ECLI:NL:RBNNE:2017:4391

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
31 oktober 2017
Publicatiedatum
17 november 2017
Zaaknummer
18/730525-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in een strafzaak wegens ontuchtige handelingen met een minderjarige

Op 31 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, geboren in 1974, was niet verschenen op de zitting. Het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous. De tenlastelegging omvatte meerdere ernstige beschuldigingen van seksuele handelingen met een minderjarige, die op dat moment de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De feiten zouden zich hebben afgespeeld tussen 11 augustus 2014 en 26 december 2015 in Heerenveen.

Tijdens de zitting bleek dat de dagvaarding niet op de juiste wijze aan de verdachte was betekend. Er was geen akte van uitreiking aanwezig die aantoonde dat de dagvaarding volgens de wettelijke vereisten was overhandigd. De poging om de dagvaarding uit te reiken op het adres van de verdachte, zoals geregistreerd in de Basisregistratie Personen, was niet succesvol omdat de verdachte daar niet woonde of verbleef. Er was ook geen griffiebetekening gedaan. Aangezien de verdachte niet op de hoogte was van de zitting, werd de dagvaarding nietig verklaard.

De rechtbank heeft in haar uitspraak benadrukt dat de nietigheid van de dagvaarding voortvloeit uit het feit dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting en dat er geen bewijs was dat hij op de hoogte was gesteld van de dagvaarding. De rechtbank heeft de dagvaarding derhalve nietig verklaard, wat betekent dat de strafzaak niet verder behandeld kan worden zonder een geldige dagvaarding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730525-16
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 31 oktober 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [straatnaam].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 oktober 2017.
De verdachte is niet verschenen.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 augustus 2014 tot en met 26 december 2015 te Heerenveen, gemeente Heerenveen, althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2000), die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer], immers heeft hij, verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens):
- zijn, verdachtes, vinger(s), in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] geduwd en/of gebracht en/of (vervolgens) heen en weer bewogen en/of
- zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of (vervolgens) aan de clitoris, althans aan de vagina, van die [slachtoffer] gelikt en/of (aldus) die [slachtoffer] gebeft en/of
- zijn, verdachtes, tong in/tegen de anus van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of (vervolgens) aan de anus van die [slachtoffer] gelikt en/of
zulks terwijl dat feit werd begaan tegen een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, althans een aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 augustus 2014 tot en met 26 december 2015 te Heerenveen, gemeente Heerenveen, althans in Nederland, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2000), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens):
- met zijn, verdachtes, hand(en)/vinger(s) de vagina en/of de schaamstreek en/of de buik en/of de borsten en/of de billen van die [slachtoffer] betast/aangeraakt en/of
- met zijn, verdachtes, tong de anus en/of de vagina van die [slachtoffer] gelikt en/of
- met zijn, verdachtes, penis over de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] gewreven/gegaan en/of
- zichzelf in het bijzijn van die [slachtoffer] afgetrokken en/of (vervolgens) op de buik en/of de borsten van die [slachtoffer] geëjaculeerd;
zulks terwijl dat feit werd begaan tegen een kind dat hij, verdachte, verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, althans een aan zijn, verdachtes, zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige.

Geldigheid van de dagvaarding

Bij de stukken bevindt zich geen akte van uitreiking waaruit blijkt dat de dagvaarding op de bij de wet voorgeschreven wijze aan verdachte is betekend. Uit de akte van uitreiking blijkt dat gepoogd is de akte uit te reiken op verdachtes adres uit de Basisregistratie Personen. Verdachte bleek echter niet op dit adres te wonen, dan wel te verblijven. Vervolgens heeft er geen griffiebetekening plaatsgevonden. Nu verdachte niet is verschenen dient de dagvaarding derhalve -nu ook anderszins niet is gebleken dat verdachte op de hoogte is van de datum en het tijdstip van de terechtzitting- nietig te worden verklaard.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. K. Bunk en mr. J.N.M. Blom, rechters, bijgestaan door mr. C.G. Velvis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 oktober 2017.
Mr. Blom is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.