Eigen waarneming:
Uit eigen waarneming herkende ik, verbalisant, deze aangetroffen en in beslag genomen
plantendelen qua vorm, kleur en geur, als zijnde delen van hennepplanten.
Ik zag dat het hier om de vrouwelijke hennepplant ging. Ik zag dit aan de toppen, die ik aantrof in de resten van de hennepplanten.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen betreffende aantreffen hennep d.d. 25 juni 2014, opgenomen op pagina 337-338 (deel 1 algemeen dossier) van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam] , inspecteur van politie:
Ik heb een onderzoek ingesteld in het bijgebouw op het perceel aan de [straatnaam] te [pleegplaats 1] . De ramen van dit gebouw waren afgeplakt, waardoor het niet mogelijk was om naar binnen te kijken. In de directe nabijheid van de woning en het bijgebouw rook ik een henneplucht. In het bijgebouw trof ik de verdachte [medeverdachte 1] aan en rook ik een sterke henneplucht. In het grote vertrek beneden stonden vier grijze watertonnen met daarin vuilniszakken met resten van hennepplanten. De toppen waren uit deze hennepplanten geknipt, maar er zaten nog wel resten van bladeren aan deze planten. In een vijfde waterton, blauw van kleur, zat een wit visnet met daarin gedroogde henneptoppen. Achter deze tonnen zag ik een verkleurde koolstoffilter staan. Verder werden daar twee scharen met daarop hennepresten aangetroffen. Op de zolderverdieping was tegen de achtergevel met houten latten een constructie gebouwd waartussen fijnmazige lappen stof horizontaal waren gespannen. Op deze lappen stof lagen henneptoppen. In een grote, grijze vuilniszak die voor de houten constructie op de grond lag, zaten nog meer henneptoppen.
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring dat het henneptoppen waren. De toppen zagen er qua kleur en vorm uit als hennep en ze roken ook naar hennep. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met als bijlage een lijst met in beslag genomen goederen d.d. 7 juli 2014, opgenomen op pagina 264-269 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant [naam] , inspecteur van politie:
In een kamer op de bovenverdieping werd een schoenendoos met zakjes hennep en een zak met hennep aangetroffen en in beslag genomen.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2014, opgenomen op pagina 345-346 van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten [naam] , hoofdagent van politie, en [naam] , medewerker van politie:
Onderzoek naar het gewicht van de henneptoppen, welke zijn aangetroffen tijdens de huiszoeking op de [straatnaam] te [pleegplaats 1] .
TOTAAL GEWICHT AAN HENNEPTOPPEN
- gedroogde hennep, deels verpakt in gripzakjes (171,8+29,7) = 201,5 gram
- natte henneptoppen in de aangetroffen vuilniszak = 5604,2 gram
- henneptoppen die in de droognetten lagen te drogen = 8615,9 gram
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit de hierboven opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat:
- verdachte een deel van het bedrijfspand aan [straatnaam] te Drachten heeft verhuurd in de wetenschap dat er een hennepkwekerij in zou komen;
- verdachte opdracht heeft gegeven – onder andere aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] – tot het verrichten van werkzaamheden die verband houden met de inrichting van dit deel van de ruimte voor hennepteelt en ook zelf aanwezig is geweest bij het plaatsen van de wanden;
- verdachte op eigen initiatief toezicht heeft gehouden op het pand via een camerasysteem;
- verdachte diepgaande kennis heeft over allerlei zaken met betrekking tot hennepteelt, waaronder de verschillende soorten hennep, de verschillende kweekcycli die daarbij horen, de prijzen en opbrengsten die ermee zijn gemoeid, eisen die worden gesteld aan installatie en de techniek ten behoeve van de teelt;
- de hennep van het soort Haze na het rooien daarvan op de vrijdag of zaterdag voordat verdachte werd aangehouden, op initiatief van verdachte naar zijn woning en het bijgebouw op het perceel te [pleegplaats 1] is gebracht;
- in ieder geval een deel van deze hennep bij de doorzoeking op 24 juni 2014 in de woning van verdachte en het op hetzelfde perceel staande bijgebouw is aangetroffen;
- in de woning van verdachte dan wel in het daarbij horende bijgebouw, hennepplanten zijn geknipt, gedroogd en/of verpakt;
- verdachte, op het moment dat hem duidelijk werd dat de politie de hennepkwekerij in het bedrijfspand had aangetroffen, [medeverdachte 1] opdracht heeft gegeven de hennep die lag te drogen in het bijgebouw van zijn woning te verstoppen in tonnen;
- verdachte zelf ook gedroogde hennep heeft afgewogen, verdeeld en in gripzakjes heeft gestopt.
Hoewel niet is komen vast te staan dat verdachte de hennepplanten in het bedrijfspand zelf heeft verzorgd gedurende de teelt, is de rechtbank op grond van bovenstaande omstandigheden, in onderling verband beschouwd, van oordeel dat de bijdrage van verdachte aan de hennepteelt in de periode van 1 april 2014 tot en met 24 juni 2014 in het bedrijfspand van voldoende gewicht is geweest om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen bij het opzettelijk telen van de 851 hennepplanten. Uit zijn bemoeienissen bij de opbouw van de kwekerij, het op eigen initiatief toezicht houden op de kwekerij en het eveneens op eigen initiatief vervoeren van de geoogste hennepplanten naar (een bijgebouw van) zijn eigen woning om deze daar te drogen, leidt de rechtbank af dat verdachte een veel grotere betrokkenheid bij en zeggenschap over de hennepkwekerij heeft gehad dan verdachte heeft willen doen voorkomen. De rechtbank overweegt daarbij dat zij het onaannemelijk acht dat verdachte, zoals hij heeft verklaard, hennep van een ander ongevraagd en zonder dat daar enige tegenprestatie tegenover zou staan, naar (een bijgebouw van) zijn eigen woning zou vervoeren om de hennep daar te laten drogen.
Dat verdachte een en ander onder dwang zou hebben gedaan, acht de rechtbank evenmin aannemelijk geworden nu het dossier geen enkel aanknopingspunt bevat die deze stelling zou kunnen onderbouwen, terwijl verdachte bij de politie juist heeft verklaard dat hij zelf de regie wilde houden over de hennepteelt. Nu door of namens verdachte op geen enkele wijze is geconcretiseerd en verifieerbaar gemaakt dat sprake is geweest van dwang, gaat de rechtbank aan die stelling van verdachte voorbij.
Ten aanzien van het onder 3 primair ten laste gelegde
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juli 2014, opgenomen op pagina 672 (deel 2 algemeen dossier) van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisanten [naam] en [naam] , beiden brigadier van politie:
Op dinsdag 1 juli 2014 deden wij onderzoek aan een onder verdachte inbeslaggenomen caravan van het merk Burstner Belcanto met kenteken [nummer] . Op de rechter as van deze caravan stond het chassisnummer [nummer] .
Bij het natrekken van dit chassisnummer bleek dat deze caravan als gestolen stond geregistreerd en dat bij dit chassisnummer het kenteken [nummer] hoorde.
Het kenteken [nummer] bleek op naam van [naam] staan en te horen bij een caravan van het merk Burstner met als chassisnummer [nummer] .
Na contact te hebben opgenomen met [naam] verklaarde deze dat zijn caravan met kenteken [nummer] in Oostenrijk stond. Gezien deze feiten bleken valse kentekenplaten op de onder verdachte in beslag genomen caravan te zitten.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juni 2011, opgenomen op pagina 659 van genoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Tussen 6 en 8 juni 2011 is mijn caravan, een Burstner Belcanto met het kenteken [nummer] en chassisnummer [nummer] , gestolen.
Deze stond in een loods aan de [straatnaam] te Hillegom, die is afgesloten met een ketting en een hangslot. Het terrein waar de loods staat, is afgesloten met een groot elektrisch hek. Een medewerker van [naam bedrijf] heeft mijn caravan op 6 juni 2011 nog zien staan. Op 8 juni 2011 constateerde een van de medewerkers van [naam bedrijf] dat het slot van de loods was open gebroken en dat mijn caravan weg was.
3. De door verdachte op de terechtzitting van 14 september 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik heb de caravan in bruikleen gekregen van een klant van wie ik nog geld kreeg. Ik wil niet vertellen wie dat was. Hij was mij een bedrag van € 7.200,-- verschuldigd. De caravan was ongeveer € 18.000,-- waard. Ik heb geen kentekenpapieren ingezien. Ik heb niet gezien op wiens naam de caravan stond. Er is nooit over gesproken op de caravan op mijn naam te zetten. De caravan hebben we op een camping in [pleegplaats 2] gezet.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 8 augustus 2014, opgenomen op pagina 718-722 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Voor 16 juli 2013 had ik de caravan niet in mijn bezit. De klant had twee camerasetjes van
€ 4.000,-- respectievelijk € 3.200,- afgenomen en niet betaald. Mijn vriendin wilde in die tijd graag een caravan om mee op vakantie te gaan. Ik had weer contact met die klant en hij vroeg waar ik belang bij had in plaats van geld. Ik zei dat ik wel een caravan wilde. Die man stuurde later een sms met het type Belcanto. Ik heb op Marktplaats een voorbeeld gezocht en deze stond ons wel aan. Een paar gasten hebben dat ding gebracht en ik heb het mee naar huis genomen. Als die jongens contant betalen dan vind ik het goed. Ik vraag er niet naar. In die handel gebeuren wel meer rare dingen. Ik sprak met hen via prepaids die weggegooid kunnen worden. Die gasten willen hun zaakjes beschermen. Wat ik ook nog wil zeggen is dat deze man een bijzondere camera wilde met nachtzicht en veel pixels. Ik kan ook raden dat dit niet zomaar voor een schuurtje thuis is. Deze worden gebruikt in de hennepwereld. Ik durf wel te zeggen dat hij in de hennepwereld of andere wereld zit.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Uit de hierboven opgenomen bewijsmiddelen blijkt onder meer dat:
- verdachte (het gebruik van) een waardevolle caravan heeft aanvaard in ruil voor een bij hem openstaande schuld, die substantieel lager was dan de waarde van deze caravan op dat moment;
- verdachte geen kentekenpapieren van deze caravan heeft ontvangen dan wel heeft ingezien en zich dus niet heeft vergewist van de eigendom van deze caravan;
- de persoon/personen van wie verdachte de caravan in gebruik heeft gekregen en van wie verdachte de naam/namen niet heeft willen noemen, zich volgens verdachte in criminele kringen begeven.
Onder deze omstandigheden had verdachte redelijkerwijs moeten vermoeden dat de caravan was gestolen en had hij - om uit te sluiten dat hij zich aan heling schuldig zou maken - eerst hiernaar gedegen onderzoek moeten doen voordat hij deze caravan ging gebruiken. Het enkel nakijken of de caravan was verzekerd, is hiervoor onvoldoende.
Gelet hierop is er naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte de onder 3 primair ten laste gelegde schuldheling heeft begaan.