ECLI:NL:RBNNE:2017:4250
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning op grond van Opiumwet na aantreffen drugs
Op 16 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een kraker van een woning in Emmen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Emmen, dat de woning voor de duur van drie maanden gesloten zou worden op grond van artikel 13b van de Opiumwet, na het aantreffen van verschillende soorten drugs in grotere hoeveelheden dan voor eigen gebruik. Tijdens de zitting was verzoeker aanwezig, vergezeld van een getuige, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. In de overwegingen werd vastgesteld dat de burgemeester op basis van de Opiumwet bevoegd was om de woning te sluiten, gezien de aangetroffen drugs. De voorzieningenrechter liet in het midden of verzoeker recht had op woonrecht, maar merkte op dat, zelfs als dit het geval zou zijn, het woonrecht geen absoluut recht is en dat sluiting vanwege drugs een uitzondering kan zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester redelijk had gehandeld door de woning te sluiten, en dat er geen sprake was van een schrijnend geval dat een andere beslissing rechtvaardigde. De sluiting diende uiterlijk op 23 augustus 2017 om 18.00 uur te worden uitgevoerd en zou drie maanden duren. De uitspraak werd gedaan door mr. T.F. Bruinenberg, in aanwezigheid van mr. H.A. Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken.