ECLI:NL:RBNNE:2017:4058
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- A.F. Gerding
- P.H.M. Smeets
- R.J.L. Timmer
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van mishandeling van kinderen door gebrek aan bewijs voor medeplegen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van mishandeling van haar drie kinderen, heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 oktober 2017 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van de mishandelingen. De verdachte had weliswaar bekend dat zij haar kinderen onder de koude douche had gezet en hen een corrigerende tik had gegeven, maar de rechtbank concludeerde dat deze handelingen niet na 13 januari 2010 hadden plaatsgevonden, waardoor deze niet onder de tenlastelegging vielen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had ingegrepen tijdens de mishandelingen gepleegd door de medeverdachte, maar dat dit onvoldoende was om te spreken van medeplegen. De rechtbank benadrukte dat de verdachte als moeder een zorgplicht had om haar kinderen te beschermen, maar dat de officier van justitie had gekozen om geen medeplichtigheid ten laste te leggen. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig bewijs was voor de beschuldigingen.