ECLI:NL:RBNNE:2017:3643
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bewijskracht van verklaringen van partijgetuigen in een civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland, heeft de kantonrechter op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiser] en [gedaagde]. De zaak betreft een geschil over de koop van sperma van de hengst [QQ]. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Eikelboom, heeft gesteld dat de gedaagde sperma van de hengst heeft gekocht en heeft bewijs geleverd door middel van getuigenverklaringen. De gedaagde heeft geen getuigen laten horen en heeft slechts één productie ingebracht als tegenbewijs.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de verklaringen van de getuigen gewogen. De eiser heeft verklaard dat hij telefonisch een koopovereenkomst heeft gesloten met de gedaagde en dat hij het sperma heeft geleverd. Een getuige, [XX], heeft bevestigd dat zij van de eiser heeft gehoord over de levering van het sperma en dat dit in haar agenda is genoteerd. Een andere getuige, de dierenarts van de gedaagde, heeft zich beroepen op zijn verschoningsrecht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiser voldoende aanvullend bewijs heeft geleverd om zijn verklaring geloofwaardig te maken, ondanks dat hij als partijgetuige onder de beperking van artikel 164 lid 2 Rv valt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in het ongelijk is gesteld en heeft hem veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.609,04 aan de eiser, vermeerderd met wettelijke handelsrente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 730,75. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.