ECLI:NL:RBNNE:2017:3716
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hennepzaak na onvoldoende bewijs
Op 28 september 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen van hennepplanten. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 18/730225-15, volgde op een terechtzitting die plaatsvond op 14 september 2017. De verdachte, geboren in 1984, was aanwezig en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A. Speksnijder. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. H.J. Mous.
De tenlastelegging omvatte verschillende beschuldigingen met betrekking tot het oprichten, onderhouden en verzorgen van een hennepteelt in een pand te Drachten, in de periode van 1 april 2014 tot en met 24 juni 2014. De officier van justitie eiste een veroordeling, maar zowel de officier als de verdediging pleitten voor vrijspraak. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M. Haisma, en de rechters mr. M.W. de Jonge en mr. P.H.M. Tapper-Wessels. Het vonnis werd uitgesproken in het openbaar, waarbij mr. K.A. de Groot als griffier optrad.