Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de primair ten laste gelegde feiten ter zake van beide parketnummers, nu naar zijn mening deze feiten wettig en overtuigend zijn te bewijzen.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde bij parketnummer 18/930228-16 (diefstal met geweld in vereniging), aangezien de herkenning van verdachte op een ondeugdelijke wijze heeft plaatsgevonden. De raadsvrouw heeft tevens betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde bij parketnummer 18/930042-17 (medeplegen poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade). Zij heeft daartoe aangevoerd dat een duidelijke omschrijving van het steekwapen en een letselrapportage ontbreken en dat niet kan worden bewezen dat er een begin van uitvoering was.
Oordeel van de rechtbank
Vrijspraak primaire feit 18/930042-17
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde ter zake van parketnummer 18/930042-17 (medeplegen poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade) niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, nu niet kan worden vastgesteld dat het scherpe voorwerp waarmee is geprikt een deugdelijk middel is om zwaar lichamelijk letsel aan een persoon toe te brengen. Verdachte zal daarom van het primair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Veroordeling primaire feit 18/930228-16 en subsidiaire feit 18/930042-17
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde ter zake van parketnummer 18/930228-16 (diefstal met geweld in vereniging) en het subsidiair ten laste gelegde ter zake van parketnummer 18/930042-17 (medeplegen poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade) wel wettig en overtuigend bewezen.
Betrouwbaarheid van de herkenning 18/930228-16
De rechtbank overweegt met betrekking tot de wijze van herkenning ter zake van parketnummer 18/930228-16 (diefstal met geweld in vereniging) het volgende. De rechtbank acht de herkenning van verdachte en zijn medeverdachte door de aangever en de diverse getuigen voldoende betrouwbaar, mede gelet op de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] , die beiden verklaren dat zij verdachte en zijn medeverdachte hebben zien wegrennen van afdeling F waarop het slachtoffer verbleef. Dat de fotoconfrontatie – die heeft plaatsgevonden in de penitentiaire inrichting direct na het incident – niet zou voldoen aan de regels in het ‘Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek’ doet daaraan niet af, nu deze regels in het onderhavige geval niet van toepassing zijn en bovendien de herkenning door getuige [getuige 1] en de herkenning door getuige [getuige 2] los van die fotoconfrontatie hebben plaatsgevonden. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer [de rechtbank begrijpt: betrouwbaarheidsverweer] van de raadsvrouw met betrekking tot de herkenning van verdachten.
Bewijsmiddelen 18/930228-16 (diefstal met geweld in vereniging)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring ter zake van parketnummer 18/930228-16 (diefstal met geweld in vereniging) redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 juli 2014, opgenomen op pagina 3 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0300-2014057247 d.d. 24 april 2016, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik doe aangifte van diefstal met geweld en zware mishandeling, gepleegd op 17 juli 2014 in Veenhuizen , gemeente Noordenveld. Op 17 juli 2014 was ik in mijn cel op afdeling F in de penitentiaire inrichting. Op een gegeven moment kwamen er twee mannen mijn cel binnenlopen. Dit bleken later [medeverdachte 1] en [verdachte] te zijn. Ik zag dat de man, die later [verdachte] bleek te zijn, de deur van mijn cel dicht deed. Ik zag dat [medeverdachte 1] op mij af kwam lopen. Ik voelde dat ik een hele harde klap op mijn rechteroog kreeg. Ik voelde een hevige stekende pijn. Het volgende moment voelde ik meerdere hevige harde klappen om mijn gezicht en in mijn zij. Ik denk dat ik bij elkaar ongeveer 10 tot 12 klappen heb gehad. Ik hoorde een van de mannen, ik denk [medeverdachte 1] , zeggen: "Geef hier dat horloge!" Dit zei hij tijdens het uitoefenen van het geweld op mij. Ik voelde dat ze het horloge van mijn pols hebben gehaald. Toen ze mijn horloge hadden zijn ze vertrokken. Tijdens de mishandeling was medegedetineerde [getuige 3] ook bij mij in de cel. Hij vertelde mij later dat hij was geschrokken van de kracht waarmee ze op mij insloegen. Hij vertelde mij ook dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] mij heeft geslagen. Vlak daarna zag ik medegedetineerde [getuige 1] . Ik hoorde hem zeggen dat hij de jongens had zien wegrennen. Hij noemde toen de namen [medeverdachte 1] en [verdachte] . [getuige 1] , een bewaarder en ik hebben toen een boek met foto's van de gedetineerden bekeken. Daarin hebben we [medeverdachte 1] en [verdachte] als de personen aangewezen die mij hebben beroofd en mishandeld. Ik had hoofdpijn, stekende pijn rondom het rechteroog, pijn aan de kaak. Tevens had ik last in mijn zij. In het ziekenhuis bleek dat het netvlies van mijn rechteroog is losgelaten. Hiervoor moet ik worden geopereerd. Verder heb ik last van kneuzingen in mijn gezicht.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 9 september 2015, opgenomen op pagina 8 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik heb blijvend aangezichtsverlies aan mijn rechteroog overgehouden. Het netvlies op mijn oog heeft losgelaten en hier ben ik aan geopereerd. Mijn zicht is nog maar 60 procent. Dit komt doordat er tijdens de mishandeling zenuwen geraakt zijn in mijn oog. Ik moet nu jaarlijks op controle komen bij de arts in het UMCG.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 april 2015, opgenomen op pagina 30 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
Ik ben getuige geweest van een mishandeling van [slachtoffer 1] gepleegd door twee mannen in juli 2014 in de PI in Veenhuizen . Ik zag dat de lange man [slachtoffer 1] bij zijn polsen pakte. Ik zag toen dat de kleine man hem meerdere keren met kracht op zijn gezicht sloeg. Ik zag dat hij dit met zijn vuist deed. Ik zag dat het bloed, afkomstig van [slachtoffer 1] , tegen de muur spatte. Ik zag vervolgens dat de klein man stopte met slaan en het horloge van [slachtoffer 1] probeerde los te maken. [slachtoffer 1] had zijn horloge om zijn pols. Ik zag dat iedere keer dat [slachtoffer 1] bijkwam dat de langere man hem zijn vuist, met kracht, in het gezicht sloeg. Volgens mij heeft de lange man [slachtoffer 1] minimaal 2 tot 3 keer geslagen, terwijl de kleine man bezig was met horloge. De kleine man had het horloge. Nadat de lange man [slachtoffer 1] nog een paar klappen had verkocht, zijn zij de cel uitgerend. Het hele gezicht van [slachtoffer 1] zat onder het bloed.
4. Een op schrift gestelde verklaring, op 24 juli 2014 opgemaakt en ondertekend door [getuige 1] , opgenomen op pagina 14 van voornoemd dossier, zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn verklaring:
Ik heb op 17 juli 2014 gezien dat gedetineerde [medeverdachte 1] en gedetineerde [verdachte] op afdeling F naar binnen zijn gegaan en even later hardhollend de afdeling F uitliepen. Nadat zij waren vertrokken heb ik gezien dat gedetineerde [slachtoffer 1] van cel F4 een toegetakeld gezicht had.
5. Een op schrift gestelde verklaring, op 24 juli 2014 opgemaakt en ondertekend door [getuige 2] , opgenomen op pagina 15 van voornoemd dossier, zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn verklaring:
Op 17 juli 2014 zat voor afdeling F. Op een gegeven moment zag ik twee gedetineerden, hard hollend op afdeling F naar buiten rennen. Dit waren gedetineerde [medeverdachte 1] en gedetineerde [verdachte] . Ik weet dit met zekerheid, omdat beiden op de aankomstenafdeling verbleven hebben en ik daar de kamerwacht ben.
6. Een geneeskundige verklaring, op 7 augustus 2014 opgemaakt en ondertekend door J. Stoopendaal, arts, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn/haar verklaring:
Medische informatie betreffende [slachtoffer 1] . Uitwendig waargenomen letsel: forse zwelling rechter oog/jukbeen, bloeduitstorting rechter oog, wondjes in de mond/wang. Er is sprake van gering bloedverlies. Letsel aan rechter oog, mogelijk als gevolg van klap. Oogoperatie een week na incident.
7. Een geneeskundige verklaring, op 28 oktober 2014 opgemaakt en ondertekend door G. Postma, oogarts, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als zijn/haar verklaring:
Betreft: [slachtoffer 1] . Patiënt zagen wij voor de eerste maal op 22 juli 2014 vanwege een
netvliesloslating van het rechteroog met afliggende macula. Anamnestisch is er sprake van een klap op het rechteroog met nadien gezichtsvelduitval passend bij ablatio retinae. Op 30 juli 2014 werd patiënt geopereerd, er werd een vitrectomie verricht.
Bewijsmiddelen 18/930042-17 (medeplegen mishandeling met voorbedachten rade)
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring ter zake van de parketnummer 18/930042-17 redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 23 januari 2017, opgenomen op pagina 19 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2016363811 d.d. 1 februari 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Op 15 december 2016 in Veenhuizen , de gemeente Noordenveldwerd, werd ik door drie mannen gepakt. Eén man was voor mij en twee mannen waren achter mij. Ik werd van achteren beetgepakt en geslagen. Voor mij zag ik iemand stekende bewegingen maken in mijn richting. Ik ken ze wel. U laat mij foto’s zien van de drie verdachten zien. De persoon of foto 1 ( [medeverdachte 2] ) was de persoon met het mes. Hij maakte stekende bewegingen in mijn richting en raakte mij een keer op mijn arm. De persoon op foto 2 ( [verdachte] ) was ook bij de vechtpartij. Hij was achter mij en schopte mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 januari 2017, opgenomen op pagina 14 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
Ik heb een rapport gemaakt waaruit blijkt dat betrokkene [slachtoffer 2] op 15 december 2014 in Veenhuizen was aangevallen door verdachten [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] . Verdachte [medeverdachte 2] maakte stekende bewegingen naar betrokkene [slachtoffer 2] met een zelfgemaakt steekwapen en de verdachten [medeverdachte 3] en [verdachte] sloegen en schopten de betrokkene. Op de bij dit verhoor gevoegde foto is het steekwapen te zien. Het is gemaakt van een stukje wasrek met tape er om heen. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] liepen met z'n drieën richting [slachtoffer 2] . [medeverdachte 2] begon direct te steken en [medeverdachte 3] en [verdachte] begonnen direct te schoppen en te slaan.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal bevindingen d.d. 18 januari 2017, opgenomen op pagina 4 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van [naam] :
Op 15 december 2016 werd er een rapportage gemaakt door rapporteur dhr. [getuige 4] . Deze rapportage is gevoegd bij dit proces-verbaal en onderdeel van het onderzoek.
Op 15 december 2016 zag ondergetekende [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] via de centrale hal richting de afdeling lopen. Gedetineerden stelden zich tegenover de uitgang van de afdeling op en stonden duidelijk te wachten op iemand. Op het moment dat gedetineerde [slachtoffer 2] van de afdeling de centrale hal in kwam lopen, stapten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] op gedetineerde [slachtoffer 2] af. Kort hierop zag ondergetekende [slachtoffer 2] achteruit lopen door de deur richting de binnenplaats. Gedetineerde [medeverdachte 3] en [verdachte] pakten gedetineerde [slachtoffer 2] vast waarbij gedetineerde [medeverdachte 2] op gedetineerde [slachtoffer 2] met een zelfgemaakt steekwapen instak. Gedetineerde [medeverdachte 2] bleef op gedetineerde [slachtoffer 2] insteken terwijl gedetineerden [medeverdachte 3] en [verdachte] op gedetineerde [slachtoffer 2] insloegen en schopten.