In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 24 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, woonachtig in Groningen, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiser had een boete van €1.250,- opgelegd gekregen omdat hij niet binnen de gestelde termijn aan zijn inburgeringsplicht had voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser wel degelijk aan de voorwaarden voldeed, aangezien hij bij een instelling met het Blik op Werk keurmerk ten minste 300 uur had deelgenomen aan een cursus die hem voorbereidde op het Staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2). De rechtbank oordeelde dat het Staatsexamen NT2 gelijkgesteld kan worden met een inburgeringsexamen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister ten onrechte de inburgeringstermijn niet had verlengd en dat de boete onterecht was opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, de boete op nihil vastgesteld en de minister opgedragen het betaalde griffierecht te vergoeden. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van €1980,00.