Op 30 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1981, die beschuldigd werd van brandstichting in een woning van het AZC te Stadskanaal. De verdachte heeft op 22 juni 2017 opzettelijk brand gesticht door open vuur in aanraking te brengen met brandbare materialen in de woning, wat leidde tot gemeen gevaar voor goederen. Tijdens de zitting op 16 oktober 2017 heeft de verdachte bekend, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar oordeel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzettelijk brand stichten, met gemeen gevaar voor goederen als gevolg. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 262 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omstandigheden waaronder de brandstichting heeft plaatsgevonden, waaronder de wanhoopsdaad van de verdachte, van invloed zijn geweest op de strafmaat. De benadeelde partij, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar deze is niet-ontvankelijk verklaard omdat er onvoldoende bewijs was voor de hoogte van de schade. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij afgewezen en bepaald dat deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend.