Ik doe aangifte ter zake oplichting gepleegd op 19 november 2010 te Zeewolde.
De gegevens van de [naam bedrijf 1] , kortweg [naam bedrijf 1] genaamd, heb ik via de financiële pagina uit de Telegraaf verkregen. In de advertentie werd aangegeven dat de [naam bedrijf 1]
snel geld beschikbaar heeft voor herfinanciering en overnames.
Op 7 oktober 2010 had ik via de telefoon en email contact met [verdachte] van [naam bedrijf 1] . Op 13 oktober 2010 had ik een persoonlijk gesprek met de heren [verdachte] en [getuige 1] van de [naam bedrijf 1] . in Amsterdam. Die afspraak was in de [straatnaam] te Amsterdam.
Het doel van mijn bezoek in Amsterdam was een aanvraag voor financiering, groot 350.000
euro, voor de onderneming [naam bedrijf 2] . Op 13 oktober 2010 ontving ik een email van een
bevestiging voor het verlenen van een financiering van 250.000 euro, als ikzelf 100.000 euro
kon storten.
Op 9 november 2010 is de [naam bedrijf 1] geïnformeerd dat wij over de 100.000 euro konden beschikken, en werd een datum afgesproken voor de daadwerkelijke transactie.
Die datum werd bepaald op 19 november 2010. Ons voorstel was om het geld op een
derdenrekening van de notaris van beide partijen te storten. Dat werd door de [naam bedrijf 1] niet
akkoord bevonden. Het gehele bedrag moest aan de notaris van [naam bedrijf 1] overgemaakt worden.
Op 17 en 18 november 2010 is er diverse malen om een derdenrekening van de notaris
gevraagd door [naam bedrijf 4] om het geld op over te maken.
Op 19 november 2010 was de heer [verdachte] op ons kantoor. Ons werd op dat moment de
volgende informatie gegeven. Het bankrekeningnummer [nummer] t.n.v. [naam bedrijf 3] . Ik
was in de veronderstelling na de uitspraken van [verdachte] dat dit de derdenrekeningnummer
betrof. Op 19 november 2010 werd de transactie via internet bankieren via de Rabobank
Flevoland, uitgevoerd in twee transacties van 50.000 euro elk.
Intussen vertelde de heer [verdachte] aan mij dat hij nog even naar Amersfoort moest om de
auto om te wisselen met zijn vrouw en dat hij omstreeks 10:30 uur weer bij ons op kantoor
zou zijn. Op 19 november 2010 kreeg ik nog een telefoontje van de heer [verdachte] dat hij om
10:40 uur op ons kantoor in Zeewolde aanwezig zou zijn.
Toen op 19 november 2010 [verdachte] niet terugkeerde op ons kantoor en ook niet meer mobiel
bereikbaar was, kreeg ik een naar onderbuik gevoel. Ik heb direct de Rabobank telefonisch
benaderd met het verzoek de transacties onmiddellijk te blokkeren. Mij is duidelijk gemaakt
dat betreffende bankrekening en begunstigde niet in overeenstemming waren. Verder werd
door de ING aan mij medegedeeld dat er al tientallen transacties via dit rekeningnummer op
19 november 2010 hadden plaatsgevonden. De naam [naam bedrijf 3] zou bij deze transacties diverse
malen voorkomen. Op 19 november 2010 zijn omstreeks 10:24 uur diverse overboekingen
van het bedrag wat door ons was overgemaakt, weer naar diverse andere rekeningen
overgeboekt. Ook is ons gebleken dat het bankrekeningnummer, zoals door de heer [verdachte]
was aangegeven, niet bij een notariskantoor behoorde.