Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het ten laste gelegde gevorderd. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het ten laste gelegde geweld dat door de groep jongeren op de openbare weg, te weten het centrale kruispunt van [pleegplaats], is gepleegd. In plaats van zich te distantiëren van het geweld heeft verdachte een steen naar de politie gegooid.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van een groot deel van het ten laste gelegde, nu daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er sprake is geweest van meerdere groepen op meerdere momenten en plaatsen in [pleegplaats]. Gelet daarop is er naar zijn mening onvoldoende bewijs dat verdachte een significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan al het ten laste gelegde geweld. Slechts kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen de politie.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 26 oktober 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik blijf bij mijn verklaring die ik heb afgelegd bij de politie dat ik op 1 januari 2017 in [pleegplaats] een steen heb gegooid richting de ME.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2017, opgenomen op pagina 591 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2017046214 d.d. 26 februari 2017, inhoudende als relatering van verbalisant [getuige 1]:
Op 1 januari 2017 was ik belast met het handhaven van de openbare orde, tijdens het
oud en nieuw feest. Ik stond samen met collega's tussen de jeugd welke zich had verzameld in de [straatnaam] te [pleegplaats]. Een gedeelte van deze groep jeugd, ongeveer twintig personen, verplaatste zich richting het terrein van de aldaar aanwezige kerk. Vanaf de weg gezien ([straatnaam]) stonden wij rechts naast de kerk. Ik zag dat een persoon een kiezelsteen pakte, naar voren liep en gooide. Ik zag en hoorde dat hij de intentie had met deze kiezelsteen de Mobiele Eenheid dan wel de persfotograaf te raken.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 januari 2017, opgenomen op pagina 484 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2]:
Ik ben werkzaam bij de vrijwillige brandweer van [vestigingsplaats]. Ik ben afgelopen oud en nieuw met mijn ploeg in [pleegplaats] geweest. We kwamen de weg inrijden en ze begonnen al te joelen en te schreeuwen. Nabij de ingang van de supermarkt kregen we al vuurwerk naar ons toegegooid.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 januari 2017, opgenomen op pagina 502 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3]:
Ik werk bij de vrijwillige brandweer in [vestigingsplaats]. In de nacht van 1 januari 2017 was ik bevelvoerder te [pleegplaats]. Ik zag dat er vanuit de groep mensen op het kruispunt vuurwerk naar ons werd gegooid en geschoten. Ik zag en hoorde dat er langs de auto en onder de auto
vuurwerk ontplofte. Ik zag ook dat er vuurpijlen op onze auto werden afgeschoten. Gezien de situatie en de veiligheid voor mijn personeel heb ik toen besloten niet uit te stappen. Doordat de groep zo ontzettend groot was en door het gooien met het vuurwerk beangstigde dit mij om uit te stappen. Wij zijn achterwaarts teruggereden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2017, opgenomen op pagina 75 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [getuige 4]:
Ik hoorde dat er een groot vuur op de kruising met de [straatnaam] was en dat er zwaar vuurwerk werd gegooid richting de collega's. Ik ben samen met collega's naar [pleegplaats] gereden. Ik zag daar ongeveer 80 personen om het vuur staan. Ik zag dat de menigte voornamelijk met het gezicht in de richting van het brandweervoertuig stond. Ik zag dat er vuurwerk in de richting van het voertuig werd gegooid. Ik zag dat het vuurwerk naast, onder en in de buurt van het brandweervoertuig tot ontploffing kwam. Ik zag en hoorde dat het vuurwerk betrof welke eerst fel oplichtte en vervolgens met een luide knal tot ontploffing kwam. Ik zag vervolgens dat er glaswerk naast het brandweervoertuig kapot viel. Hierop zag ik dat het brandweervoertuig achteruit reed. Ik hoorde vervolgens over de portofoon dat de brandweer zijn werk niet kon doen zonder hulp van de politie.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal bevindingen d.d. 2 januari 2017, opgenomen op pagina 63 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [getuige 5]:
Ik zag op de [straatnaam] te [pleegplaats] een grote groep jeugd staan. Ik kon zien en horen dat er gejoeld en geschreeuwd werd bij onze komst. Eén van de ME-groepen werd met enige regelmaat bekogeld met vuurwerk. Het leek zwaar vuurwerk te zijn. Het was dikker dan het knalvuurwerk dat ik ken. Ook maakte het harde knallen. Harder dan ik bekend mee ben. Met dit vuurwerk voelde je het commandovoertuig trillen als er een projectiel vlakbij het commandovoertuig ontplofte. Op enig moment kwam een man agressief aflopen op de ME-linie. De agressie van de man leidde ik af uit het feit dat hij zijn armen helemaal gebogen naar beneden had met de ellebogen wijd naar buiten.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 1 januari 2017, opgenomen op pagina 208 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 6]:
Op 1 januari 2017 was ik in [pleegplaats]. We stonden bij de kruising en toen zagen we de brandweer aankomen. Toen de brandweer aan kwam rijden vloog er allemaal vuurwerk naar de auto. De brandweer reed later achteruit en draaide toen weg. De mensen gingen toen zingen: “Homo's uit [vestigingsplaats]”. Ik heb een steen, resten van een stukgeslagen stoeptegel, richting de ME gegooid. Achter mij vandaan werd er veel vuurwerk gegooid in de richting van brandweer. Het kwam overal weg. Ik zag heel veel zwaar vuurwerk later ook richting de ME worden gegooid. Je kon aan het geluid horen dat het illegaal vuurwerk was, omdat het zo hard knalde.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 januari 2017, opgenomen op pagina 70 van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant [getuige 7]:
Ik zag dat er vuurwerk in onze richting geschoten werd, waarvan ik de indruk had dat dit vuurpijlen waren. Ik zag ook dat er met glas naar ons werd gegooid.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 januari 2017, opgenomen op pagina 527 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 8]:
Ik heb gezien dat er vuurwerk en flessen bier werden gegooid in de richting van de brandweer en de politie. Ik heb gezien dat [naam], [naam] [de rechtbank begrijpt: [naam]] en [naam] flessen bier en vuurwerk naar de brandweer hebben gegooid.
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank gaat uit van de volgende feitelijke gang van zaken.
Tijdens de nieuwjaarsnacht op 1 januari 2017 ontstonden er in het centrum van [pleegplaats] problemen met een groep jeugdigen van ongeveer 70 personen. Aanleiding was een ‘vreugdevuur’ op het kruispunt [straatnaam]/[straatnaam] waarvan de politie en de brandweer op een bepaald moment oordeelden dat deze gevaar opleverde en geblust diende te worden.
De brandweer kwam ter plaatse om het vuur te doven, maar werd daarbij zo ernstig gehinderd dat zij onmogelijk haar werk kon uitvoeren en zich genoodzaakt zag om zich terug te trekken. Personen uit de groep gooiden met vuurwerk, flesjes en stenen in de richting van de brandweerlieden. Vervolgens werd ook de ME, onder aansporing van opruiend en beledigend geschreeuw, belaagd door een groep mensen en bekogeld met vuurwerk, stenen, stoeptegels, glas en bierflesjes. Verdachte maakte deel uit van deze grote groep van waaruit geweld werd gepleegd.
Verdachtes bijdrage aan dit openlijke geweld bestond uit het gooien van een steen in de richting van leden van de ME.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van het plegen van openlijk geweld vanuit één groep, te weten de groep jeugdigen die tijdens die nieuwjaarsnacht op 1 januari 2017 op en nabij de kruising van de [straatnaam] en [straatnaam] aanwezig was. Deze groep keerde zich gedurende die nacht en op die beperkte plaats als één tegen de aldaar aanwezige brandweer en politie. Het enkele feit dat de groep door de ME is verdreven en daardoor in de buurt van die kruising verspreid is geraakt, maakt niet dat er sprake is van meerdere groepen.
De rechtbank is op grond van bovenstaande van oordeel dat verdachte een actieve rol heeft gehad en dus een voldoende significante of wezenlijke bijdrage aan het geweld richting brandweer en politie heeft geleverd. Verdachte had zich op verschillende momenten van dit voortdurende geweld kunnen distantiëren, maar is in plaats daarvan gedurende het gehele incident ter plaatse aanwezig geweest en heeft bovendien de confrontatie gezocht. Hij is derhalve ook voor die daden die niet feitelijk door hemzelf maar door een mededader zijn verricht, aansprakelijk.