ECLI:NL:RBNNE:2017:3748

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2017
Publicatiedatum
2 oktober 2017
Zaaknummer
18/730568-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en geweld tegen een kwetsbaar slachtoffer door twee mannen

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 2 oktober 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 42-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd. De zaak betreft een 19-jarig slachtoffer dat gedurende enkele maanden in de woning van de medeverdachte verbleef en verslaafd raakte aan (base)cocaïne. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte en zijn mededader het slachtoffer meermalen hebben verkracht, waarbij het slachtoffer onder invloed van drugs was en zich in een kwetsbare positie bevond. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer, die ondersteund werden door getuigen, als betrouwbaar beoordeeld. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar zijn verklaringen werden als ongeloofwaardig bestempeld. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 2.000,00 toegewezen aan het slachtoffer, die zich als benadeelde partij had gevoegd in het proces.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730568-16
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 oktober 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 september 2017.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. A.A. Scholtmeijer, advocaat te Heerenveen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. M.S. Kappeijne van de Coppello.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2014 tot en met 24 oktober 2014 te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 1995) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer, handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel, binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader en/of alleen (onder meer)
- zijn penis en/of vingers in de vagina van die [slachtoffer] geduwd, gebracht en/of
- met zijn tong in haar oksel gelikt
en bestond dat geweld of die andere feitelijkheid en/of de bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid hierin (onder meer) dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader en/of alleen
- die [slachtoffer] meermalen heeft geslagen met een riem en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt (zodat ze niet meer los kon komen) en/of haar kleren heeft uitgetrokken en/of bovenop haar is gaan liggen en/of
- gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat ze weggelopen was van huis en zich in een woning bevond bij de medeverdachte waar ze steeds onder invloed was van drugs en/of
- een agressieve houding aannam tegenover die [slachtoffer] (waardoor zij zich niet durfde te verzetten) en/of
- fysiek overwicht had op die [slachtoffer] en/of overwicht had door het verschil in leeftijd.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het ten laste gelegde gevorderd. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft verklaard dat zij meermalen door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) is verkracht in de periode dat zij in de woning van [medeverdachte] verbleef. De verklaringen van [slachtoffer] worden op verschillende punten ondersteund door de verklaringen van [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ), [getuige 2] , [getuige 3] en [getuige 4] . Op grond van voornoemde verklaringen kan het meermalen medeplegen van verkrachting wettig en overtuigend bewezen worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte ontkent seks met [slachtoffer] te hebben gehad en dat de verklaringen van [slachtoffer] onbetrouwbaar zijn omdat zij - kort gezegd - ten tijde van het ten laste gelegde continu onder invloed van drugs was en zich niet alles kan herinneren. Voorts worden de verklaringen van [slachtoffer] onvoldoende ondersteund door andere verklaringen. [slachtoffer] heeft verklaard over een tweetal verkrachtingen door verdachte. Bij de eerste verkrachting waren [getuige 1] en [medeverdachte] aanwezig. De verklaringen van [slachtoffer] en [getuige 1] hieromtrent komen echter niet overeen, bijvoorbeeld als het gaat om het gebruik van een riem. Deze verkrachting kan dan ook niet wettig en overtuigend bewezen worden. Datzelfde geldt voor de tweede verkrachting, nu daar geen getuigen bij aanwezig waren.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] .
Het enkele feit dat [slachtoffer] heeft aangegeven dat zij continu onder invloed was in de ten laste gelegde periode en zich niet alles goed kan herinneren, maakt haar verklaringen op zichzelf niet onbetrouwbaar. Dat geldt evenmin voor de aanwezigheid van (kleine) verschillen tussen de verklaringen van [slachtoffer] en [getuige 1] . De verschillen kunnen immers te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, al dan niet versterkt onder invloed van drugs of emoties.
De rechtbank constateert dat [slachtoffer] - kort samengevat - het volgende heeft verklaard. In 2014 kwam [slachtoffer] voor het eerst bij [medeverdachte] thuis. Zij ging erheen samen met [getuige 1] en in de woning was verdachte ook aanwezig. [slachtoffer] gebruikte voor het eerst basecoke, waardoor ze helemaal van de wereld was, en uiteindelijk is ze met [getuige 1] , [medeverdachte] en verdachte in bed beland. [slachtoffer] wilde geen seks met verdachte (die door haar en [getuige 1] " [verdachte] " werd genoemd), maar dit gebeurde toch omdat het hardhandig werd en [medeverdachte] en verdachte zo dominant waren. [slachtoffer] werd geslagen en bij de keel gepakt. [getuige 1] werd ook geslagen door [medeverdachte] .
[slachtoffer] raakte verslaafd aan de basecoke en verbleef - met een onderbreking van enkele dagen - een aantal maanden bij [medeverdachte] en verdachte in de woning. Daar kreeg ze drugs en werd ze met regelmaat verkracht door [medeverdachte] . Verdachte wilde regelmatig "meedoen" als [medeverdachte] seks met [slachtoffer] had, maar dit werd doorgaans niet toegestaan door [medeverdachte] .
De keer dat [medeverdachte] het wel toestond, werd [slachtoffer] door verdachte verkracht.
Uiteindelijk werd [slachtoffer] door tussenkomst van de politie uit de woning van [medeverdachte] gehaald. Ze was toen zwaar verslaafd en zat onder de blauwe plekken.
De verklaringen van [slachtoffer] worden op essentiële onderdelen ondersteund door de verklaringen van [getuige 1] . [getuige 1] heeft ten aanzien van de eerste avond van [slachtoffer] bij [medeverdachte] en verdachte net als [slachtoffer] verklaard dat zij samen met [slachtoffer] bij [medeverdachte] en verdachte thuis is geweest en dat zij met z'n vieren seks hebben gehad. Ook heeft zij verklaard dat de seks erg hardhandig was, dat [slachtoffer] en zij werden geslagen en dat [slachtoffer] bij de keel werd gepakt. [getuige 1] heeft voorts verklaard dat [slachtoffer] duidelijk aan [medeverdachte] en verdachte kenbaar maakte dat zij het niet leuk vond en het niet wilde, maar dat [medeverdachte] hierom lachte en gewoon doorging.
De verklaringen van [slachtoffer] (en [getuige 1] ) vinden bovendien steun in de verklaringen van [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 2] . [getuige 3] heeft onder andere verklaard dat zij door [medeverdachte] ook was uitgenodigd voor "een seksfeestje" met [slachtoffer] , [getuige 1] , [medeverdachte] en verdachte, maar dat zij is weggegaan. Ook heeft [getuige 3] verklaard dat zij van [medeverdachte] heeft gehoord dat hij verdachte een keer naar [slachtoffer] heeft gestuurd om seks met haar te hebben. [getuige 4] heeft verklaard dat ze op foto's heeft gezien dat [medeverdachte] , verdachte en [slachtoffer] aan de drugs zaten en dat ze weet dat verdachte [slachtoffer] "moest beseksen". [getuige 2] is de moeder van [slachtoffer] en heeft verklaard dat [slachtoffer] onder de blauwe plekken zat toen ze door de politie bij [medeverdachte] uit huis werd gehaald. [slachtoffer] heeft haar ook verteld dat [medeverdachte] haar, [slachtoffer] , wilde laten verkrachten door een ander.
De ontkenning van verdachte dat hij ooit seks met [slachtoffer] heeft gehad, alsmede zijn verklaring dat hij is weggegaan toen [getuige 1] en [slachtoffer] voor het eerst bij [medeverdachte] thuiskwamen, vindt geen enkele steun in het dossier en is gelet op de hiervoor genoemde verklaringen ongeloofwaardig. Alles overwegend verwerpt de rechtbank de gevoerde verweren en zal de rechtbank het ten laste gelegde bewezen verklaren.

Bewijsmiddelen

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2016, opgenomen op pagina 799 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRCC16016-ULWARTH d.d. 16 maart 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
[getuige 1] en ik zijn toen naar een feestje gegaan bij [medeverdachte] in de woning. Er waren drugs op dat feestje. Dat feestje is geëindigd met dat wij met zijn vieren in bed beland zijn. Dit waren [medeverdachte] , [getuige 1] , [verdachte] (
de rechtbank begrijpt: verdachte) en ik. Ik gebruikte op dat moment zelf ook drugs maar ik gebruikte tot dat moment geen basecoke. Mijn situatie was op dat moment niet heel stabiel. Als je voor de eerste keer basecoke gebruikt, ben je helemaal van de wereld.
Wij zijn die hele nacht doorgegaan, tot de volgende dag ‘s middags of misschien wel ‘s avonds laat. Ik ben uiteindelijk 2, 3 of 4 maanden bij [medeverdachte] geweest. Wij gebruikten de hele tijd drugs en we hadden regelmatig seks. Ik ging steeds drugs gebruiken om alles maar te vergeten. [medeverdachte] had altijd losse handjes. Ik heb ook wel seks met [medeverdachte] gehad tegen mijn wil maar als ik nee zei dan ging [medeverdachte] gewoon door. [medeverdachte] bond mijn benen ook wel vast op bed. Ik had in die tijd wel blauwe plekken op mijn borst van hem. Wij gebruikten altijd drugs. Meestal gebruikten wij base-coke. Wij baseden heel veel in die tijd.
Ik heb ook meerdere keren seks tegen mijn wil met die [verdachte] gehad. Ik had niet altijd seks met hem maar hij raakte mij wel altijd aan. Als [medeverdachte] en ik seks hadden dan kwam die [verdachte] daar heel vaak bij in de slaapkamer. Ik moest dan ook wel seks met die [verdachte] hebben maar ik wilde dat niet. De ene keer deed [medeverdachte] alsof hij aan mijn kant stond en zei dan dat die [verdachte] weg moest gaan omdat hij toch wel kon zien dat ik geen seks met hem wilde. Een andere keer wilde [medeverdachte] dat ik seks mei die [verdachte] had of hij stond dit gewoon toe.
Nadat ik bij [medeverdachte] weg was, was ik gewoon een levend lijk. Ik was een junk.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 25 november 2016, opgenomen op pagina 804 van voornoemd het dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Ik was toen niet echt gelukkig en een makkelijk doelwit. Ik had een jaar bij mijn zus gewoond omdat ik voor die tijd wel eens aan de drugs zat en mijn moeder daarachter was gekomen. (..)
[verdachte] probeerde mij ook elke keer... hij heeft mij ook een keer verkracht. Hij kwam er steeds bij. Hij wou gewoon meedoen. De ene keer zei [medeverdachte] :" Ja kom maar" en de andere keer niet. Hij heeft mij gewoon helemaal psychisch gemanipuleerd.
V: Wie deed dat?
A: [medeverdachte] en voor die [verdachte] was ik bang. Daar durfde ik bijna niks.... voor [medeverdachte] was ik ook bang, die sloeg mij ook, maar die [verdachte] was heel onberekenbaar.
V: Die [verdachte] , die is er dan ook bij betrokken en je zegt: hij heeft mij op een gegeven moment ook verkracht. Hoe is dat gegaan?
A: Nou [medeverdachte] ging op de wc zitten en we hadden een code. Mijn ex heette [naam] . Ik moest " [naam] I love you" zeggen als het echt verkeerd ging, want dan kwam hij eraan. Maar hij deed net alsof hij er niet was en hij kwam maar niet en ik maar schreeuwen van: help, help, ik wil niet. Nou ja, zo is dat gebeurd.
V: Maar wat gebeurde er dan dat jij het code woord riep?
A: Die [verdachte] wou wat met mij doen. Ik zat in de kamer en die [verdachte] kwam eraan en ging mij op bed vast pakken en zat aan plaatsen waar hij niet aan hoort te komen. En hij likt onder mijn oksel heel vreemd en hij deed heel eng.
V: Hoe ver is die [verdachte] gegaan?
A: Met verkrachten? Hij heeft alles wel gedaan tegen mijn wil. Hij pakte me gewoon vast en begon gewoon. Hij ging eerst onder mijn oksel likken. Nou en toen ging hij mij vingeren en zo en toen ging hij door en ja, hoe zeg je dat. Hij had dus ook seks met mij. Ik zei de hele tijd: ik ga naar het toilet en kom wel terug. Nee, nee.
V: Op welk moment heb jij het code woord geroepen?
A: Meteen al. Ik riep: "help, help" en ik riep [medeverdachte] en toen later dacht ik: [naam] I love you, toen heb ik dat geroepen.
Ik was er toen al een tijdje hé. Ik was alleen maar onder invloed, elke dag. De hele dag door.
V: Nou, [verdachte] komt bij jou in de slaapkamer en jij hebt een trainingsbroek aan en een hemdje. Wie trekt dat uit?
A: Ja, ik niet. Ik wou niet. Dat heb ik niet zelf uitgetrokken. Hij heeft dat uitgetrokken.
Hij begon, trok mijn kleren uit, begon onder mijn oksel te likken, begon mij te vingeren en toen wou hij seks met mij. Ik stribbelde een beetje tegen van "ik wil niet" en "nee" en ik begon te roepen van "help [medeverdachte] ", maar toen begon hij toch, toen hadden we toch seks tegen mijn wil. Ik lag op mijn rug en hij lag erboven op. De piemel in de vagina.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Het vond volgens mij allemaal plaats in 2014. Het kwam die eerste keer meteen van seks, tussen ons vieren; [medeverdachte] , [verdachte] , [getuige 1] en mij. Er werd ook van partner gewisseld. Dat wilde ik eigenlijk niet. [getuige 1] en ik gingen allebei voor [medeverdachte] . Ik wilde dus wel met [medeverdachte] , maar niet met [verdachte] . Hij deed heel vreemd en ik voelde me niet tot hem aangetrokken. Ik was toen onder invloed van drugs, volgens mij had ik wiet en voor het eerst basecoke gehad. Aan basecoke raak je eigenlijk meteen verslaafd. U vraagt mij waarom ik het toch met [verdachte] heb gedaan. Het werd wel een beetje hardhandig allemaal. Ik bedoel dat [medeverdachte] en [verdachte] wel heel dominant waren. Toen [medeverdachte] met [getuige 1] was, sloeg hij haar steeds op haar hoofd. [verdachte] pakte mij steeds bij de keel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 16 maart 2017, opgenomen op pagina 4 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
In oktober 2014 heeft het Mensenhandel Interventie Team een onderzoek ingesteld naar [slachtoffer] . Zij was door haar moeder als vermist opgegeven en het vermoeden bestond dat zij bij [medeverdachte] verbleef. Er werd een "instap" in de woning van [medeverdachte] gedaan, waarbij [slachtoffer] werd aangetroffen. Zij verkeerde duidelijk onder invloed van verdovende middelen. In de woning werd tevens [verdachte] aangetroffen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 oktober 2014, opgenomen op pagina 488 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
Op maandag 6 oktober 2014 spraken verbalisanten met [getuige 1] . Tijdens deze verklaring gaf zij aan dat zij enige weken a maanden geleden tegen haar wil seks heeft gehad met een man die zij kent als [naam] (
de rechtbank begrijpt: verdachte). Ook gaf de getuige aan dat zij onder andere op 30 augustus 2014 onder invloed van drugs tegen haar wil seksuele handelingen had gedaan. Zij had die dag samen met [slachtoffer] seksuele handelingen verricht.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 24 januari 2017, opgenomen op pagina 528 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
V:Wat gebruikte jullie dan?
A: Coke. Snuiven, roken, basen.
V: Wat heb jij gezien wat die [verdachte] en [medeverdachte] met [slachtoffer] hebben gedaan?
A: Ja, alles. Ik heb gezien dat ze werd geslagen met een riem, die [verdachte] volgens mij.
Dat is heel vernederend. Heel grof, ik kan dat niet uitleggen.
V: Wat is die [verdachte] voor man?
A: Die spoort niet, die is echt niet lekker. In het begin was hij wel normaal, maar dat kwam van die rotzooi waar hij aan zat. Hij is echt niet goed.
V: Gewelddadig?
A: Ja.
V: En wat ie met [slachtoffer] gedaan heeft, is dat één keer gebeurd of wel vaker?
A: Eén keer was het wel erg.
V: Erger dan andere keren?
A: Ja. Op seksgebied. Toen sloeg ie haar met een riem. Daar was ik bij.
V: [slachtoffer] vertelde dat één van de eerste keren dat zij met jou bij hun was, zijn jullie aan de drugs gegaan en toen is er ook seks geweest, met z'n vieren, daar was die [verdachte] ook bij.
A: Ja, dat was toen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Ik heb wel gezien dat [medeverdachte] [slachtoffer] stevig aanpakte, zowel tijdens de seks als buiten de seks om. Hij sloeg [slachtoffer] dan. Dat was in haar gezicht, maar eigenlijk overal. Dat heb ik gezien. Ik heb ook gezien dat [slachtoffer] blauwe plekken had op haar borst. [medeverdachte] was zowel gewelddadig tijdens de seks als ook buiten de seks om. Ik heb alleen tijdens die ene keer dat wij met zijn vieren seks hadden, gezien dat [medeverdachte] en [slachtoffer] seks met elkaar hadden. Dat was niet helemaal tegen haar zin. Ik bedoel daarmee dat ik zag dat het in het begin niet tegen de zin van [slachtoffer] was, maar later zag ik wel dat [slachtoffer] het niet meer leuk vond. Dat zei [slachtoffer] tegen [medeverdachte] en ik hoorde dat. Zij zei dan dat ze het niet leuk vond. Dat had te maken met de manier waarop [medeverdachte] seks met haar had. Ik bedoel daarmee: de hardhandige seks. De officier van justitie vraagt hoe [medeverdachte] daarop reageerde. Hij lachte daar om.
Ik kreeg de indruk dat het hem niet zoveel uitmaakte. De manier waarop hij seks met haar had, werd dan niet anders. Het ging gewoon door. Ik zag wel dat [slachtoffer] dat écht niet leuk vond. [slachtoffer] heeft dat aan [medeverdachte] heel duidelijk aangegeven. U houdt mij voor dat ik bij de politie heb verklaard dat de seks één keer heel erg was voor [slachtoffer] . Dat was de keer toen wij seks met zijn vieren hadden. Ik heb toen gezien dat [verdachte] [slachtoffer] sloeg met een riem.
Ik heb gezien dat [medeverdachte] [slachtoffer] met de vlakke hand sloeg. Hij kneep haar ook hardhandig.
De raadsvrouw vraagt mij op welk moment [slachtoffer] tegen [medeverdachte] tijdens de seks vroeg om op te houden. Dat was die ene keer toen wij met zijn vieren seks hadden. Dat heeft ongeveer een
hele dag of een hele nacht of een hele dag en een nacht geduurd. Toen heeft [medeverdachte] [slachtoffer]
meerdere keren bij haar keel gegrepen. [slachtoffer] heeft aangegeven dat zij dat niet wilde. Zij zei
dan letterlijk: “Dit wil ik niet”. Op het moment dat [verdachte] [slachtoffer] met een riem sloeg, heeft [slachtoffer] ook aangegeven dat zij dat niet wilde. [slachtoffer] zei dit tijdens de klappen met de riem die zij kreeg.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 3 mei 2016, opgenomen op pagina 112 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
[slachtoffer] was helemaal in de ban van [medeverdachte] . Ik weet dat die [verdachte] haar ook gewoon moest be-seksen zeg maar. Ik heb wel foto's gezien van hun dat ze samen aan de drugs zaten enzo. [medeverdachte] begon toen echt met die zware drugs. Met roken en basen. Ik zag ook op foto's dat zij dat deden.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2016, opgenomen op pagina 538 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant(en):
[getuige 3] deelde mede:
Dat er een meisje genaamd [slachtoffer] en een [getuige 1] bij [medeverdachte] thuis kwamen;
Dat met name [slachtoffer] heel erg verliefd op [medeverdachte] was en hem ook erg claimde;
Dat [medeverdachte] onder andere die [slachtoffer] aan de crackpijp heeft geholpen;
Dat [medeverdachte] samen met [verdachte] , [getuige 1] en [slachtoffer] een seksfeestje had;
Dat [medeverdachte] haar vroeg om ook mee te doen maar dat zij dit niet wilde en weg is gegaan;
Dat [medeverdachte] [verdachte] een keer naar [slachtoffer] had gestuurd om seks met [slachtoffer] te hebben;
Dat die [verdachte] met elke vrouw daar in huis wel seks wilde en ook daarvoor benaderde.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor door de rechter-commissaris d.d. 12 juli 2017, inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
[medeverdachte] gaf [slachtoffer] een klap met de vlakke hand in haar gezicht. Zij deed niets terug.
[slachtoffer] was echt verliefd op hem. Hij had haar helemaal in de tang. Hij zette haar aan de crack. Ik heb gezien dat hij [slachtoffer] een crackpijp aanbood en dat zij toen ging roken. [medeverdachte] vertelde mij dat [verdachte]
(de rechtbank begrijpt: verdachte)[slachtoffer] had weggebracht en dat ze seks hadden gehad. Ik begreep dat [verdachte] aan [medeverdachte] had gevraagd om seks te hebben met [slachtoffer] als tegenprestatie voor het feit dat hij haar weg moest brengen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 28 september 2016, opgenomen op pagina 694 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
Ik heb [slachtoffer] bij [medeverdachte] weggehaald. [slachtoffer] zat daar zo stoned als een garnaal en hij was ook gewoon niet fris. Daarna is die inval bij [medeverdachte] geweest. Toen had ik [slachtoffer] ook weer terug. [slachtoffer] zat onder de blauwe plekken, dat had ik wel gezien en was heel erg dun.
Laatst heeft ze me verteld dat [medeverdachte] haar zo had geslagen op haar borst. En dat hij haar wou laten verkrachten en nog veel meer.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van inverzekeringstelling d.d. 12 september 2016, opgenomen op pagina 187 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende:
Achternaam: [medeverdachte]
Voornaam: [medeverdachte]
Geboren: [geboortedatum] 1976

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 12 mei 2014 tot en met 24 oktober 2014 te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, door geweld en een andere feitelijkheid, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] 1995, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden mede bestonden uit het seksueel, binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader
- zijn penis en vingers in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en
- met zijn tong in haar oksel gelikt
en bestond dat geweld en die andere feitelijkheid hierin onder meer dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader
- die [slachtoffer] meermalen heeft geslagen met een riem en
- die [slachtoffer] heeft vastgepakt zodat ze niet meer los kon komen en haar kleren heeft uitgetrokken en bovenop haar is gaan liggen en
- gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie waarin die [slachtoffer] zich bevond, doordat ze weggelopen was van huis en zich in een woning bevond bij de medeverdachte waar ze steeds onder invloed was van drugs en
- fysiek overwicht had op die [slachtoffer] en overwicht had door het verschil in leeftijd.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte reclasseringsrapportage d.d. 27 februari 2017, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 2 juni 2017, alsmede de vordering van de officier van justitie. De rechtbank heeft tevens acht geslagen op de oriëntatiepunten voor de straftoemeting.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen verkrachten van een jonge vrouw. Het slachtoffer verbleef gedurende enkele maanden in de woning van de mededader, alwaar verdachte ook verbleef, en was verslaafd (geraakt) aan door de mededader verstrekte (base)cocaïne. Verdachte heeft tot tweemaal toe tegen de wil van het slachtoffer seks met haar gehad. De eerste keer vond plaats samen met de mededader, waarbij zij zich beide gewelddadig gedroegen. Verdachte en zijn mededader waren respectievelijk 39 en 37 jaar oud ten tijde van de eerste verkrachting, terwijl het slachtoffer net 19 jaar oud was. De tweede keer was verdachte alleen met het slachtoffer, nadat hij hiervoor toestemming van de mededader had gevraagd. Toen het slachtoffer aangaf niet te willen en om hulp riep, had verdachte hier geen boodschap aan en greep de mededader niet in.
Verdachte heeft op agressieve en indringende wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Zij zag zich geconfronteerd met twee (samenwerkende) mannen die een stuk ouder waren dan zij, die zich volkomen respectloos gedroegen en zich niets gelegen lieten aan haar recht op zelfbeschikking.
De verkrachtingen zijn door het slachtoffer als traumatisch ervaren. Het slachtoffer moet de herinneringen en de psychische last daarvan nog jarenlang dragen.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, niet eerder in Nederland is veroordeeld en dat hij blijkens het reclasseringsrapport en hetgeen hij ter terechtzitting naar voren heeft gebracht zijn leven thans op orde lijkt te hebben. Hij heeft een baan en een stabiele relatie.
Gelet op de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer is de rechtbank echter van oordeel dat enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend is. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf voor de duur van drie jaren passend en geboden is.

Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Gevorderd wordt een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde. De rechtbank slaat er acht op dat de schade is ontstaan gedurende een periode van een aantal maanden waarin [slachtoffer] bij de medeverdachte in de woning heeft verbleven en met regelmaat door hem en tweemaal (mede) door verdachte werd verkracht. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 5.000,00 passend gelet op hetgeen [slachtoffer] in deze periode heeft moeten meemaken.
De rechtbank is echter van oordeel dat het aandeel van verdachte in het ontstaan van de schade bij [slachtoffer] beperkter is dan het aandeel van de medeverdachte. De rechtbank zal daarom de vordering hoofdelijk toewijzen tot een bedrag van € 2.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2014. De rechtbank zal de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaren, nu de rechtbank enkel de medeverdachte hiervoor aansprakelijk acht.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.

Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2014, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer]te betalen een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2014, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 30 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat indien verdachte of zijn mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer]daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.V. Nolta, voorzitter, mr. O.J. Bosker en mr. M.B. de Wit, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 oktober 2017.