ECLI:NL:RBNNE:2017:3525
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling poging zware mishandeling met geweldsincident in Assen
Op 12 september 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot zware mishandeling. De verdachte heeft op 11 december 2014 in Assen het slachtoffer meermalen in het gezicht gestompt, terwijl hij het slachtoffer in een stoel gedrukt hield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet aanwezig was tijdens de zitting, maar dat zijn advocaat, mr. R.A.E. Bunge, wel aanwezig was en de verdediging voerde. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. B.D. van der Burg.
De tenlastelegging omvatte zowel poging tot zware mishandeling als mishandeling. De officier van justitie vorderde veroordeling voor de poging tot zware mishandeling, onderbouwd door camerabeelden en getuigenverklaringen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, verwijzend naar de letselrapportage die zou aantonen dat het letsel van het slachtoffer meeviel. De rechtbank oordeelde echter dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen was, gezien de aard van de geweldshandelingen en de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden.
De rechtbank overwoog dat het stompen in het gezicht, zeker meerdere keren met kracht, een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel met zich meebrengt. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde een gevangenisstraf van vier maanden op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank weegt in haar oordeel mee dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar houdt ook rekening met het tijdsverloop sinds het delict. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.