Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Gang van zaken
- 24 november 2015 voor de duur van 23 dagen;
- 24 mei 2016 voor de duur van 36 dagen;
- 27 september 2016 voor de duur van 60 dagen, omgezet in een taakstraf voor de duur van 160 uur;
Motivering
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 juli 2017 uitspraak gedaan in een beschikking betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de hem opgelegde meldplicht en de voorwaarde van onthouding van drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, geboren in 1984, zijn meldplichtafspraken niet goed nakomt en tweemaal positief heeft gescoord op het gebruik van drugs. Ondanks zijn ontkenning van het gebruik van GHB, erkende hij wel amfetamine te hebben gebruikt. De rechtbank heeft in het verleden al driemaal een deel van de voorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer gelegd, maar de veroordeelde heeft geen nieuwe strafbare feiten gepleegd en heeft zijn drugsverslaving aangepakt. De officier van justitie heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de resterende gevangenisstraf gehandhaafd, maar de raadsvrouw pleitte voor omzetting in een taakstraf. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de resterende gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf van 180 uren, omdat detentie geen meerwaarde zou opleveren gezien het naderende einde van de proeftijd en de positieve ontwikkelingen in het leven van de veroordeelde. De rechtbank heeft wel benadrukt dat de veroordeelde zich moet houden aan de voorwaarden en zich moet melden bij de reclassering.