Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1](feit 1), tot een bedrag van € 650,-- ter vergoeding van materiële schade bestaande uit kosten voor schilderwerk aan de pui naar aanleiding van inbraakschade en
[slachtoffer 2](feit 2), tot een bedrag van € 275,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
[slachtoffer 3](feit 3), tot een bedrag van € 450,-- ter vergoeding van materiële schade bestaande uit het nog niet vergoede deel van het bij de inbraak weggenomen geldbedrag en
[slachtoffer 4](feit 4) heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.000,-- ter vergoeding van materiële schade bestaande uit inbraakschade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan en een bedrag van € 30,40 voor reiskosten;
[slachtoffer 5](feit 5) tot een bedrag van € 250,-- ter vergoeding van materiële schade bestaande uit het eigen risico van de verzekering en € 350,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
Een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden.
een gedeelte, groot 5 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Een taakstraf, voor de duur van 200 uren.
[slachtoffer 1]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 650,--(zegge: zeshonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2016, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[slachtoffer 2]in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
[slachtoffer 3]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 450,-- (zegge: vierhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 mei 2016, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[slachtoffer 4]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 30,40 (zegge: dertig euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
[slachtoffer 5]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 250,-- (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
[slachtoffer 6]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.651,75 (zegge: duizend zeshonderdeenenvijftig euro en vijfenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2016.