Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 februari 2017 in de zaken tussen
[eiser], te Wachtum, eiser,
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: A.H. Nieman, te Groningen, vergunninghouder,
Rechtbank Noord-Nederland
Op 2 februari 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een eigenaar van percelen in Groningen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 23 februari 2016, waarin zijn bezwaarschrift tegen de verleende omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een hoofdgebouw ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan en dat er sprake was van een evidente privaatrechtelijke belemmering, aangezien het dakterras binnen de afstand van twee meter van de erfgrens was gesitueerd zonder toestemming van de eigenaar van het naburige perceel. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit van 29 september 2015, waarbij de omgevingsvergunning was verleend. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 1.980,-- werden begroot, en het griffierecht van € 168,-- diende te worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van privaatrechtelijke bepalingen bij de verlening van omgevingsvergunningen.