ECLI:NL:RBNNE:2017:4630
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- F. de Jong
- L.W. Janssen
- M.R.M. Beaumont
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens straatroof door gebrek aan bewijs en niet kunnen horen van getuige
Op 4 december 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd in PI Leeuwarden. De zaak betreft een straatroof die op of omstreeks 16 mei 2017 in Groningen zou hebben plaatsgevonden. De verdachte werd beschuldigd van het met een bivakmuts over het gelaat benaderen van het slachtoffer, het vastpakken en duwen van het slachtoffer, en het maken van stekende bewegingen met een mes. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 14 maanden, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was en dat de aangever niet gehoord kon worden omdat hij onvindbaar was.
Tijdens de zitting op 20 november 2017 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. W. Hendrickx, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. S.E. Eijzenga. De rechtbank oordeelde dat de verdediging niet in de gelegenheid was gesteld om de aangever te ondervragen, wat in strijd is met het ondervragingsrecht zoals neergelegd in artikel 6 lid 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank concludeerde dat er geen ander bewijs was dat de betrokkenheid van de verdachte bij het delict kon ondersteunen, en sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.
De rechtbank benadrukte dat zelfs als de verklaring van de aangever wel gebruikt zou kunnen worden, er nog steeds geen bewijs zou zijn voor de betrokkenheid van de verdachte, vanwege het ontbreken van steunbewijs. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. F. de Jong als voorzitter, mr. L.W. Janssen en mr. M.R.M. Beaumont, en werd openbaar uitgesproken op 4 december 2017.