ECLI:NL:RBNNE:2017:3917
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van verkrachting en ontucht na gebrek aan overtuigend bewijs
Op 16 oktober 2017 heeft de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een man uit Veendam, die werd beschuldigd van verkrachting en ontucht. De rechtbank sprak de verdachte vrij, omdat zij niet de overtuiging had dat hij het ten laste gelegde feit had gepleegd. De zaak was behandeld op de terechtzitting van 2 oktober 2017, waar de verdachte aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.A. Lubbers. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. C.V. van Overbeeke.
De tenlastelegging omvatte onder andere het onverhoeds naar beneden trekken van de onderbroek van het slachtoffer en het seksueel binnendringen van haar lichaam. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd, omdat er weliswaar wettig bewijs was, maar de overtuiging ontbrak dat de verdachte het feit had gepleegd. Dit werd onderbouwd door het feit dat de handschoenen, die mogelijk bij het delict waren gebruikt, pas twee dagen na het incident aan de politie waren overgedragen. Op deze handschoenen waren vaginale cellen van het slachtoffer aangetroffen, maar het was niet uitgesloten dat deze cellen later op de handschoenen waren gekomen.
De verdediging voerde aan dat er ernstige twijfels bestonden over de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer, die zichzelf op cruciale punten tegensprak. De rechtbank oordeelde dat de belangrijkste ondersteuning voor de aangifte de bevindingen van het NFI waren, maar dat de mogelijkheid van contaminatie van DNA niet kon worden uitgesloten. Hierdoor had de rechtbank niet de overtuiging dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd, wat leidde tot de vrijspraak.
Daarnaast had het slachtoffer zich als benadeelde partij gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen kon worden. De vordering kan enkel bij de burgerlijke rechter worden ingediend.