ECLI:NL:RBNNE:2017:3288

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
29 augustus 2017
Publicatiedatum
25 augustus 2017
Zaaknummer
5721912 \ CV EXPL 17-1367
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst na aantreffen harddrugs in huurwoning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Actium en een huurster. De zaak betreft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning van de gedaagde, nadat bij een politie-inval op 21 september 2016 in de woning 8,06 gram speed werd aangetroffen. De verhuurder, Actium, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst op basis van de Algemene Huurvoorwaarden, waarin is bepaald dat het verboden is om activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat de gedaagde op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en dat de gestelde overlast niet is komen vast te staan. De kantonrechter heeft de vorderingen van Actium afgewezen en de verhuurder veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

De procedure begon met een tussenvonnis op 4 april 2017 en een comparitie na antwoord op 1 augustus 2017. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de woning huurt sinds 1 november 2014 en dat de huurvoorwaarden van toepassing zijn. De verhuurder heeft de gedaagde in november 2016 geïnformeerd over de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst, maar de gedaagde heeft deze grondslag weersproken. Tijdens de comparitie heeft de gedaagde verklaard dat zij niet op de hoogte was van de drugs en dat zij geen overlast veroorzaakt heeft.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de tekortkoming van de gedaagde, indien deze al aanwezig zou zijn, niet van dien aard is dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft de vorderingen van Actium afgewezen en de verhuurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 5721912 \ CV EXPL 17-1367

vonnis van de kantonrechter van 29 augustus 2017

in de zaak van

de stichting Stichting Actium,

hierna te noemen: Actium,
gevestigd te Assen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. K. Croezen,
tegen

[gedaagde] ,

hierna te noemen: [gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.G. Doornbos,

De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 april 2017;
- het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 1 augustus 2017.
1.2
Ten slotte is in overleg met partijen bepaald dat de kantonrechter vonnis zal wijzen. De datum is nader vastgesteld op vandaag.

De vaststaande feiten

2.1
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2
[gedaagde] huurt van Actium per 1 november 2014 de woning staande en gelegen aan
[adres] te Assen. Op deze huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden van Actium van toepassing. Op grond van artikel 11.4 van deze huurvoorwaarden is het [gedaagde] niet toegestaan om activiteiten te doen of te laten verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld, waaronder begrepen het opslaan of (ver)handelen van drugs.
2.3
Op 21 september 2016 heeft de politie bij een inval in de woning 8,06 gram harddrugs aangetroffen. De politie heeft Actium daarover eind november 2016 ingelicht. In het mutatierapport van de politie van 1 december 2016 staat vermeld dat in "de woning [adres] " 8,06 gram cocaïne is aangetroffen. Als betrokkene wordt [gedaagde] aangemerkt. Het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagname van de rechter-commissaris van 29 september 2016 vermeldt in de bijlage Inbeslaggenomen goederen: "potje met inhoud: speed (getest)". Als verdachte wordt aangemerkt [verdachte] (hierna: [verdachte] ).
2.4
Bij brief van 29 november 2016 heeft Actium aan [gedaagde] te kennen gegeven een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst bij de rechter in te dienen tenzij [gedaagde] de overeenkomst zelf opzegt. Als grondslag wordt vermeldt dat bij [gedaagde] harddrugs zijn aangetroffen. Bij brief van de gemachtigde van [gedaagde] van 7 december 2016 heeft [gedaagde] de grondslag weersproken en te kennen gegeven niet in te stemmen met beëindiging van de huurovereenkomst.

De vordering en het verweer, samengevat en zakelijk weergegeven

3.1
Actium vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Actium vordert daarnaast de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Actium stelt dat [gedaagde] in strijd met de huurovereenkomst 8,06 gram cocaïne in het gehuurde aanwezig heeft gehad. Deze hoeveelheid geldt duidelijk als dealerindicatie. Daarnaast heeft [gedaagde] , dan wel personen die met haar toestemming in het gehuurde verbleven, overlast veroorzaakt. Tot slot handelt [gedaagde] in strijd met artikel 11.6 van de huurvoorwaarden door het gehuurde in gebruik te geven aan een derde, te weten aan [verdachte] . Actium doet ter zake van genoemde feiten een beroep op anonieme meldingen van november 2014 en november 2015. Op grond van een en ander is [gedaagde] tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
3.2
[gedaagde] heeft verweer gevoerd met als conclusie afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Actium in de proceskosten. Zij voert daartoe aan dat geen cocaïne maar speed in de woning is aangetroffen. Deze speed is aangetroffen in de slaapkamer waar de heer [verdachte] op dat moment verbleef. [gedaagde] heeft een vriendschappelijke relatie met [verdachte] . Zij wist niet dat hij speed bij zich had. Zij heeft achteraf vernomen dat [verdachte] dit middel gebruikt om af te vallen (in verband met de sportschool waar [verdachte] vaak heen gaat). In november 2014 woonde [gedaagde] nog niet in het gehuurde; zij is er pas per half december 2014 ingetrokken. De klacht kan haar niet betreffen. Van de klacht in november 2015 weet [gedaagde] niets. Zij veroorzaakt geen overlast. [verdachte] verblijft zo nu en dan bij haar om op te passen op haar dochter. [gedaagde] werkt 40 uur per week in de zorg met veel avond- en nachtdiensten. Zij heeft de woning niet aan [verdachte] in gebruik gegeven.

De beoordeling

4. De kantonrechter overweegt het volgende. De gestelde overlast en het beweerdelijk in gebruik geven van het gehuurde aan [verdachte] zijn niet komen vast te staan. Een en ander is gemotiveerd betwist door [gedaagde] en Actium heeft geen bewijsstukken overgelegd; het blijft bij anonieme niet onderbouwde beweringen. Het enkele feit dat [verdachte] bij [gedaagde] verblijft, waarvoor [gedaagde] een reden heeft gegeven, is onvoldoende om aan te nemen dat zij de woning aan [verdachte] in gebruik heeft gegeven. Deze gronden kunnen de vorderingen van Actium dus niet dragen.
5. In de woning van [gedaagde] zijn drugs (speed) aangetroffen. Evenwel is, blijkens het proces-verbaal van de rechter-commissaris, [verdachte] als verdachte aangemerkt en niet [gedaagde] . De speed is bij [verdachte] aangetroffen. Dat [gedaagde] daar op enigerlei wijze bij betrokken is geweest, is niet aannemelijk geworden. Dat [verdachte] handelt in drugs en dat [gedaagde] daarvan heeft geweten, is - mede gelet op de toelichting van [gedaagde] ter comparitie - niet gebleken. Het niet-opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs kan op grond van de Opiumwet een strafbaar feit (overtreding) opleveren. In zoverre zou wellicht van strijd met de naleving van de huurovereenkomst gesproken kunnen worden. In de geschetste omstandigheden echter acht de kantonrechter, gesteld al dat [gedaagde] strafbaar zou zijn, de tekortkoming, gelet op de geringe betekenis ervan, niet van dien aard dat deze ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen kan rechtvaardigen. Dit betekent dat de kantonrechter de vorderingen van Actium zal afwijzen.
6. [gedaagde] heeft ter comparitie laten blijken ervan doordrongen te zijn dat de aanwezigheid van (hard-)drugs in het gehuurde een tekortkoming kan opleveren die tot ontbinding van de huurovereenkomst kan leiden. Voor een gedragsaanwijzing (proces-verbaal. p. 4) bij dit eenmalige incident ziet de kantonrechter dan ook geen aanleiding, daargelaten dat van een schriftelijke eisvermeerdering geen sprake is geweest.
7. Actium krijgt ongelijk. De kantonrechter zal Actium dan ook veroordelen in de kosten van deze procedure.

De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van Actium af;
veroordeelt Actium tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 300,00 aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2017.
typ/conc: 552 / GJJS
coll: