ECLI:NL:RBNNE:2017:4046
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van brandstichting met het oogmerk om zich of een ander ten nadele van de verzekeraar wederrechtelijk te bevoordelen
Op 23 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van brandstichting met het oogmerk om zich of een ander ten nadele van de verzekeraar wederrechtelijk te bevoordelen. De verdachte, geboren in 1966, werd bijgestaan door haar advocaat mr. F.B. Flooren, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra. De zaak kwam voort uit een brand die op 14 juli 2014 was gesticht in een woning te [pleegplaats], waarbij de verdachte samen met een medeverdachte betrokken was. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de brandstichting, ondanks haar verweer dat zij niet betrokken was bij het plan en geen aandeel had in de brand. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de medeverdachte en andere getuigen, alsook op forensisch bewijs dat op de plaats delict was aangetroffen.
De rechtbank achtte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van twee maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 80 uren opgelegd, met de voorwaarde dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zou worden toegepast. De rechtbank hield rekening met de psychische druk waaronder de verdachte verkeerde en de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak. De verdachte werd ook verplicht om mee te werken aan reclasseringstoezicht en schuldhulpverlening.