heb daar de opticlimate omhooggeduwd, want die konden [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] niet tillen. Ik heb ook geholpen met sjouwen van de spullen.
V: Wie waren betrokken bij de opbouw van deze kwekerij?
A: Dat waren [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 1] en ik.
V: Wie deed wat?
A: [medeverdachte 3], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] hebben de kwekerij neergezet waarbij [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] de lakens uitdeelde. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] kunnen best netjes timmeren. [medeverdachte 1] hielp hierbij en ik deed het sjouw werk.
V: Hoe zag deze ruimte eruit?
A: Het was een grote loods met 3 diepvriezen geloof ik. Je had een kleine deur waardoor je naar binnen moest en dan moest je op een knop drukken waarbij de roldeur omhoog ging. Dan had je een grote ruimte met die diepvriezen en in het begin stond er niks maar later stonden er lege dozen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] zeiden dat [medeverdachte 6] daar dan moest zitten, als een soort bedrijfsleider. Zodat het leek alsof er wat gebeurde. Volgens mij duurde de opbouw iets van twee weken. Die loods werd gehuurd door [medeverdachte 6] .
V: Hoe vaak is daar geoogst?
A: 3 keer. Eerst ging de ene ruimte en dan een paar dagen later de andere ruimte. Maar ik was niet overal bij, het kan best vaker zijn geweest. Ik heb daar niet geknipt maar wel de planten bakken gevuld met nieuwe aarde. [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] knipten de planten en ik moest het vuile werk doen. 1 van hun gaf de blauwe tonnen aan waar de hennepplanten in gingen. Die tonnen stonden ook nog in Franeker, er zaten netten in. Ik heb die er neergezet. V: Is het altijd een verschillende samenstelling van de groep?
A: [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] doen alles samen, die zij er echt altijd bij. [medeverdachte 1] niet altijd want die heeft zijn eigen werk ook.
V: Is [medeverdachte 5] ook bij Franeker geweest?
A: Volgens mij 1 keer, toen was ik ook mee. [medeverdachte 5] gaf de tonnen aan. 2 waren aan het snoeien, 1 gaf de tonnen aan en 1 deed het in de tonnen.
V: Waar gaan die tonnen met hennep heen?
A: Die gaan naar de 2 loods, aan de [straatnaam] . Bij onze loods heb ik het dan over.
V: Hielp jij met de tonnen uit de bus te sjouwen?
A: Ja ik hielp dan mee. Wij reden in de bus met de tonnen met hennep van de locatie direct naar de loods, loods twee.
Ik sjouw de blauwe tonnen en vul de potten met potgrond. Ik denk daarom dat ik onderaan sta en niks met de planten mocht doen.
V: [verdachte], er is meerdere malen geconstateerd dat jij op de [straatnaam] te Surhuisterveen bent geweest, waar een hennepkwekerij is aangetroffen, wat kun je daarover verklaren?
As Daar heb ik ook geholpen, hetzelfde verhaal als op de [straatnaam] te Franeker. Ik weet dat ze die loods al lang hebben. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] hebben die panelen gebouwd, de 2 ruimtes waar de kwekerij in zat. Ik heb daar volgens mij 4 opticlimats ingezet. Ik heb die opticlimats in de zomer van 2014 geplaatst, ze hebben die kwekerij al heel lang. Toen ik daar kwam waren die ruimtes al klaar.
V: Hoe veel planten stonden er in die beide ruimtes?
A: Daar stonden 2 keer 600 potten, want ik heb ze zelf geleegd en gevuld. Elke ruimte 600. Ik kreeg €250,- voor 600 potten, en dan twee weken later werd de andere ruimte gedaan en kreeg ik weer € 250,-. Terwijl zij er tonnen voor kregen hoorde ik wel. En dan moet ik het met € 250,- per keer doen.
V: Wie waren er dan?
A: [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] altijd. En [medeverdachte 5] 1 keer.
V: En hier ook weer dezelfde werkwijze?
A: Ja altijd, dat doen ze altijd zo. 2 knippen, 1 de tonnen aangeven en 1 de tonnen wegbrengen.
V: [verdachte], wij hebben geconstateerd dat jij de bestuurder bent van een Renault Traffic, voorzien van het kenteken [kenteken] , wat kun je daarover verklaren?
A: Ik had die bus van [medeverdachte 1] te leen, die had ik altijd mee. Maar [medeverdachte 1] pakte die bus ook als ze naar een hennepkwekerij gingen en ik niet mee ging. Dan liet hij zijn bus bij mij en pakte hij de hennepbus, de Renault Traffic.
V: We weten dat jullie op 28 januari 2016 naar de locatie in Surhuisterveen zijn gegaan. Wie waren toen mee?
A: Ja dat waren [medeverdachte 1] , ik en [medeverdachte 4] in de Renault Traffic. Toen was er 1 ruimte geoogst en hebben wij hebben de potten geleegd, potgrond in zakken gedaan en nieuwe potgrond erin gedaan. De stekken waren er nog niet. Een week later ben ik er weer heen geweest, maar toen zat ik bij [medeverdachte 7] in de grijze bus. Toen waren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] in de andere bus, de Peugeot Boxer, want daar stonden nu de tonnen nog in. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 7] hebben toen 1 ruimte geoogst en [medeverdachte 1] was de stekjes in de ruimte ernaast aan het zetten, welke wij de week ervoor klaar hadden gemaakt. De stekjes waren er al. Volgens mij had [medeverdachte 7] die dag ervoor de stekjes gebracht.
V: Wat deden jullie met jullie telefoons als jullie naar een hennepkwekerij gingen?
A: Ja die moesten op de [straatnaam] blijven van [medeverdachte 1] . Die telefoons lieten we dan in een bus bij de [straatnaam] of in de werkplaats.
V: Wat weet je van eerdere hennepkwekerijen?
A: Ik weet dat ze een hennepkwekerij in Drachten hebben gehad. Ik heb hier [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] over horen praten. Ik weet alleen dat [medeverdachte 6] die loods op naam had.
V: Nog even over de organisatie en de hennepkwekerijen, van wie krijg jij het geld?
A: [medeverdachte 3] geeft het geld aan [medeverdachte 1] en die geeft het weer aan mij.
V: Hoe lang is deze organisatie al bezig?
A: Sinds de tijd dat ik bij [medeverdachte 1] zit zo ie zo, en dat is nu 2 jaar.
V: Wat is de rolverdeling?
A: [medeverdachte 3] bovenaan met [medeverdachte 7] , dan [medeverdachte 1] en dan wij, daarmee bedoel ik jongens als ik.