ECLI:NL:RBNNE:2017:3396

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juli 2017
Publicatiedatum
4 september 2017
Zaaknummer
18/750005-17
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte voor diefstal met geweld en afpersing via homodatingsite

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 6 juli 2017 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd, is beschuldigd van meerdere feiten, waaronder diefstal met geweld, afpersing en poging tot chantage. De verdachte en zijn medeverdachten maakten gebruik van de homodatingsite 'Bullchat' om afspraken te maken met mannen, waarbij zij zich voordeden als geïnteresseerde partners. Na het verkrijgen van de adressen van hun slachtoffers, zochten zij deze op en maakten hen onder bedreiging van geweld geld en goederen afhandig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met zijn medeverdachten meerdere keren geweld heeft gebruikt en slachtoffers heeft gedwongen om geld te pinnen bij pinautomaten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een problematische jeugd en verslavingsproblematiek, wat heeft geleid tot een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan door de officier van justitie was gevorderd. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is gesteld voor de schade die hij heeft veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/750005-17
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 6 juli 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [straatnaam] ,
thans gedetineerd in de P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2017.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G. Stoeten, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 november 2016 te Leeuwarden, in elk geval in de
gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
A. (in/uit een woning gelegen aan of hij de [straatnaam])
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld
((ongeveer) 60 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die
[slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
B. op of aan de openbare weg, te weten op of aan de Nieuwestad (bij een
pinautomaat (van de ING)) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van (door verdachte gepind) geld
((ongeveer) 100 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 1], althans aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s),
en welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of tegen het lichaam heeft geduwd en/of
- ( zodoende) heeft gedwongen op een stoel plaats te nemen en/of
- een bril (hardhandig) van het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer 1] (op agressieve toon) heeft medegedeeld dat hij niet mocht
gillen en moest meewerken, althans mededelingen van gelijke aard of
strekking en/of
die [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat hij mee moest werken en anders klappen
zou krijgen en/of een dertig millimeter tegen zijn hoofd zou krijgen en/of
zou worden omgelegd en/of dat ze hem altijd zouden vinden, althans
mededelingen van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- foto’s heeft gemaakt van die [slachtoffer 1] en/of diens bankpas en/of
kentekenbewijs en/of rijbewijs en/of
- die [slachtoffer 1] zijn portemonnee en/of telefoon en/of kentekenbewijs en/of
rijbewijs en/of autosleutels en/of een of meerdere ander(e) goed(eren) (als
onderpand) heeft afgenomen (en voomoemde goederen pas na het plegen van
het/de feit(en) heeft teruggegeven) en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij geld moest pinnen en/of
(vervolgens) met die [slachtoffer 1] naar een pinautomaat (van de ING), gelegen
aan of bij de Nieuwestad, is gelopen en/of die [slachtoffer 1] in zijn/hun
bijzijn heeft doen pinnen en/of die [slachtoffer 1] daarbij in de gaten heeft
gehouden;
2.
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 2 december 2016 en 3
december 2016 te [pleegplaats] en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente
Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
A. met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (in/uit een woning gelegen
aan of bij de [straatnaam]) heeft weggenomen geld (ongeveer 810
euro en/of een telefoontoestel (van het merk Samsung) en/of een fototoestel
(van het merk Nikon) en/of een bijbehorende tas en’of een (kristallen)
beeldje (van het merk Swarovsky) en/of een of meerdere horloge(s) en/of een
oplader van een telefoon en/of een oplader van een telefoontoestel en/of
een of meerdere ander(e) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal(len) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
B. met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (in/uit een woning
gelegen aan of bij de [straatnaam] te [pleegplaats] [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee (met inhoud, te weten
geld) en/of geld (afkomstig uit een kluis), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 2], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
(bij een pinautomaat te Leeuwarden) [slachtoffer 2] meermalen, althans
eenmaal, heeft gedwongen tot de afgifte van geld (in totaal (ongeveer) 1000
euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
en welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld hierin bestond(en), dat
verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer 2] wederrechtelijk is binnengedrongen en/of
- ( op dwingende en/of dominante en/of dreigende en/of agressieve toon) die
[slachtoffer 2] heeft gesommeerd op de bank plaats te nemen en/of
- ( vlak) voor die [slachtoffer 2] is gaan staan en/of
- ( vlak) naast die [slachtoffer 2] op die bank heeft plaatsgenomen en/of
de batterijen uit de in die woning aanwezige telefoontoestellen heeft
verwijderd
(en aldus een dreigende situatie heeft doen ontstaan) en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij hem/hen 1400 euro schuldig
was en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij eerlijk moest zijn en dat
hij anders in elkaar zou worden geslagen, althans (telkens) woorden van
gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de laden en de kasijes in die woning van [slachtoffer 2] heeft doorzocht
en/of
(op dwingende en/of dominante en/of dreigende en/of agressieve toon)
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd zijn portemonnee af te geven en/of
naar boven te gaan en een kluisje te openen en/of
- een of meerdere aan die [slachtoffer 2] toebehorende goed(eren) in
onderpand heeft genomen en/of gehouden, teneinde die [slachtoffer 2] te
dwingen om geld te pinnen (en dat/die goed(eren) pas na het plegen van
het/de feit(en) heeft teruggegeven) en/of
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd een fiets te pakken en met hem/hen
mee te fietsen naar Leeuwarden en/of
- die [slachtoffer 2] gedurende die fietstocht naar Leeuwarden heeft
begeleid, door naast en achter die [slachtoffer 2] te fietsen en/of die
[slachtoffer 2] daarbij in gaten heeft gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] in Leeuwarden heeft gesommeerd geld te pinnen bij een
pinautomaat
en/of
hij in of omstreeks de periode omvattende de dagen 2 december 2016 en 3
december 2016 te [pleegplaats] en/of te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente
Leeuwarden, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
door geweld of enige andere feiteljkheid en/of door bedreiging met geweld of
enige andere feitelijkheid gericht tegen [slachtoffer 2], toen aldaar die
[slachtoffer 2] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen
of te dulden, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn
mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer 2] gedwongen
- te dulden dat in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam]
te [pleegplaats] geld (ongeveer 810 euro en/of een telefoontoestel (van het
merk Samsung) en/of een fototoestel (van het merk Nikon) en/of een
bijbehorende tas en/of een (kristallen) beeldje (van het merk $warovsky)
en/of een of meerdere horloge(s) en/of een oplader van een telefoon en/of
een oplader van een telefoontoestel en/of een of meerdere ander(e)
goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), werd weggenomen en/of
- iets te doen, te weten dat in een woning gelegen aan of bij de [straatnaam]
te [pleegplaats] die [slachtoffer 2] werd gedwongen tot de afgifte
van een portemonnee (met inhoud, te weten geld) en/of geld (afkomstig uit
een kluis), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en/of bij een pinautomaat te Leeuwarden
die [slachtoffer 2] werd gedwongen tot de afgifte van geld (in totaal
(ongeveer) 1000 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en bestaande dat geweld en/of die enige andere feiteljkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld en/of die enige andere feiteljkhe(i)d(en) hierin dat
verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer 2] wedenechteljk is binnengedrongen en/of
- ( op dwingende en/of dominante en/of dreigende en/of agressieve toon) die
[slachtoffer 2] heeft gesommeerd op de bank plaats te nemen en/of
- ( vlak) voor die [slachtoffer 2] is gaan staan en/of
- ( vlak) naast die [slachtoffer 2] op die bank heeft pÏaatsgenomen en/of
- de batterij en uit de in die woning aanwezige telefoontoestellen heeft
verwijderd
(en aldus een dreigende situatie heeft doen ontstaan) en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij hem/hen 1400 euro schuldig
was en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij eerlijk moest zijn en dat
hij anders in elkaar zou worden geslagen, althans (telkens) woorden van
gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de laden en de kasijes in die woning van [slachtoffer 2] heeft doorzocht
en/of (op dwingende en/of dominante en/of dreigende en/of agressieve toon)
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd zijn portemonnee af te geven en/of
naar boven te gaan en een kluisje te openen en/of
- een of meerdere aan die [slachtoffer 2] toebehorende goed(eren) in
onderpand heeft genomen en/of gehouden, teneinde die [slachtoffer 2] te
dwingen om geld te pinnen (en datJdie goed(eren) pas na het plegen van
het/de feit(en) heeft teruggegeven) en/of
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd een fiets te pakken en met hem/hen
mee te fietsen naar Leeuwarden en/of
- die [slachtoffer 2] gedurende die fietstocht naar Leeuwarden heeft
begeleid, door naast en achter die [slachtoffer 2] te fietsen en/of
die [slachtoffer 2] daarbij in de gaten heeft gehouden en/of
- die [slachtoffer 2] in Leeuwarden heeft gesommeerd geld te pinnen bij een
pinautomaat;
3.
hij op of omstreeks 1januari 2017 te Leeuwarden, in elk gevel in de gemeente
Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A. in een woning, gelegen aan of bij de [straatnaam], gedurende
de voor de nachtrust bestemde tijd (te weten om ongeveer 4.47 uur en/of een
of meerdere tijdsstip(pen) na 4.47 uur die nacht) met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld (ongeveer 250 euro)
en/of twee staatsloten en/of een webcam (van het merk Logitech) en/of een
oplader (van het merk Samsung, type Super Fast) en/of twee opladers voor
een smart Phone en/of een set oordopj es en/of een Usb-stick en/of een
(zilveren) ketting, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of
B. op of aan de openbare weg, te weten op of aan de Nieuwestad (bij een
pinautomaat (van de Rabobank)) met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechteljk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van (door verdachte
gepind) geld ((ongeveer) 290 euro), in elk geval van enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], althans aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer 3] is binnengedrongen en/of
- die [slachtoffer 3] richting een bank heeft geduwd en/of gesommeerd op die
bank te gaan zitten en/of - die [slachtoffer 3] meermalen (met een voorwerp) tegen het hoofd, althans het lichaam, heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 3] bij de kleding ter hoogte van zijn hals heeft vastgepakt
en/of die kleding heeft toegeknepen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft staan schreeuwen en/of dreigende houding
heeft aangenomen en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd zijn broekzakken te legen en/of
- een of meerdere aan die [slachtoffer 3] toebehorende goed(eren) in onderpand
heeft genomen en/of gehouden, teneinde die [slachtoffer 3] te dwingen om
geld te pinnen (en dat/die goed(eren) pas na het plegen van
het/de feit(en) heeft teruggegeven) en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd geld te pinnen bij een pinautomaat
en/of
- die [slachtoffer 3] heeft begeleid naar een pinautomaat (
gevestigd aan of bij de Nieuwestad) en/of daarbij die [slachtoffer 3] in de gaten heeft
gehouden
en/of
hij op of omstreeks 1januari 2017 te Leeuwarden, in elk geval in de gemeente
Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 3], door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door
bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die T. van
der Meer, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te
dulden,
immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s) die
[slachtoffer 3] gedwongen
- te dulden dat in/uit de woning van die [slachtoffer 3], gelegen aan of hij
de [straatnaam], geld (ongeveer 250 euro) en/of twee
staatsloten en/of een webcam (van het merk Logitech) en/of een oplader (van
het merk Samsung, type Super Fast) en/of twee opladers voor een smart Phone
en/of een set oordopjes en/of een Usb-stick en/of een (zilveren) ketting, in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
werd weggenomen en/of
- iets te doen, te weten dat die [slachtoffer 3], op of aan de Nieuwestad bij
een pinautomaat (van de Rabobank) gedwongen tot de afgifte van (door
verdachte gepind) geld ((ongeveer) 290 euro), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], althans aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en bestaande dat geweld en/of die enige andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld en/of die enige andere feitenljkhe(i)d(en) hierin dat
verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- de woning van die [slachtoffer 3] is binnengedrongen en/of
- die [slachtoffer 3] richting een bank heeft geduwd en/of gesommeerde op die
bank te gaan zitten en/of
- die [slachtoffer 3] meermalen (
met een voorwerp) tegen het hoofd, althans
het lichaam, heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 3] bij de kleding ter hoogte van zijn hals heeft vastgepakt
en/of die kleding heeft toegeknepen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft staan schreeuwen en/of dreigende houding
heeft aangenomen en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd zijn broekzakken te legen en/of
- een of meerdere aan die [slachtoffer 3] toebehorende goed(eren) in onderpand
heeft genomen en/of gehouden, teneinde die [slachtoffer 3] te dwingen om
geld te pinnen (en dat/die goed(eren) pas na het plegen van
het/de feit(en) heeft teruggegeven) en/of
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd geld te pinnen bij een pinautomaat
en/of
- die [slachtoffer 3] heeft begeleid naar een pinautomaat (gevestigd aan of
bij de Nieuwestad) en/of daarbij die [slachtoffer 3] in de gaten heeft
gehouden;
4.
hij op of omstreeks 15 december 2016 te [pleegplaats], in elk geval in de gemeente
Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
A. met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of
meerdere goederen van verdachtes en/of verdachtes mededader(s) gading,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij
die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of
te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 4]
, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, en/of
B. met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] te dwingen tot de
afgifte van geld en/of enig(e) goed(eren), in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 4], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
toen aldaar tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer 4] via een chatsite (“Gaychat/Bullchat”), althans
intemet heeft benaderd en/of een afspraak met die [slachtoffer 4]
heeft gemaakt om hem bij/in diens woning te bezoeken en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 4] is gegaan (gefietst) en/of
- die [slachtoffer 4] bij diens woning in een nek klem heeft genomen
en/of gehouden, in elk geval bij de nek/hals heeft vastgepakt en/of
vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 4] tegen het lichaam heeft geduwd en/of
- die [slachtoffer 4] tegen de rug en/of de billen, in elk geval het
lichaam, heeft geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 15 december 2015 te [pleegplaats], in elk geval in de gemeente
Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 4] heeft mishandeld door die [slachtoffer 4] in een
nek klem te nemen en/of te houden, in elk geval bij de keet/hals vast te pakken
en/of vast te houden en/of tegen de rug en/of de billen, in elk geval het
lichaam, te trappen en/of te schoppen;
5.
hij in of omstreeks de maand november 2016, te Leeuwarden, in elk geval in de
gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk
te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaarmaking van
een geheim [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van enig goed, te weten
geld (10 euro), dat geheel of ten dele toebehoorde aan die [slachtoffer 5],
immers heeft/is verdachte, toen aldaar in voornoemde periode, tezamen en in
vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer 5] (telkens) via een chatsite (’Bullchat’), althans internet,
en/of telefonisch en/of via SMS en/of Whatsapp en/of anderszins benaderd
en/of
(onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 5] afgesproken bij diens woning te
Leeuwarden) en/of
- die [slachtoffer 5] een SMS/Whatsapp-bericht gezonden met de tekst: “Kom naar
buiten”, althans een bericht van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 5] (op dreigende toon) telefonisch medegedeeld dat verdachte
en/of zijn mededader(s) aangifte konden doen tegen die [slachtoffer 5] en/of dat
ze nu zijn adres wisten en/of dat ze hem wel zouden opzoeken en/of
dat ze de bouwvereniging en/of de werkgever en/of de buren van die
[slachtoffer 5] zouden inlichten dat die [slachtoffer 5] met een mindei5arige jongen
seks had en/of
- gedreigd aangifte te doen bij de politie, wanneer die [slachtoffer 5] niet naar
buiten zou komen, althans gedreigd dat er gevoelige informatie over die
[slachtoffer 5] openbaar zou worden gemaakt, als hij niet aan de voorwaarden van
verdachte en/of zijn mededader(s) zou voldoen, althans (telkens)
woorden/mededelingen van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 5] een SMS/Whatsapp-bericht gezonden met de tekst: “Dan doen we
aangifte bij de politie’, althans een bericht van gelijke aard of strekking
en/of
(toen die [slachtoffer 5] naar buiten was gekomen)
- de weg voor die [slachtoffer 5] geblokkeerd toen deze weer zijn woning wilde
binnengaan en/of
- voor die [slachtoffer 5] gaan staan en tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij daar
moest blijven staan en moest luisteren, althans mededelingen van gelijke
aard of strekking en/of
- tegen die [slachtoffer 5] gezegd dat hij een pedofiel was en dat hij afspraken
maakte met een jongen van 15, althans woorden van gelijke aard of strekking;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en
strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de maand november 2016, te Leeuwarden, in elk geval in de
gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders(s) voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaarmaking van een
geheim [slachtoffer 5] te dwingen hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel
of ten dele aan deze of een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van een
schuld of het teniet doen van een inschuld, hetzij tot het ter beschikking
stellen van gegevens,
toen aldaar in voornoemde periode, tezamen en in vereniging met zijn
mededader(s), althans alleen,
- die [slachtoffer 5] (telkens) via een chatsite (“Bullchat”), althans internet,
en/of telefonisch en/of via SMS en/of Whatsapp en/of anderszins heeft
benaderd en/of
(onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 5] heeft afgesproken bij diens
woning in Leeuwarden) en/of
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat hij een pedofiel was en dat hij
afspraken maakte met een jongen van 15, althans woorden van gelijke aard of
strekking, en/of
die [slachtoffer 5] een SMS/Whatsapp-bericht heeft gezonden met de tekst: “Kom
naar buiten”, althans een bericht van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 5] (op dreigende toon) telefonisch heeft medegedeeld dat
verdachte en/of zijn mededader(s) aangifte konden doen tegen die [slachtoffer 5]
en/of dat ze nu zijn adres wisten en/of dat ze hem wel zouden opzoeken en/of
dat ze de bouwvereniging en/of de werkgever en/of de buren van die
[slachtoffer 5] zouden inlichten dat die [slachtoffer 5] met een minderjarige jongen
seks had en/of
- gedreigd aangifte te doen bij de politie, wanneer die [slachtoffer 5] niet naar
buiten zou komen, althans gedreigd dat er gevoelige informatie over die
[slachtoffer 5] openbaar zou worden gemaakt, als hij niet aan de voorwaarden van
verdachte en/of zijn mededader(s) zou voldoen, althans (telkens)
woorden/mededelingen van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 5] een SMS/Whatsapp-bericht heeft gezonden met de tekst:
“Dan doen we aangifte bij de politie”, althans een bericht van gelijke aard
of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op of omstreeks 12januari 2017 te Leeuwarden, in elk geval in de
gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan of bij de Kruisstraat (nummer
22A)) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
laptop (van liet merk Asus) en/of een fles Beerenburg, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte
toen aldaar tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
(nadat er onder valse voorwendselen via een chatsite (“Bullchat”) een afspraak
was gemaakt elkaar te ontmoeten in/bij de woning van die [slachtoffer 6])
- wederrechtelijk de woning van die [slachtoffer 6] is binnengedrongen (door
tegen de (voor)deur van die woning te duwen (nadat deze door die
[slachtoffer 6] deels was geopend) en/of
- die [slachtoffer 6] heeft gedwongen op een bank in de woonkamer plaats te
nemen en/of
- tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd dat hij moest betalen en/of geld moest
geven en/of dat als hij geen geld zou geven er iemand anders of anderen
langs zou(den) worden gestuurd, althans woorden/mededelingen van gelijke
(dreigende) aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 6] tegen het lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of
geduwd en/of
- die [slachtoffer 6] tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
- dreigende bewegingen gemaakt in de richting van die [slachtoffer 6] en/of
- zijn hand in de binnenzak van zijn jas heeft gedaan en daarbij heeft gezegd
dat hij wel een vuurwapen zou pakken, althans handelingen/mededelingen van
gelijke dreigende aard of strekking;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 A, B, 2 A, B, 3 A, B, 4 primair A, B, 5 primair en 6 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde het verweer gevoerd dat een aantal feitelijke handelingen, zoals nader omschreven in zijn pleitnota, niet hebben plaatsgevonden, zodat vrijspraak van die onderdelen moet volgen.
De raadsman is ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde van mening dat geen sprake is van begin van uitvoering van poging tot diefstal met geweld en afpersing, zodat vrijspraak dient te volgen van het primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde is de raadsman van mening dat het primair ten laste gelegde niet bewezen is, nu daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is. De raadsman heeft zich gerefereerd ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde.
De raadsman heeft zich gerefereerd ten aanzien van een bewezenverklaring ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde
Aan verdachte is onder 1, 2 en 3 ten laste gelegd dat hij samen met zijn mededaders door diefstal met geweld en afpersing geld en goederen heeft weggenomen. Met betrekking tot deze ten laste gelegde feiten zijn per feit een aantal feitelijke handelingen nader omschreven.
De raadsman heeft betoogd dat verdachte niet voor alle feitelijke handelingen verantwoordelijk kan worden gehouden.
Ten aanzien van deze feiten is tevens medeplegen ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank is er tussen verdachte en zijn medeverdachten sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking. Derhalve kunnen ook de door de medeverdachte gepleegde feitelijke handelingen aan verdachte worden toegerekend, ook al heeft deze niet alle feitelijke handelingen zelf verricht.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Verdachte en zijn medeverdachten hadden reeds eerder die avond contact gelegd met aangever [slachtoffer 4]. Op een gegeven moment werd besloten om op uitnodiging van aangever [slachtoffer 4] naar hem toe te gaan. Toen aangever buiten stond heeft verdachte aangever direct bij de nek gegrepen. Aangever begon daarop te schreeuwen, waarna hij los kwam. Verdachte is er toen samen met zijn medeverdachten vandoor gegaan.
Naar het oordeel van de rechtbank was verdachtes opzet gericht op het beroven of afpersen van aangever. De rechtbank verwijst in dat kader naar de verklaring van verdachte van 1 februari 2017, waarin hij tegenover de verbalisanten heeft verklaard met betrekking tot de zaak van aangever [slachtoffer 4]: "Happen, happen, happen, als je dan echt zoveel honger hebt dan halen we je wel binnen. Financieel uitkleden. Zo is het wel gegaan".
De rechtbank acht derhalve bewezen dat sprake is geweest van een begin van uitvoering van diefstal met geweld en afpersing, nu verdachte aangever in een nekklem had, maar dat het bij een poging is gebleven, omdat aangever begon te schreeuwen.
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde.
De rechtbank is met -de raadsman- van oordeel dat het onder 5 primair ten laste gelegde niet bewijsbaar is en dat vrijspraak dient te volgen.
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde bewezen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1 A, B, 2 A, B, 3 A, B, 4 primair A, B, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op 13 november 2016 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander,
A. in/uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld, ongeveer 60 euro, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en gemakkelijk te maken
en
B. op of aan de openbare weg, te weten op of aan de Nieuwestad bij een pinautomaat van de ING met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van door verdachte gepind geld ongeveer 100 euro toebehorende aan die [slachtoffer 1], en welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en tegen het lichaam heeft geduwd en
- zodoende heeft gedwongen op een stoel plaats te nemen en
- die [slachtoffer 1] op agressieve toon heeft medegedeeld dat hij niet mocht gillen en moest meewerken,
en
- die [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat hij mee moest werken en anders klappen zou krijgen en een dertig millimeter tegen zijn hoofd zou krijgen en zou worden omgelegd en dat ze hem altijd zouden vinden, en
- foto's heeft gemaakt van die [slachtoffer 1] en diens bankpas en kentekenbewijs en rijbewijs en
- die [slachtoffer 1] zijn portemonnee en telefoon en kentekenbewijs en rijbewijs en autosleutels als onderpand heeft afgenomen en voornoemde goederen pas na het plegen van de feiten heeft teruggegeven en
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij geld moest pinnen en vervolgens met die [slachtoffer 1] naar een pinautomaat van de ING, gelegen aan of bij de Nieuwestad, is gelopen en die [slachtoffer 1] in hun bijzijn heeft doen pinnen en die [slachtoffer 1] daarbij in de gaten heeft gehouden;
2.
hij in de periode omvattende de dagen 2 december 2016 en 3 december 2016 te [pleegplaats] en te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen,
A. met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] heeft weggenomen een telefoontoestel van het merk Samsung en een fototoestel van het merk Nikon en een bijbehorende tas en een beeldje en meerdere horloges en een oplader van een telefoon en een oplader van een telefoontoestel toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
B. met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld uit een woning gelegen aan of bij de [straatnaam] te [pleegplaats]
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, te weten geld en geld afkomstig uit een kluis, toebehorende aan die [slachtoffer 2], en bij een pinautomaat te Leeuwarden [slachtoffer 2] meermalen, heeft gedwongen tot de afgifte van geld in totaal 1000 euro, toebehorende aan die [slachtoffer 2], en welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden, dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- de woning van die [slachtoffer 2] wederrechtelijk is binnengedrongen en
- op dwingende toon die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd op de bank plaats te nemen en
- vlak voor die [slachtoffer 2] is gaan staan en
- vlak naast die [slachtoffer 2] op die bank heeft plaatsgenomen en
- de batterijen uit de in die woning aanwezige telefoontoestellen heeft verwijderd en aldus een dreigende situatie heeft doen ontstaan en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij hun 1400 euro schuldig was en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij eerlijk moest zijn en dat hij anders in elkaar zou worden geslagen, en
- de laden en de kastjes in die woning van [slachtoffer 2] heeft doorzocht
en
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd zijn portemonnee af te geven en naar boven te gaan en een kluisje te openen en
- een of meerdere aan die [slachtoffer 2] toebehorende goederen in onderpand heeft genomen en gehouden, teneinde die [slachtoffer 2] te dwingen om geld te pinnen en die goederen pas na het plegen van de feiten heeft teruggegeven en
- die [slachtoffer 2] heeft gesommeerd een fiets te pakken en met hen mee te fietsen naar Leeuwarden en
- die [slachtoffer 2] gedurende die fietstocht naar Leeuwarden heeft begeleid, door naast en achter die [slachtoffer 2] te fietsen en die [slachtoffer 2] daarbij in gaten heeft gehouden en
- die [slachtoffer 2] in Leeuwarden heeft gesommeerd geld te pinnen bij een pinautomaat.
3.
hij op 1 januari 2017 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander,
A. in een woning, gelegen aan de [straatnaam], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te weten om ongeveer 4.47 uur met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld ongeveer 250 euro en twee staatsloten en een webcam van het merk Logitech en een oplader van het merk Samsung, type Super Fast en twee opladers voor een smart Phone en een set oordopjes en een Usb-stick en een
zilveren ketting, toebehorende aan [slachtoffer 3],
welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en
B. op of aan de openbare weg, te weten op of aan de Nieuwestad bij een pinautomaat van de Rabobank met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van door verdachte gepind geld, ongeveer 290 euro, toebehorende aan die [slachtoffer 3], en welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander,
- de woning van die [slachtoffer 3] is binnengedrongen en
- die [slachtoffer 3] richting een bank heeft geduwd en gesommeerd op die bank te gaan zitten en
- die [slachtoffer 3] meermalen met een voorwerp tegen het hoofd heeft geslagen en
- die [slachtoffer 3] bij de kleding ter hoogte van zijn hals heeft vastgepakt en die kleding heeft toegeknepen en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft staan schreeuwen en dreigende houding heeft aangenomen en
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd zijn broekzakken te legen en
- meerdere aan die [slachtoffer 3] toebehorende goederen in onderpand heeft genomen en gehouden, teneinde die [slachtoffer 3] te dwingen om geld te pinnen en die goederen pas na het plegen van de feiten heeft teruggegeven en
- die [slachtoffer 3] heeft gesommeerd geld te pinnen bij een pinautomaat
en
- die [slachtoffer 3] heeft begeleid naar een pinautomaat gevestigd aan of bij de Nieuwestad en daarbij die [slachtoffer 3] in de gaten heeft gehouden.
4.
hij op 15 december 2016 te [pleegplaats], in de gemeente Leeuwarden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen,
A. met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen van verdachtes en verdachtes mededaders gading, toebehorende aan [slachtoffer 4], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en te doen vergezellen van geweld tegen [slachtoffer 4], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
gemakkelijk te maken
en
B. met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 4] te dwingen tot de afgifte van geld en goederen, toebehorende aan die [slachtoffer 4], toen aldaar tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- die [slachtoffer 4] via een chatsite ("Gaychat/Bullchat"), heeft benaderd en een afspraak met die [slachtoffer 4] heeft gemaakt om hem in diens woning te bezoeken en
- naar de woning van die [slachtoffer 4] is gefietst en
- die [slachtoffer 4] bij diens woning in een nekklem heeft genomen en gehouden, en vastgehouden
en
- die [slachtoffer 4] tegen het lichaam heeft geduwd en
- die [slachtoffer 4] tegen de rug en de billen heeft geschopt of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.Subsidiair
hij in de maand november 2016, te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaarmaking van een
geheim [slachtoffer 5] te dwingen hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of ten dele aan deze of een derde toebehoort, toen aldaar in voornoemde periode, tezamen en in vereniging met zijn mededaders,
- die [slachtoffer 5] via een chatsite ("Bullchat"), en telefonisch en via SMS en WhatsApp heeft
benaderd en onder valse voorwendselen met die [slachtoffer 5] heeft afgesproken bij diens
woning in Leeuwarden en
- tegen die [slachtoffer 5] heeft gezegd dat hij een pedofiel was en dat hij afspraken maakte met een jongen van 15,
en
- die [slachtoffer 5] een SMS/WhatsApp-bericht heeft gezonden met de tekst: "Kom naar buiten", en
- die [slachtoffer 5] op dreigende toon telefonisch heeft medegedeeld dat verdachte en zijn mededaders aangifte konden doen tegen die [slachtoffer 5] en dat ze nu zijn adres wisten en dat ze hem wel zouden opzoeken en dat ze de bouwvereniging en de werkgever en de buren van die [slachtoffer 5] zouden inlichten dat die [slachtoffer 5] met een minderjarige jongen seks had en
- gedreigd aangifte te doen bij de politie, wanneer die [slachtoffer 5] niet naar buiten zou komen, als hij niet aan de voorwaarden van verdachte en zijn mededaders zou voldoen,
en
- die [slachtoffer 5] een SMS/Whatsapp-bericht heeft gezonden met de tekst: "Dan doen we aangifte bij de politie",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij op 12 januari 2017 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander, uit een woning gelegen aan de [straatnaam] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een laptop van het merk Asus en een fles Beerenburg, toebehorende aan [slachtoffer 6], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte toen aldaar tezamen en in vereniging met zijn mededader, nadat er onder valse voorwendselen via een chatsite ("Bullchat") een afspraak was gemaakt elkaar te ontmoeten in/bij de woning van die [slachtoffer 6]
- wederrechtelijk de woning van die [slachtoffer 6] is binnengedrongen door tegen de voordeur van die woning te duwen nadat deze door die [slachtoffer 6] deels was geopend
en
- die [slachtoffer 6] heeft gedwongen op een bank in de woonkamer plaats te nemen en
- tegen die [slachtoffer 6] heeft gezegd dat hij moest betalen en geld moest geven en dat als hij geen geld zou geven er iemand anders of anderen langs zouden worden gestuurd, en
- die [slachtoffer 6] tegen het lichaam heeft gestompt en geslagen en geduwd en
- die [slachtoffer 6] tegen het lichaam heeft geschopt en getrapt en
- dreigende bewegingen gemaakt in de richting van die [slachtoffer 6] en
- zijn hand in de binnenzak van zijn jas heeft gedaan en daarbij heeft gezegd dat hij wel een vuurwapen zou pakken.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1.
A. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
B. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2.
A. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
B. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
3.
A. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
B. Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
4. Primair
A. Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
B. Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
5. Subsidiair
Medeplegen van poging tot afdreiging.
6. Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 A, B, 2 A, B, 3 A, B, 4 primair A, B, 5 primair en 6 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor oplegging van een gevangenisstraf van 4 jaren met daarbij een voorwaardelijke deel met daarbij reclasseringstoezicht en de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met een aantal medeverdachten meerdere malen schuldig gemaakt aan het plegen van diefstal met geweld en afpersing en een poging daartoe. Daarnaast heeft hij samen met anderen in één geval geprobeerd een persoon te chanteren. Verdachte en zijn medeverdachten maakten via de homodatingsite "Bullchat" afspraken met mannen en deden zich daarbij voor als een (al dan niet minderjarig) manspersoon die seks wilde hebben. Verdachte en zijn medeverdachten ontlokten daarbij het adres van een slachtoffer, waarna zij hun slachtoffer dan in zijn woning opzochten. In de woning werd het slachtoffer dan door geweld en bedreiging met geweld geld en goederen afhandig gemaakt. Daarnaast werd het slachtoffer gedwongen om bij een pinautomaat te pinnen. Het gepinde geld werd vervolgens tussen verdachte en zijn medeverdachten verdeeld.
Verdachte heeft door het plegen van de aan hem ten laste gelegde feiten een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn slachtoffers en hun angst aangejaagd.
De rechtbank is van oordeel dat dit ernstige feiten betreft, die een grote impact hebben gehad op de slachtoffers. Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog lange tijd last hebben van angstgevoelens, getuige ook de ter terechtzitting door twee slachtoffers voorgelezen slachtofferverklaringen.
De rechtbank merkt als strafverzwarend aan het feit dat verdachte en zijn medeverdachten slachtoffers uitkozen die -gelet op de aard van de afspraak- zich in een compromitterende positie bevonden en niet snel genegen zouden zijn om aangifte te doen. De rechtbank rekent het verdachte de wijze waarop hij en zijn medeverdachten mensen geld en goederen afhandig hebben gemaakt zwaar aan. De rechtbank verwijst daarbij ook naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), waaruit blijkt dat alleen al voor een overval in een woning drie jaar gevangenisstraf is geïndiceerd.
Uit de reclasseringsrapportage komt naar voren dat verdachte te maken heeft gehad met een problematische jeugd en met seksueel misbruik. Verdachte is in het verleden uitgebreid behandeld, zowel klinisch als ambulant. Daarnaast is er sprake van fors harddrugsgebruik ten tijde van de pleegperiode. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
Blijkens de psychologische rapportage lijdt verdachte aan een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Daarnaast is er sprake van een ernstige stoornis met betrekking tot cocaïnegebruik en van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis. Gelet op deze problematiek is verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank neemt deze conclusies over.
De rechtbank is van oordeel, gelet op de omvang en de ernst van de feiten dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend en geboden is.
De rechtbank zal verdachte echter een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, dan door de officier van justitie is gevorderd, gelet op de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De rechtbank acht een gevangenisstraf van vier jaren geïndiceerd. De rechtbank zal een gedeelte van die straf, te weten een jaar, voorwaardelijk opleggen om te voorkomen dat verdachte zich wederom zal schuldig maken aan dergelijke feiten en om het mogelijk te maken dat verdachte zal worden behandeld.
De rechtbank zal daarom aan het op te leggen voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals door de reclassering is voorgesteld, met dien verstande dat de rechtbank het opleggen van een contactverbod achterwege zal laten, nu zij daarin geen meerwaarde ziet. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf een proeftijd van drie jaren verbinden.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer 1], tot een bedrag van € 160,-- ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer 2], tot een bedrag van € 3.167,25 ter vergoeding van materiële schade en vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [slachtoffer 3], tot een bedrag van € 8.958,54 ter vergoeding van materiële schade en
€ 2.500,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
4. [slachtoffer 4], tot een bedrag van € 27,21 ter vergoeding van materiële schade en € 804,-- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de volledige vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gevorderd, te weten een geldbedrag van € 160,--. De officier van justitie vordert voorts de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet verzet tegen toewijzing van de vordering.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 A, B bewezen verklaarde.
De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 november 2016.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.697,25, te weten
€ 3.167,25 minus de kosten van het fototoestel € 400,-- en de gestelde waarde van de 2 horloges ad € 70,--, welke goederen teruggegeven zijn. Voorts vordert de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet verzet tegen toewijzing van de gevorderde ontvreemde geldbedragen. Ten aanzien van de overige goederen is de raadsman van mening dat dat goederen betreft met een geschatte waarde, waarvan een nadere onderbouwing van die waarde ontbreekt, zodat niet ontvankelijkheid moet volgen. De vordering moet voor wat betreft de teruggegeven goederen afgewezen worden.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij de gestelde schade tot een bedrag van € 1.998,25 bestaande uit "contant geld" ad
€ 800,--; "pintransacties" ad € 1.000,-- , en de "Samsung Galaxy S4 mini" ad € 198,25, heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 A, B bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 december 2016.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de vordering voor wat betreft de schadeposten "Acer laptop" en het "Swarovski beeld", nu de vordering voor wat betreft dat deel onvoldoende onderbouwd is. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal de vordering voor wat betreft het "fototoestel Nikon 50D" en "2 horloges" afwijzen, nu deze goederen teruggegeven zijn.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachten is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] gevorderd, met uitzondering van de schadepost "verlies aan arbeidsvermogen"
ad € 7.939, 23 en de schadepost "pokerverlies op 8 januari 2017" ad € 454,31. Voorts vordert de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman is van mening dat de gestelde schadeposten terzake "verlies aan arbeidsvermogen" en "pokerverlies" niet toewijsbaar zijn, nu het causaal verband ontbreekt. De vordering dient voor wat betreft de verzochte immateriële schade van € 2.500,-- te worden gematigd.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden en dat deze schade, bestaande uit de schadeposen "weggenomen geld en waardepapieren" ad € 135,-- en "eigen risico inboedelverzekering" ad € 45,-- een rechtstreeks gevolg is van het onder 3 bewezen verklaarde. Dit deel van de vordering, waarvan de hoogte onvoldoende door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen. De rechtbank zal tevens het verzochte bedrag ad € 2.500,-- ter zake immateriële schade toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf
1 januari 2017.
Hoewel naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij schade heeft geleden door het verlies aan arbeidsvermogen, maar de rechtbank beschikt over onvoldoende informatie om de hoogte van de geleden schade te kunnen beoordelen. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade alsnog te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. De rechtbank zal de vordering daarom voor wat betreft deze schadeposten niet ontvankelijk verklaren.
De rechtbank acht tevens de verzochte vergoeding "eigen risico zorgverzekering" ad € 385,-- niet toewijsbaar, nu dit toekomstige schade betreft.
De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing van de volledige vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] gevorderd, te weten een geldbedrag van € 831,24. Voorts vordert de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet verzet tegen de gevorderde bedragen.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij de gestelde schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 4 primair A, B bewezen verklaarde. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2016.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade, waarvan vergoeding wordt gevorderd. Bij de veroordeling tot betaling van de schadevergoeding zal ook worden bepaald dat wanneer de schadevergoeding door de medeverdachte is betaald, verdachte dit bedrag niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen, en andersom.
Nu vast staat dat verdachte tot het hiervoor genoemde bedrag aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 45, 47, 57, 312, 317, 318 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 5 primair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 A, B, 2 A, B, 3 A, B, 4 primair A, B, 5 subsidiair en 6 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot één jaar,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op drie jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als algemene voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. dat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. dat de veroordeelde medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich binnen vijf werkdagen volgend op het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij de Verslavingszorg Noord Nederland, Oostergoweg 6.
Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
2. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van de forensische polikliniek van GGZ Friesland of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, en waarbij veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling / behandelaar zullen worden gegeven.
3. dat de veroordeelde mee zal werken aan een traject gericht op ambulante woonbegeleiding, ook als dit inhoudt dat hij openheid verschaft over zijn financiële situatie en medewerking verleent aan begeleiding hierop gericht, bij een nader door de reclassering te bepalen instantie, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
4. dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van middelengebruik en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan speekseltesten of urineonderzoek.
Draagt de reclassering op toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de (eventuele) uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 160,-- (zegge: honderdzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 november 2016, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 1], te betalen een bedrag van € 160,-- (zegge: honderdzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 november 2016, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit deel van het toegewezen bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met haar mededader(s) - aan de benadeelde partij een bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit bedrag bestaat uit materiële schade
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.680,-- (zegge: tweeduizendzeshonderdtachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2017, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer
[slachtoffer 3], te betalen een bedrag van € 2.680,-- (zegge: tweeduizendzeshonderdtachtig euro). te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2017, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 36 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 180,-- aan materiële schade en € 2.500,-- aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit deel van het toegewezen bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met haar mededader(s) - aan de benadeelde partij een bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit bedrag bestaat uit € 180,-- aan materiële schade en
€ 2.500,-- aan immateriële schade.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 1.998,25 (zegge: duizendnegenhonderdachtennegentig euro en vijfentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2016, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor wat betreft de schadeposten "Acer laptop" en "Swarovski beeld" niet ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Wijst de vordering voor wat betreft de schadeposten "fototoestel Nikon 50D" en "2 horloges" af.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], te betalen een bedrag van € 1.998,25 (zegge: duizendnegenhonderdachtennegentig euro en vijfentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2016, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 29 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit deel van het toegewezen bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met haar mededader(s) - aan de benadeelde partij een bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 831,21 (zegge: achthonderdeenendertig euro en eenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2016, in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader(s) van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], te betalen een bedrag van € 831,21 (zegge: achthonderdeenendertig euro en eenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 december 2016, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 16 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit € 27,21 aan materiële schade en € 804,-- aan immateriële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit deel van het toegewezen bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte - al dan niet samen met haar mededader(s) - aan de benadeelde partij een bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit bedrag bestaat uit € 27,21 aan materiële schade en € 804,-- aan immateriële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. Th.A. Wiersma en
mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door A. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 juli 2017.