Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
16 november 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Deze opgave luidt als volgt:
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij
1. [slachtoffer 1] , tot (voor zover uit de twee vorderingen kan worden afgeleid) een bedrag van
€ 300,- ter vergoeding van materiële schade en een bedrag van € 1.000,- en € 20,- ter vergoeding van immateriële schade en telefoonkosten, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 4] , tot een bedrag van € 3.172,61 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 6] , tot een bedrag van € 1.200,05 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden.
een taakstraf voor de duur van 240 uren.
[slachtoffer 1]in haar vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 4]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 769,56(zegge: zevenhonderd negenenzestig euro en zesenvijftig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 juli 2016.
[slachtoffer 6]toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1000,- (zegge: duizend euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
[slachtoffer 5]in haar vordering niet ontvankelijk is en dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.