ECLI:NL:RBNNE:2017:4626
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging na beroep op het una via beginsel
In deze zaak heeft de politierechter op 20 november 2017 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte. De verdachte was aangeklaagd voor bedreiging, mishandeling en vernieling van goederen van een slachtoffer op 25 mei 2017 in Menameradiel. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk bestraft mocht worden voor dezelfde feiten, in strijd met het 'una via'-beginsel. De raadsman verwees naar een voornemen tot oplegging van een bestuurlijke boete door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, waarin dezelfde feiten werden beschreven als in de strafzaak. De officier van justitie betoogde echter dat er nog geen bestuurlijke boete was opgelegd op het moment van de dagvaarding, en dat de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures naast elkaar konden bestaan.
De politierechter overwoog dat het voornemen tot oplegging van de bestuurlijke boete slechts een aankondiging was en dat er nog geen definitieve beslissing was genomen. Hierdoor was er geen sprake van een kennisgeving van niet verdere vervolging, zoals bedoeld in artikel 243 van het Wetboek van Strafvordering. De rechter concludeerde dat de feiten in de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke context niet identiek waren, omdat de beschermde rechtsbelangen verschilden. De politierechter verklaarde het openbaar ministerie ontvankelijk in de vervolging en beval een spoedige oproeping van de verdachte voor een volgende zitting.