Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
mr. C. van den Noort, die de procedure van Direct Pay Services B.V. tegen [naam] met zaaknummer 5486856 CV EXPL 16-15918 behandelt als rechter.
Mr. C. van den Noort heeft aangegeven niet te berusten in het wrakingsverzoek en heeft zijn standpunt bij schrijven van 18 juli 2017 schriftelijk toegelicht.
2.2. Beoordeling
Ingevolge artikel 37, eerste lid, Rv wordt het verzoek gedaan zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.
Kamerstukken II1999/00, 26 855, nr. 3, p. 66) staat dienaangaande dat een wrakingsverzoek kan worden ingediend in elke stand van het geding, dus ook nog na afloop van de behandeling. Het is namelijk zeer wel mogelijk dat dan pas feiten of omstandigheden blijken waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Uit de toelichting volgt dat de mogelijkheid om na afloop van de behandeling een wrakingsverzoek in te dienen in beginsel niet geboden hoeft te worden indien terstond tijdens de zitting zich dergelijke feiten of omstandigheden voordoen.
Bijzondere feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel nopen, zijn gesteld noch gebleken.