Op 16 oktober 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van zijn levensgezel en poging tot moord. De zaak kwam voor de rechtbank na een zitting op 2 oktober 2017, waar de verdachte, geboren in 1989, aanwezig was met zijn advocaat, mr. F.H. Kappelhof. Het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Houwink. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk proberen te doden van de levensgezel door haar van een balkon te gooien, alsook het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en bedreiging. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de poging tot moord, aangezien de verklaringen van getuigen niet voldoende steun boden voor de beschuldigingen. De verdachte werd vrijgesproken van de poging tot moord, maar de rechtbank achtte de mishandeling wel bewezen, gebaseerd op de bekentenis van de verdachte en de verklaring van het slachtoffer. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 60 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling voor de psychische problematiek van de verdachte en toezicht door de reclassering. De rechtbank hield rekening met de multi-problematiek van de verdachte en de impact van zijn gedrag op de levensgezel en hun kind. De uitspraak benadrukt de ernst van huiselijk geweld en de noodzaak van behandeling voor de verdachte.