Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 390,00 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt Q-Park, samengevat weergegeven, dat [gedaagde] op basis van de artikelen 6.3 en 6.5 van de algemene voorwaarden het tarief verloren kaart verschuldigd is, evenals de aanvullende schadevergoeding van € 300,00 voor het onbetaald verlaten van de parkeergarage door middel van 'treintje rijden'. Q-Park stelt dat van een storing aan de betaalautomaten geen sprake was en de helpdesk van Q-park gewoon bereikbaar was. Q-Park stelt de schadevergoeding te vorderen in verband met de door haar gemaakte kosten, door haar uitgevoerde werkzaamheden, gedane en toekomstige investeringen, inschakeling van derden en omzetderving. Q-Park stelt voorts dat de hoogte van de schadevergoeding dient als afschrikeffect voor 'treintjerijders'. Q-Park stelt dat het door haar artikel 6.3 van haar algemene voorwaarden gehanteerde beding niet oneerlijk is. Q-Park stelt tot slot dat het door middel van 'treintje rijden' verlaten van de parkeergarage zorgt voor gevaarlijke situaties en het parkeersysteem van Q-Park daardoor wordt ontregeld.
€ 30,00 en de bijkomende kosten dient te betalen, hetgeen reeds zorgt voor het afschrikwekkend effect dat Q-Park beoogd. [gedaagde] betwist de verplichting tot betaling op grond van artikel 6.3 en 6.5 van de algemene voorwaarden van Q-Park. [gedaagde] voert tot slot aan dat Q-Park nalaat om haar kosten en de werkelijke schade te specificeren.