Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2017;
- de mondelinge behandeling van 21 juli 2017 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde producties;
- de pleitnota van [gedaagde] .
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak, die op 2 augustus 2017 door de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man, die eerder met elkaar gehuwd waren. De vrouw, eiseres, vordert dat de man, gedaagde, zijn medewerking verleent aan de verkoop van hun gezamenlijke woonschip, dat zij sinds de echtscheiding in 2016 in eigendom heeft. De vrouw heeft het woonschip verkocht aan derden, maar de man weigert zijn medewerking te verlenen aan de verkoop en ontruiming van het schip. De vrouw stelt dat de man zich negatief heeft opgesteld tijdens bezichtigingen, waardoor potentiële kopers zijn afgehaakt. De man betwist dat de verkoop zonder zijn instemming kan plaatsvinden en voert aan dat hij het schip zelf wil kopen, maar niet in staat is om dit financieel te realiseren.
De voorzieningenrechter overweegt dat de vrouw als enige eigenaar van het woonschip niet afhankelijk is van de medewerking van de man voor de verkoop. De vorderingen van de vrouw om de man te veroordelen tot medewerking aan de verkoop worden afgewezen, omdat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verkoop onder de huidige omstandigheden redelijk is. De man wordt echter wel veroordeeld om het woonschip binnen vier weken te verlaten, met een dwangsom van € 100,- per dag voor het geval hij hieraan niet voldoet. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R. Giltay, met mr. A. Hut als griffier.