ECLI:NL:RBNNE:2017:4065

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 oktober 2017
Publicatiedatum
26 oktober 2017
Zaaknummer
18/750044-14 ontneming
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een hennepteeltzaak

Op 26 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 18/750044-14, waarin de officier van justitie een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel heeft ingediend tegen de veroordeelde. De vordering was gericht op het vaststellen van het bedrag van het door de veroordeelde genoten wederrechtelijk verkregen voordeel, dat door de officier van justitie op € 237.806,96 was beperkt tijdens de zitting op 14 september 2017. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en het strafdossier, en heeft de veroordeelde, de officier van justitie en de raadsman gehoord.

De rechtbank heeft eerder, op 28 september 2017, de veroordeelde veroordeeld voor beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, gepleegd tussen 1 april 2014 en 24 juni 2014. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in een bedrijfspand in Drachten een professionele hennepkwekerij was aangetroffen, met 851 hennepplanten. De rechtbank heeft verschillende proces-verbaal van bevindingen en rapporten van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) in haar beoordeling betrokken.

Na een zorgvuldige afweging van de bewijsmiddelen heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 112.133,00. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de opbrengsten en kosten van de hennepteelt, en heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om dit bedrag aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht en heeft de beslissing op 26 oktober 2017 uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/750044-14
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 26 oktober 2017 op een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
in de zaak tegen veroordeelde:

[veroordeelde],

geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats],
thans gedetineerd te P.I. Flevoland, HvB Lelystad.

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 15 februari 2017 een schriftelijke vordering ingediend die strekt tot vaststelling van het bedrag waarop het door veroordeelde genoten wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, en tot oplegging aan veroordeelde van een betalingsverplichting van dit geschatte voordeel. Ter terechtzitting van 14 september 2017 heeft de officier van justitie zijn vordering beperkt tot een bedrag van € 237.806,96.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering, van het strafdossier met bovengenoemd parketnummer en van de overige op de strafzaak betrekking hebbende stukken.
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden ter terechtzitting van
14 september 2017. De officier van justitie, veroordeelde en de raadsman zijn op de vordering gehoord.

Beoordeling

De rechtbank heeft veroordeelde bij vonnis van 28 september 2017 in de strafzaak met parketnummer 18/750044-14 veroordeeld ter zake van beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, gepleegd in de periode van 1 april 2014 tot en met 24 juni 2014.
Op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de veroordeelde voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van deze door hem gepleegde strafbare feiten.
De rechtbank schat de omvang van dit wederrechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van € 112.133,-- . De rechtbank baseert deze schatting op de inhoud van de volgende bewijsmiddelen:
1. Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 25 juni 2014, opgenomen op pagina 277-284 (deel 1 algemeen deel) van het dossier van Politie Noord-Nederland, maatwerkteam aanpak georganiseerde hennepteelt met nummer BHV 2013099192, d.d. 14 januari 2015, inhoudende een relaas van verbalisant [verbalisant 1], hoofdagent van politie:
Op dinsdag 24 juni 2014 werd in perceel [straatnaam] te Drachten een professionele hennepkwekerij aangetroffen, met de resten van 851 hennepplanten. Gezien de resten van de planten, afgeknipte stelen met hier en daar een blad of zijtak, was er kennelijk net geoogst. Het is aannemelijk dat er sprake is geweest van een of meer eerdere oogsten van hennep, gelet op:
- een laag stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen;
- aanwezig restafval;
- verkleuring van het filterdoek van de koolstoffilter(s);
- kalk- en algenafzetting op het waterreservoir, dompelpompen, grond en potten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen betreffende aantreffen hennep d.d. 25 juni 2014, opgenomen op pagina 337-338 (deel 1 algemeen dossier) van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 2], inspecteur van politie:
Ik heb een onderzoek ingesteld in het bijgebouw op het perceel aan de [straatnaam] te Opende. In het grote vertrek beneden stonden vier grijze watertonnen met daarin vuilniszakken met resten van hennepplanten. De toppen waren uit deze hennepplanten geknipt, maar er zaten nog wel resten van bladeren aan deze planten. In een vijfde waterton, blauw van kleur, zat een wit visnet met daarin gedroogde henneptoppen.
Op de zolderverdieping was tegen de achtergevel met houten latten een constructie gebouwd waartussen fijnmazige lappen stof horizontaal waren gespannen. Op deze lappen stof lagen henneptoppen. In een grote, grijze vuilniszak die voor de houten constructie op de grond lag, zaten nog meer henneptoppen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met als bijlage een lijst met in beslag genomen goederen d.d. 7 juli 2014, opgenomen op pagina 264-269 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3], inspecteur van politie:
In een kamer op de bovenverdieping van de woning aan de [straatnaam] te Opende werd een schoenendoos met zakjes hennep en een zak met hennep aangetroffen en in beslag genomen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2014, opgenomen op pagina 345-346 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 4], hoofdagent van politie, en [verbalisant 5], medewerker van politie:
Onderzoek naar het gewicht van de henneptoppen, welke zijn aangetroffen tijdens de huiszoeking op de [straatnaam] te Opende.
TOTAAL GEWICHT AAN HENNEPTOPPEN
- gedroogde hennep, deels verpakt in gripzakjes (171,8+29,7) = 201,5 gram
- natte henneptoppen in de aangetroffen vuilniszak = 5604,2 gram
- henneptoppen die in de droognetten lagen te drogen = 8615,9 gram
5. De door verdachte op de terechtzitting van 14 september 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Er is in het bedrijfspand twee keer geteeld en geoogst.
6. Een schriftelijk stuk, te weten het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij d.d. 26 januari 2015, opgenomen in deel 1 van de Ontneming rapportage van genoemd dossier, voor zover inhoudende:
Door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) is in april 2015 een rapport uitgebracht met daarin een standaardberekening en normen met betrekking tot het wederrechtelijk verkregen voordeel van hennepkwekerijen bij binnenteelt onder kunstlicht.
Volgens de BOOM norm heeft de opbrengst van de aangetroffen hennepkwekerij met 851 planten een netto opbrengst van 22.721,7 gram droge hennep. In het proces-verbaal van bevindingen, dienst Ipol van het Korps landelijke politiediensten d.d. 30 juli 2012 staat dat het gewicht van natte hennep na droging reduceert tot (minimaal 25%) van het oorspronkelijke geoogste gewicht. Het bruto gewicht van de oogst van 851 planten is dan 90886,8 gram (natte) hennep.
De verkoopprijs van hennep bedraagt volgens het BOOM rapport € 3.280,00 per kilogram. Gemiddeld stonden er 18 planten op een m2. De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 26,7 gram.
De kosten van een hennepkwekerij kunnen blijkens het rapport van BOOM in het algemeen bestaan uit:
- afschrijvingskosten van gedane investeringen, wordt berekend per oogst (bijgevoegd BOOM rapport: aantal planten 700-799 afschrijvingskosten € 450,00; aantal planten 800-899 afschrijvingskosten € 500,00);
- de inkoopprijs van een hennepstek bedraagt € 2,85;
- variabele kosten (kweekmedium, water en voedingsstoffen) bedragen €3,33 per hennepplant;
- verdachte heeft de elektriciteit (deels) op legale wijze betrokken. Het werkelijke verbruik voor de reeds geoogste hennepplanten kon niet worden vastgesteld. Blijkens het rapport van BOOM bedragen deze kosten per oogst 50 lampen van 600 watt x € 140,00 = € 7.000,00.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor de berekening van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel door middel van voormelde strafbare feiten wordt geschat, de door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (hierna BOOM) berekende opbrengst en kosten per hennepplant.
De rechtbank gaat – gelet op genoemde bewijsmiddelen – hierbij uit van het volgende.
Er is sprake geweest van twee gerealiseerde oogsten in het bedrijfspand aan [straatnaam] te Drachten. Op deze kweeklocatie stonden (per oogst) in totaal 851 (gemiddeld 18 per m2) hennepplanten. De opbrengst per plant is volgens BOOM in dat geval 26,7 gram droge hennep. De totale bruto opbrengst bedraagt derhalve per oogst (851 x 26,7 =) 22.721,7 gram.
Er is een paar dagen voor het aantreffen van de hennepkwekerij gerooid waarna in ieder geval een deel van de oogst naar de woning van veroordeelde in Opende is gebracht. Ter plaatse is ook droge en natte hennep aangetroffen die kennelijk van deze laatste gerealiseerde oogst afkomstig was. Het gewicht van natte hennep, zo blijkt uit genoemd rapport d.d. 26 januari 2015, reduceert na droging tot 25% van het oorspronkelijk geoogste gewicht. Er moet dan ook van worden uitgegaan dat er in Opende in totaal (25% van 8615,9 [1] + 25% van 5604,2 [2] + 201,5 [3] =) 3.756,53 gram aan ‘droge’ hennep is aangetroffen, hetgeen in beslag is genomen, zodat verdachte daar geen voordeel van heeft kunnen hebben. Derhalve moet voor de twee gerealiseerde oogsten worden uitgegaan van een totaal bruto opbrengst van 22.721,7 gram plus (22.721,7 minus 3.756,53 =) 18.965,17 gram = 41.686,97 gram.
Omdat de daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep niet kon worden vastgesteld, bedraagt de opbrengst volgens het rapport van het BOOM minimaal € 3.280,00 per kilogram, oftewel
€ 3,28 per gram.
Deze opbrengst moet worden verminderd met de door veroordeelde gemaakte standaard kosten, te weten afschrijvingskosten, de inkoopprijs van de hennepstekken en variabele kosten. Kosten komen alleen in aanmerking voor aftrek, indien er ook een opbrengst is gerealiseerd en deze kosten een directe relatie hebben met het strafbare feit. Kosten die gemaakt zijn ten behoeve van de teelt van de in beslag genomen hennepplanten, komen niet voor aftrek in aanmerking. Uitgaande van een in beslag genomen droge opbrengst van 3.756 gram gaat de rechtbank er van uit dat dit de opbrengst is van (3756 : 26,7=) 140 planten.
De afschrijvingskosten van de investeringen bedragen volgens het rapport van BOOM respectievelijk € 500,00 (uitgaande van een oogst 851 planten) en € 450,00 (851 minus in beslaggenomen 140 planten = 711 planten). De inkoopprijs van de stekken bedraagt € 2,85 per stek, terwijl de variabele kosten (kweekmedium, water en voedingsstof) € 3,33 per plant bedragen. Daarnaast heeft veroordeelde de elektriciteit op legale wijze betrokken en periodiek voldaan. Blijkens het rapport van het BOOM bedragen deze kosten € 7.000,00 per oogst. Ook deze kosten moeten op het wederrechtelijk voordeel in mindering worden gebracht.
Dit levert de volgende berekening op:
Bruto opbrengst 41.686,97 x € 3,28 = € 136.732,93
Kosten:
- afschrijvingskosten € 500,00 + € 450,00 € 950,00
- inkoop stekken (851 x € 2,85) + (711 x € 2,85) € 4.451,70
- variabele kosten (851 x € 3,33) + (711 x € 3,33) € 5.198,13 – elektriciteitskosten 2 x € 7.000,00
€ 14.000,00+
€ 24.599,83

Voordeel€ 112.133,10

Op grond van al het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat veroordeelde een bedrag van – afgerond – € 112.133,00 aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
Aangezien er geen redenen zijn aangevoerd of gebleken die aanleiding geven tot matiging, zal de rechtbank aan veroordeelde tevens de verplichting opleggen tot betaling van dit bedrag aan de Staat.

Toepassing van de wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
Stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 112.133,00(zegge: honderdtwaalfduizendhonderddrieëndertig euro).

Legt veroordeelde de verplichting op tot betaling van een geldbedrag van€ 112.133,00 (zegge: honderdtwaalfduizendhonderddrieëndertig euro) aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

Deze uitspraak is gegeven door mr. M. Haisma, voorzitter, mr. M.W. de Jonge en
mr. P.H.M. Tapper-Wessels, rechters, bijgestaan door mr. K.A. de Groot, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 oktober 2017.
Mr. K.A. de Groot is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
w.g.
mr. M. Haisma
VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT
mr. M.W. de Jonge
de griffier van de rechtbank Noord-Nederland,
mr. P.H.M. Tapper-Wessels
locatie Groningen,
mr. K.A. de Groot

Voetnoten

1.8615,9 gram henneptoppen die in droognetten lagen te drogen
2.5604,2 gram natte henneptoppen in een vuilniszak
3.gedroogde hennep, deels verpakt in gripzakjes