Op 30 november 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee winkeldiefstallen. De verdachte, geboren in 1973 en verblijvende in PI Leeuwarden, werd bijgestaan door advocaat mr. H.J. Pellinkhof, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. L.J. van der Heide. De tenlastelegging betrof diefstal van vlees ter waarde van 52,51 euro en twee blikken bier uit een supermarkt in Assen op 6 september 2017. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte handelde, waarbij camerabeelden en getuigenverklaringen de diefstal bevestigden. De rechtbank achtte de diefstal wettig en overtuigend bewezen en legde de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders op voor de duur van twee jaren, gezien de recidive en het gevaar voor de samenleving. De rechtbank weigerde de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, omdat deze niet opportuun werd geacht in het licht van de ISD-maatregel. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 14j, 38m, 38n en 311 van het Wetboek van Strafrecht.