Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
onder 1 primairten laste gelegde aangevoerd, dat verdachte medepleger is van de diefstal met (bedreiging met) geweld waarbij hennep is weggenomen. Verdachte was bij de voorbespreking aanwezig en moet hebben geweten wat er ging gebeuren. Hij is in één van de auto's naar Nederland meegereden en heeft samen met zijn mededaders in een hotel in Assen overnacht. Hij kreeg geld voor zijn bijdrage en moest zijn mobiele telefoon thuis laten. Vervolgens heeft hij bij de onderhavige woning samen met [medeverdachte 2] op de uitkijk gestaan. Hij heeft -na een teken van medeverdachte [medeverdachte 1]- in de naar hennep ruikende woning de geknevelde, getapete en onder schot gehouden slachtoffers gezien. Hij heeft vervolgens de tassen met hennep uit de woning meegenomen en heeft deze in de auto (Audi) gezet. Er is sprake van een bewuste en nauwe samenwerking.
onder 2 primairten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte medepleger is van het naar Duitsland brengen van de hennep. Er zijn daartoe concrete afspraken gemaakt. De hennep zou vanuit de Audi in een andere auto worden overgeladen voor vervoer naar Duitsland.
onder 3ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte medepleger is van het aanwezig hebben van cocaïne, nu hij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat in de (onder andere) door hem weggenomen tassen met hennep ook cocaïne aanwezig kon zijn. Er is derhalve sprake van voorwaardelijk opzet.
onder 4ten laste gelegde nu de munitie die verdachte voorhanden had niet nader (technisch) is onderzocht.
onder 1 primairten laste gelegde aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is van een bewuste en nauwe samenwerking en een gezamenlijke uitvoering van het feit. Verdachte had geen wetenschap, ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet, dat het doel van de reis naar Nederland het kopen van marihuana was. Pas toen hij in de woning de geknevelde mannen zag, kreeg hij voor het eerst het idee dat hij in iets crimineels was beland. Hij kon zich er feitelijk niet aan onttrekken. Verdachte is derhalve geen medepleger van de diefstal met geweld. Tevens dient verdachte om dezelfde redenen van de
onder 1 subsidiairten laste gelegde medeplichtigheid aan de diefstal te worden vrijgesproken. Verdachte wist niet, ook niet in voorwaardelijke zin, dat het om een drugstransactie zou gaan.
onder 2ten laste gelegde aangevoerd dat om dezelfde redenen als hiervoor weergegeven verdachte dient te worden vrijgesproken. Daar komt bij dat verdachte in de veronderstelling was dat de tassen met marihuana in Nederland zouden blijven.
onder 3 en 4bepleit vanwege het ontbreken van enige wetenschap en beschikkingsmacht. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] hebben maar 1 à 2 minuten in de Audi, waarin ze niet naar Nederland zijn gekomen, gereden. Verdachte wist niet dat in deze auto cocaïne en munitie lag.
onder 1ten laste gelegde, en wettig en overtuigend geachte, diefstal met geweld en bedreiging met geweld, door twee of meer verenigde personen waarbij een hoeveel hennep is weggenomen, het volgende. Verdachte is vanuit Duitsland met de medeverdachten met twee auto's naar Nederland gegaan. Niet is komen vast te staan dat verdachte vooraf wist of moest vermoeden dat het doel van de reis naar Assen het ophalen van hennep was. Nadat verdachte met medeverdachte [medeverdachte 2] bij de betrokken woning in Assen stond, werd hij binnengeroepen door medeverdachte [medeverdachte 1] voor het ophalen van gereedstaande plastic tassen. Verdachte moet na het binnentreden van de woning een sterke henneplucht hebben waargenomen, nu uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] (pagina 200 van het proces-verbaal) blijkt dat er in de woning een zeer penetrante henneplucht uit de zakken kwam. In combinatie met het zien van de in de woning onder schot gehouden slachtoffers, die waren gekneveld en waarvan de monden waren getapet, moet het voor verdachte duidelijk zijn geweest dat er hennep zat in de gereedstaande plastic zakken en tassen én dat deze hennep van de slachtoffers werd weggenomen. Verdachte heeft vervolgens met bovenstaande wetenschap de zakken en tassen met hennep uit de woning vervoerd naar de gereedstaande auto.
onder 1 primairten laste gelegde medeplegen van diefstal. De rechtbank acht de hiervoor geschetste rol van verdachte te kwalificeren als medeplichtig aan de ripdeal. Hij is opzettelijk behulpzaam geweest bij de gepleegde diefstal met geweld en bedreiging met geweld door op het moment dat de bewoners onder bedwang werden gehouden de hennep uit de woning te halen, in de auto te laden en vervolgens met de hennep in de auto weg te rijden. Verdachte zal dan ook worden veroordeeld ter zake van het
onder 1 subsidiair (ten eerste)ten laste gelegde.
2 primair en subsidiairten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte wist -en derhalve, al dan niet in voorwaardelijke zin, opzet had- dat de buitgemaakte hennep naar Duitsland -en aldus buiten het grondgebied van Nederland- zou worden gebracht, nog daargelaten dat niet is komen vast te staan dat het de bedoeling was de hennep naar Duitsland te vervoeren. De rechtbank acht het medeplegen van opzettelijk voorhanden hebben van de hennep, zoals onder
2 meer subsidiairten laste is gelegd, wel wettig en overtuigend bewezen, nu het gelet op de penetrante geur, zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, voor verdachte duidelijk moet zijn geweest dat het hier om hennep ging.
onder 3 en 4ten laste gelegde opzettelijk aanwezig hebben van cocaïne en het voorhanden hebben van munitie vrijspreken, nu bewustheid bij verdachte van de aanwezigheid van deze goederen in de auto ontbreekt. Verdachte zat gedurende een zeer korte tijd voor het eerst in de betrokken auto. Bovendien blijkt uit het dossier niet dat sprake was van een aanmerkelijke kans dat er naast een hennep transactie ook sprake zou zijn van een transactie in cocaïne. Daarnaast ontbreekt onderzoek ten aanzien van de munitie zodat onduidelijk blijft of sprake is van munitie in de zin van de Wet wapens en munitie.
bewijsmiddelentoe die de voor de bewezenverklaring, onder 1 subsidiair (ten eerste) en 2 meer subsidiair, redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.