[A] vordert (na wijziging/vermeerdering en voorts vermindering van eis ter zitting) in reconventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. te bepalen dat Vitas aan [A] aan achterstallig salaris dient te voldoen een netto bedrag van € 547,95, onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, althans een nader door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag en datum;
II. te bepalen dat Vitas aan [A] dient te voldoen een bedrag van € 273,98 wegens wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, althans een nader door de kantonrechter in goede justitie te bepalen verhoging en datum;
III. Vitas te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de onder I en II vermelde bedragen vanaf 2 mei 2017 tot aan de dag van volledige betaling, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum;
IV. Vitas te veroordelen om binnen veertien dan na dagtekening van het vonnis, althans een andere door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, aan [A] een bruto bedrag te voldoen van € 1.523,88 in het kader van de pensioenregeling.
V. Vitas te verbieden om zich in de toekomst tegenover derden nog langer negatief uit te laten over [A] , alsmede te bepalen dat Vitas een dwangsom verbeurt van € 1.000,- per iedere overtreding van dit verbod, met een maximum van € 20.000,-;
VI. althans een dusdanige beslissing te nemen als de kantonrechter juist acht;
VII. te bepalen dat Vitas wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure in reconventie, een bedrag aan salaris van gemachtigde daaronder begrepen.