ECLI:NL:RBNNE:2017:2956

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2017
Publicatiedatum
2 augustus 2017
Zaaknummer
C/17/146805 / HA ZA 16-28
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsfraude en vernietiging van vaststellingsovereenkomst met volledig verval van recht op uitkering

In deze zaak, uitgesproken op 2 augustus 2017 door de Rechtbank Noord-Nederland, staat de vraag centraal of de gedaagde in conventie, eiser in reconventie, zich schuldig heeft gemaakt aan verzekeringsfraude door het indienen van valse facturen bij Aegon Schadeverzekering N.V. De eiser, Aegon, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die een verzekering had afgesloten voor zijn woning. Na een brand op 10 maart 2014 heeft de gedaagde schadevergoeding aangevraagd, maar Aegon heeft betoogd dat de gedaagde opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt, wat heeft geleid tot een aanzienlijke onderverzekering.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde valse facturen heeft ingediend ter ondersteuning van zijn schadeclaim, en dat deze facturen niet authentiek waren. Aegon heeft de vaststellingsovereenkomst die op 21 januari 2015 was gesloten, vernietigd op grond van dwaling en bedrog, en heeft aanspraak gemaakt op terugbetaling van eerder uitgekeerde bedragen. De rechtbank oordeelde dat Aegon terecht de vaststellingsovereenkomst heeft vernietigd en dat het recht op uitkering van de gedaagde is vervallen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 333.876,31 aan Aegon, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten.

De rechtbank benadrukte dat de gedaagde niet aan zijn informatieplicht heeft voldaan en dat zijn psychische toestand geen excuus kon zijn voor het indienen van valse facturen. De vordering in reconventie van de gedaagde werd afgewezen, en de rechtbank bevestigde dat Aegon niet gehouden was tot uitkering onder de verzekeringsovereenkomst.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaaknummer / rolnummer: C/17/146805 / HA ZA 16-28
Vonnis van 2 augustus 2017
in de zaak van
de naamloze vennootschap
AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C. Blanken, kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.W. de Vries, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Partijen zullen hierna Aegon en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie en akte houdende wijziging c.q. vermeerdering van eis in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating
  • de akte van de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de akte uitlating producties van de zijde van Aegon.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft met ingang van 4 juni 1999 een verzekering bij Aegon gesloten, te weten het AEGON Woon- & VrijeTijdpakket. In de polis is onder meer vermeld:
[…]
Op adres[adresgegevens]
[…]
Woonhuis
Verzekerd bedrag […] € 328.600,-
met garantie tegen onderverzekering
[…]
Inboedel
Verzekerd bedrag € 67.300,-
met garantie tegen onderverzekering
[…]
2.2.
In de op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijnde polisvoorwaarden AEGON Woon- & VrijeTijdpakket nr. 3002 is onder meer vermeld:
1. Algemene uitsluitingen
Deze verzekering geeft - naast het in de Bijzondere voorwaarden gestelde - geen dekking voor schade:
1.1
waarover een verzekerde opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt;
[…]
2.3.
Op 10 maart 2014 is brand uitgebroken in de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan de [adresgegevens] De brand is ontstaan door toedoen van de minderjarige zoon van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , die aan het [naam aandoening] lijdt. Naar het ontstaan van de brand is in opdracht van Aegon onderzoek verricht door Biesboer Expertise, die op 2 april 2014 heeft gerapporteerd.
2.4.
Op enig moment is door of namens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een inboedellijst bij Aegon ingediend van alle zaken die volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] beschadigd zijn geraakt als gevolg van de brand, waarbij de waarde is vermeld die elk van deze zaken volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bezat. Tevens is door of namens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] facturen aan (de expert van) Aegon verstrekt ter zake van de inboedel en wel voor een totaalbedrag van € 116.575,34.
2.5.
In een akte van taxatie van 20 juni 2014 is onder meer het volgende vermeld:
AKTE VAN TAXATIE
Ondergetekenden
1) De heer R.T. Schat
optredend als expert voor Verzekeraars
en
2) De heer R. Vergnes
optredend als expert voor Verzekerde
Hiertoe benoemd bij akte d.d. 14-3-2014
Ter taxatie van de grootte van de schade, die op 10-3-2014 ten gevolge van brand is ontstaan aan de verzekerde zaken zijnde: inboedel en opstal
Schadeadres: [adresgegevens]
[…]
Verklaren de volgende bedragen te hebben getaxeerd:
Soort zaak Inboedel Opstal
Waarde vóór het evenement € 230.958,00 € 385.000,00
Waarde na het evenement € 51.220,00 € 53.396,70
Verschil € 179.738,00 € 331.603,30
Het verschil of een gedeelte daarvan is gelijk aan de herstelkosten.
Gehanteerd(e) waardebegrip(pen): Nieuw- en dagwaarde en herstelkosten
Bijkomende kosten
Beredding € 8.145,97
Opruiming € 20.867,70
Eventuele andere kosten € 27.771,00 toelichting Tijdelijk verblijf elders, huurderving.
[…]
De taxatie is geschied onder uitdrukkelijk voorbehoud van de rechten die de betrokken verzekeraar(s) kan (kunnen) ontlenen aan de in de polis gestelde voorwaarden.
Deze akte van taxatie is geen vaststellingsovereenkomst in de zin van art. 7:900 e.v. B.W.
[…]
2.6.
Omdat (de toenmalige echtgenote van) [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij het afsluiten van de verzekering de inboedelwaardemeters onjuist had ingevuld, bleek er ten aanzien van de inboedel sprake te zijn van aanzienlijke onderverzekering. Aegon heeft naar de oorzaak van deze onderverzekering aanvullend onderzoek laten uitvoeren door Biesboer Expertise, die op
21 augustus 2014 heeft gerapporteerd.
2.7.
Ten aanzien van de inboedel heeft Aegon op 21 maart 2014 een uitkering gedaan ter hoogte van € 15.000,00, gevolgd door uitkeringen van € 35.000,00 op 17 juli 2014 en van € 13.699,68 op 29 augustus 2014 (op dat moment een totaalbedrag van € 63.699,68).
2.8.
Ten aanzien van de opstalschade heeft Aegon op 11 augustus 2014 een uitkering aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gedaan ter hoogte van € 152.688,40.
2.9.
Op 19 januari 2015 heeft Aegon een factuur voor de bereddingskosten (onderdeel van de inboedelschade) ter hoogte van € 8.145,97 rechtstreeks aan het schoonmaakbedrijf Eresdé betaald.
2.10.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft ten aanzien van de inboedel een beroep gedaan op de garantiebepaling tegen onderverzekering in de polis. Aegon heeft geweigerd een hoger bedrag aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te betalen dan het reeds betaalde bedrag van in totaal € 63.699,68 ter zake van de inboedel. Partijen hebben gelet op dit meningsverschil een mediationtraject gevolgd ten overstaan van de mediator mr. W.G.B. Neervoort, hetgeen heeft geleid tot het sluiten van een vaststellingsovereenkomst op 21 januari 2015. In deze vaststellingsovereenkomst is onder meer vermeld:
[…]
In aanmerking nemende:
dat tussen Partijen een geschil is gerezen over de omvang van de door Aegon aan de heer en mevrouw [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] verschuldigde schadevergoeding uit hoofde van hun bij Aegon gesloten inboedelverzekering met polisnummer 701799291 in verband met de brand in hun woonhuis aan de [adresgegevens] op 10 maart 2014;
dat partijen zijn overeengekomen te proberen dit geschil door middel van mediation op te lossen;
[…]
Zijn het volgende overeengekomen
Artikel 1. Mediation overeenkomst
[…]
3. Indien na de totstandkoming van deze vaststellingsovereenkomst wederom tussen partijen een geschil ontstaat, verband houdende met of voortvloeiende uit het geschil als bedoeld in art. 1 of deze vaststellingsovereenkomst, zullen partijen wederom trachten het (nieuwe) geschil met behulp van mediation op te lossen.
[…]
5. Resultaat van de mediation
- Aegon betaalt binnen 10 dagen na heden € 100.000,-- aan partij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] […]
- Partij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] verleent nu reeds voor alsdan na ontvangst van dit bedrag algehele en finale kwijting aan Aegon ter zake van de schade aan de inboedel van hun woonhuis aan de [adresgegevens] op 10 maart 2014;
- Terzake de opstalschade, welke ook bij Aegon is verzekerd zal door Aegon nog aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden betaald € 211.482,- na ontvangst van facturen tot maximaal € 352.470,- voor de herbouw van bovengenoemd woonhuis en opruimingskosten.
2.11.
Aegon heeft op 23 januari 2015 het in de vaststellingsovereenkomst genoemde bedrag van € 100.000,00 ter zake van de inboedelschade aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betaald.
2.12.
Na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst is door of namens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ten bewijze van de herbouw van de opstal nota's bij Aegon ingediend voor een totaalbedrag van € 324.664,63.
2.13.
Aegon heeft op enig moment aanleiding gezien om een nader onderzoek in te stellen naar alle door of namens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ingediende nota's. In het rapport van Dekra van
23 juli 2015 is onder meer vermeld:
[…]
Facturen
In totaal zijn er door verzekerde, of althans door zijn eigen deskundige, 44 facturen bij Aegon ingediend. Deze facturen zijn door ons in een overzicht verwerkt (
bijlage 1). Uit het overzicht blijkt dat er voor de inboedel in totaal EUR 116.575,34 aan facturen is ingediend en voor de opstal
EUR 324.664,63.
[…]
Onderzoek naar authenticiteit
Wij kregen van u de opdracht onderzoek te verrichten naar de authenticiteit van de 44 facturen. Wij hebben hiertoe contact gelegd met genoemde ondernemingen en vastgesteld dat er in ieder geval
11van de
44facturen niet authentiek zijn. Een factuur van Electroworld is wél authentiek, maar de levering heeft nooit plaatsgevonden (zie onderzoek). Het gaat hierbij om de navolgende facturen:
Onderneming Factuurbedrag
1. [naam Tuinservice] EUR 16.355,00
2. KBC Keukens EUR 55.236,50
3. [naam bouwbedrijf] EUR 6.655,00
4. [naam bouwbedrijf] EUR 26.209,60
5. [naam bouwbedrijf] EUR 69.590,00
6. [naam bouwbedrijf] EUR 3.025,00
7. [naam bouwbedrijf] EUR 101.805,74
8. Electroworld EUR 4.352,00
9. [naam bedrijf] EUR 16.380,00
10. [naam bedrijf] EUR 13.068,00
11. [naam interieur bedrijf] EUR 8.100,00
12. [naam interieur bedrijf] EUR
30.875,00
Totaal, inclusief btw EUR
351.651,84
[naam Tuinservice]
Op 30 juni 2015 hadden wij telefonisch contact met [naam medewerkster] , werkzaam bij Van Tuinen. Wij zonden haar per e-mail de door verzekerde ingediende facturen. Op 30 juni 2015 ontvingen per
e-mail het bericht dat de factuur van EUR 800,00 authentiek is en door verzekerde op 19 februari 2015 is voldaan. De factuur van EUR 16.355,00 is niet door Van Tuinen opgemaakt. Het factuurbedrag zou ook niet zijn betaald. De e-mail wordt als
bijlage 2bij dit verslag gevoegd.
KBC Keukens
Op 30 juni 2015 hadden wij telefonisch contact met de heer [naam medewerker] van KBC keukens. Wij zonden hem per e-mail de door verzekerde ingediende factuur. Zowel telefonisch als per e-mail bevestigde de heer [naam medewerker] dat de factuur niet van KBC afkomstig is. De bevestiging wordt als
bijlage 3bij dit verslag gevoegd.
[naam bouwbedrijf]
Op 1 juli 2015 brachten wij een bezoek aan [naam bouwbedrijf] en spraken met [naam medewerkster] verklaarde dat de door verzekerde ingediende facturen niet door haar onderneming zijn opgemaakt. Verzekerde had wel een (herbouw)begroting door Jelle Bruinsma laten maken, maar tot een daadwerkelijke opdracht is het nooit gekomen. De enige factuur die door Jelle Bruinsma aan verzekerde is uitgeschreven, betreft een factuur van EUR 787,81 voor werkzaamheden met betrekking tot de begroting én het leveren van een partij bouwstaal. Deze factuur was ten tijde van ons bezoek nog niet door verzekerde voldaan.
De verklaring van [naam medewerkster] wordt als
bijlage 4bij dit verslag gevoegd. De begroting wordt per afzonderlijke mail aan u gezonden.
Electroworld van de Weerd
Op 1 juli 2015 zonden wij een e-mail aan Electroworld. Wij stelden vragen over de door verzekerde ingediende facturen en door ons werden op voorhand al meerdere onregelmatigheden aangetroffen. Deze onregelmatigheden zijn in de e-mail verwoord (zie bijlage). Wij werden kort daarna gebeld door de heer [naam eigenaar] , eigenaar van Electroworld. Hij vertelde ons dat de factuur van 12 december 2011 wel degelijk door Electroworld is opgemaakt, maar dat de apparatuur op de factuur niet is geleverd. De factuur van 12 juni 2009 zou ook correct zijn en deze apparatuur is wél geleverd en betaald. De heer [naam eigenaar] vertelde ons samengevat het volgende:
"De heer [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft op 12 juni 2009 de apparatuur gekocht. Op enig moment was er een storing aan de Samsung UE46B8000 televisie, maar de schade viel net buiten de garantietermijn. Om de klant te helpen werd door Electroworld een nieuwe "nota" gemaakt, maar dan met datum 12-12-2011. Deze factuur werd dan door verzekerde bij Samsung ingediend, waarna de televisie alsnog onder garantie werd hersteld."
De heer [naam eigenaar] bevestigde dit per e-mail (
bijlage 5)
Slaapkenner Metz
Verzekerde heeft twee facturen van Slaapkenner Metz ingediend. Bij bestudering van deze facturen is ons het volgende opgevallen:
- Er is sprake van een slordige opmaakt en uitlijning.
- Er is kennelijk sprake van twee facturen (4337 en 4342) maar de beide documenten horen kennelijk bij elkaar.
- De aanhef heeft de zelfde opbouw als de facturen van [naam eigenaar] Interieurs (zie onder).
Slaapkenner Metz heeft de bedrijfsactiviteiten enkele jaren geleden beëindigd, maar het lukte ons de voormalig eigenaar, de heer [naam eigenaar] te achterhalen. Wij zonden hem de facturen per e-mail en hij bevestigde op 9 juli 2015 dat twee facturen niet van [naam bedrijf] Leeuwarden afkomstig zijn. Deze bevestiging wordt als
bijlage 6bij dit verslag gevoegd.
[naam eigenaar] Interieurs
Verzekerde heeft twee facturen van [naam eigenaar] Interieurs ingediend. Bij bestudering van deze twee facturen is ons het volgende opgevallen:
- Er is sprake van een slordige opmaak en uitlijning.
- Er is sprake van één factuur omdat op beide documenten het nummer 8401242 staat. Opvallend is dat op beide pagina's een totaalbedrag wordt opgenomen.
- De aanhef heeft dezelfde opbouw als de facturen van Slaapkenner Metz (zie boven).
[naam eigenaar] Interieurs heeft de bedrijfsactiviteiten enkele jaren geleden beëindigd, maar het lukte ons de voormalig eigenaar, de heer [naam eigenaar] te achterhalen. Wij zonden hem de facturen per e-mail en hij bevestigde ons telefonisch dat twee facturen niet door zijn onderneming zijn opgemaakt. De heer [naam eigenaar] wilde EUR 500,00 ontvangen om vorenstaande te bevestigen. Wij hebben dit met u besproken en vooralsnog zijn wij niet op dit voorstel ingegaan. Er is dus alleen een mondelinge bevestiging van de heer [naam eigenaar] dat de twee facturen niet authentiek zijn.
Interview verzekerde
Wij kregen van u de opdracht verzekerde met onze bevindingen te confronteren. Verzekerde wilde ons niet te woord staan en hij verwijs ons naar zijn advocaat.
Samenvatting onderzoek
Door ons is onderzoek verricht naar de 44 facturen die door verzekerde, of althans door zijn eigen deskundige, bij Aegon zijn ingediend. Door ons is vastgesteld dat 12 facturen met een totaalbedrag van
351.651,84vals zijn, dan wel zijn vervalst en/of als echte factuur zijn gebruikt.
[…]
2.14.
Bij brief van 28 september 2015 heeft Aegon onder meer het volgende aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] medegedeeld:
[…]
Bij deze komen wij terug op uw brandclaim d.d. 10 maart 2014.
Wij hadden op 10 september een afspraak staan om het dossier met elkaar te bespreken. Ik ben met mijn collega vanuit Den Haag naar Leeuwarden gereisd maar moest daar helaas vernemen dat u het gesprek niet zou bijwonen. Uw advocaat was wel aanwezig. Wij hebben met uw advocaat besproken dat wij graag in persoon met u van gedachten zouden willen wisselen. Ik heb daartoe de datum van
1 oktober 2015 voorgesteld maar u heeft aangegeven zich daartoe toch niet in staat te achten. Daarom stuur ik u bij deze een vragenlijst op met het verzoek deze zo volledig mogelijk en naar waarheid in te vullen en te retourneren.
[…]
2.15.
Bij brief van 8 oktober 2015 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onder meer het volgende aan Aegon medegedeeld:
[…]
In goede orde heb ik uw brief d.d. 28 september 2015 ontvangen. In deze brief verzoekt u cliënt antwoord te geven op de bij deze brief in de bijlage gestelde vragen. U hebt, althans zo kan ik uit die brief afleiden, cliënt ook rechtstreeks willen benaderen echter is daarbij een onjuist adres gebruikt. Alvorens inhoudelijk op uw brief te reageren wil ik graag nogmaals benadrukken dat het niet in het belang van de gezondheid van cliënt is dat u hem terzake onderhavige kwestie rechtstreeks benaderd. In mijn brief d.d. 14 juli 2015 en 21 juli 2015 heb ik u om die reden ook verzocht het contact
uitsluitendvia ondergetekende te laten verlopen. Ik wil u verzoeken daaraan gehoor te geven en cliënt dan ook niet langer rechtstreeks te benaderen.
[…]
In de bijlage bij de brief d.d. 28 september 2015 wordt verwezen naar een groot aantal facturen. Deze facturen zaten niet bij uw schrijven d.d. 28 september 2015 zodat cliënt hiervan geen kennis heeft kunnen nemen. Daarnaast komen de genoemde nota's cliënt ook niet bekend voor. In die periode was hij zwaar overspannen. Wel zijn in die periode veel werkzaamheden uitgevoerd en zijn er vele materialen aangeschaft en verwerkt. In dat kader doe ik u een foto overzicht toekomen waaruit zulks ook blijkt (
bijlage 6). Van benadeling van Aegon Schadeverzekering N.V. is dan ook absoluut geen sprake.
Nogmaals wens ik te benadrukken dat deze discussie niet (langer) relevant is nu partijen, ter beslechting van het geschil en ter voorkoming van onduidelijkheden, een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten waarbij de door de onafhankelijke deskundige getaxeerde waarde (akte van taxatie) leidend is geweest. Dat het handelen van cliënt nu en in het verleden de schoonheidsprijs niet verdiend moge dan zo zijn, maar men mag daarbij niet vergeten de impact van de gebeurtenissen in het verleden en de gevolgen die dat voor cliënt heeft gehad. Tot op de dag van vandaar ondervindt cliënt hiervan de gevolgen.
Gelet op het voorgaande stel ik voor, in afwezigheid van cliënt, nogmaals met u het gesprek aan te gaan en te zoeken naar een passende oplossing. Het moge voor zich spreken dat ik daartoe gevolmachtigd ben. De vaststellingsovereenkomst schrijft in dit kader mediation dwingend voor, maar met wederzijdse instemming zou zulks wat mij betreft buiten mediation afgedaan kunnen worden.
[…]
2.16.
Bij brief van 12 oktober 2015 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onder meer het volgende aan Aegon medegedeeld:
[…]
Ik kende deze facturen nog niet. Inmiddels heb ik ze aan cliënt doorgezonden met het verzoek daarop te reageren.
Cliënt liet mij daarop weten dat hij deze facturen ook niet kent. Of zulks te maken heeft met het feit dat cliënt deze nimmer heeft ontvangen of dat het te maken heeft met het feit dat zulks gebeurd is in een periode waarin cliënt zwaar overspannen was, is mij niet duidelijk. Wel begreep ik van cliënt dat alle daarop genoemde werkzaamheden en materialen feitelijk zijn verricht dan wel zijn aangeschaft. In zoverre is zulks in lijn met hetgeen ik daarover in mijn brief d.d. 08 oktober 2015 reeds schreef. Naar de inhoud van deze brief mag ik u kortheidshalve hier wel verwijzen.
[…]
2.17.
Bij aan de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gerichte brief van 4 december 2015 heeft Aegon de vaststellingsovereenkomst vernietigd wegens dwaling en/of bedrog. Tevens is door Aegon een beroep gedaan op artikel 1.1 van de polisvoorwaarden en artikel 7:941 lid 5 BW op grond waarvan volgens Aegon sprake is van een algeheel verval van recht op uitkering. Aegon heeft voorts aanspraak gemaakt op terugbetaling van de door haar verrichte uitkeringen en betaling van de door haar gemaakte kosten. Tevens is aangegeven dat de onderhavige verzekering met ingang van die dag wordt geroyeerd, dat aangifte zal worden gedaan van oplichting, valsheid in geschrifte en verstrekking onware gegevens en dat de persoonsgegevens van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden opgenomen in het incidentenregister van Aegon en in het extern verwijzingsregister voor financiële instellingen van de Stichting CIS.
2.18.
Bij brief van 31 december 2015 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] Aegon verzocht
- kort samengevat - om de hiervoor genoemde maatregelen achterwege te laten.

3.De vordering in conventie

3.1.
De vordering van Aegon strekt ertoe, dat de rechtbank, bij vonnis, waar mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zich met het indienen van valse facturen heeft schuldig gemaakt aan opzettelijke misleiding van Aegon;
- voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met het indienen van valse facturen jegens Aegon wanprestatie heeft gepleegd en/of onrechtmatig heeft gehandeld;
- de tussen partijen op 21 januari (
de rechtbank leest:) 2015 gesloten vaststellingsovereenkomst vernietigt op grond van dwaling en/of bedrog, subsidiair deze ontbindt met het verlenen van terugwerkende kracht aan die ontbinding in verband met onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW), meer subsidiair voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep toekomt op de in die overeenkomst gemaakte afspraken (artikel 6:248 BW);
- [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling aan Aegon van een bedrag van € 333.876,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2016, althans de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele betaling;
- [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf na 14 dagen na het vonnis en in de nakosten.
3.2.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna - voor zover van belang - nader ingegaan.

4.De vordering in reconventie

4.1.
De vordering van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] strekt er - na wijziging c.q. vermeerdering van eis - toe dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
1. voor recht verklaart dat de vaststellingsovereenkomst d.d. 21 januari 2015 niet (buitengerechtelijk) is vernietigd en dat partijen gehouden zijn aan de vaststellingsovereenkomst d.d. 21 januari 2015 en de daarin weergegeven afspraken;
2. Aegon veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van € 211.482,00, dan wel een in goede justitie nader te bepalen bedrag;
subsidiair:
3. voor recht verklaart dat Aegon de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst niet heeft kunnen opzeggen en Aegon veroordeelt en gebiedt binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de beëindiging met terugwerkende kracht ongedaan te maken, dan wel haar gebiedt alle medewerking te verlenen die harerzijds noodzakelijk zijn de beëindiging van de polissen ongedaan te maken, dan wel een in goede justitie nader te bepalen beslissing;
4. voor recht verklaart dat de schade aan de opstal en de inboedel ten gevolge van de brand in de woning staande en gelegen aan de [adresgegevens] , onder de dekking valt van de opstal- en inboedelverzekering, alsmede voor recht verklaart dat Aegon gehouden is de schadepenningen, waarop [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aanspraak maakt op grond van de overeenkomst en de toepasselijke voorwaarden en voor zover door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] deze nog niet reeds zijn ontvangen, aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uit te keren;
5. voor recht verklaart dat Aegon toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de onder 3. genoemde verzekeringsovereenkomst door in strijd met de inhoud van de polis en de toepasselijke voorwaarden, ondanks de garantie tegen onderverzekering, niet tot uitkering over te gaan;
6. Aegon veroordeelt tot vergoeding van de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] als gevolg van voormelde tekortkoming geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
7. Aegon veroordeelt, uiterlijk 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, tot betaling aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van € 50.000,00, bij wijze van voorschot op de geleden schade, althans een in goede justitie nader te bepalen bedrag bij wijze van voorschot;
primair en subsidiair:
8. Aegon veroordeelt en gebiedt binnen een week na betekening van het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot verwijdering van de persoonsgegevens van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in het Extern Verwijzingsregister voor financiële instellingen van de Stichting CIS, het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude van het Verbond van Verzekeraars en de Interne database van Aegon, dan wel dat Aegon medewerking verleent die harerzijds noodzakelijk is ter verwijdering van de bedoelde (persoons)gegevens in de registers, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daarmee in gebreke blijft, dan wel een nadere in goede justitie te bepalen bedrag aan dwangsom;
9. Aegon veroordeelt in de kosten van dit geding, te vermeerderen met nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.2.
Aegon voert verweer.
4.3.
Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna - voor zover van belang - nader ingegaan.

5.Het geschil en de beoordeling daarvan

in conventie

5.1.
Aegon stelt zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met het indienen van valse facturen zowel vóór de mediation ten behoeve van de inboedelschade als ná de mediation ten behoeve van de opstalschade getracht heeft Aegon opzettelijk te misleiden teneinde een hogere uitkering te krijgen dan waar recht op bestond. Ten aanzien van de inboedelschade heeft Aegon gesteld dat de valse facturen ten grondslag hebben gelegen aan de vaststelling van de omvang van de inboedelschade door de experts nu deze schade als gevolg van het verloren gaan van de inboedel bij de brand niet objectief en zelfstandig door de experts was vast te stellen. Op basis van de valse facturen is Aegon er ten onrechte van uitgegaan dat de op de facturen genoemde zaken eigendom waren van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , dat deze zich ten tijde van de brand in de woning bevonden en een waarde vertegenwoordigden zoals op de facturen is genoemd, terwijl dat allemaal niet vast stond. De vaststellingsovereenkomst is volgens Aegon gesloten ter beëindiging van het geschil tussen partijen over de hoogte van de te vergoeden inboedelschade in verband met het door Aegon gedane beroep op onderverzekering. Het bestaan van dekking en de hoogte van de totale schade, zoals vastgelegd in de akte van taxatie, waren ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst zaken die Aegon op dat moment als onbetwist en zeker aan het sluiten van de overeenkomst ten grondslag heeft gelegd. Over de juistheid van die punten heeft Aegon ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gedwaald.
Ten aanzien van de opstalschade heeft Aegon gesteld dat de valse facturen die zijn ingediend ter verkrijging van de betaling van de opstalschade het in de vaststellingsovereenkomst genoemde bedrag van € 211.482,00 overstijgen en daarom niet met een andere intentie kunnen zijn ingediend dan de uiteindelijke verkrijging van een betaling boven dat bedrag. Bovendien heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] met het overleggen van de valse facturen ten onrechte de indruk gewekt dat er reeds tot een bepaald bedrag daadwerkelijk herbouwd was, terwijl enig bewijs van herbouw in feite niet is geleverd. Dat de werkzaamheden op de valse facturen beweerdelijk wel zijn uitgevoerd en materialen wel zijn geleverd, zoals [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de brieven van 8 en 12 oktober 2015 2015 heeft gesteld, blijkt - daargelaten de relevantie in het licht van het gegeven dat valse facturen zijn ingediend waarmee frauduleus richting Aegon is gehandeld - nergens uit, aldus nog steeds Aegon. Ook de van de polisvoorwaarden afwijkende afspraak in de vaststellingsovereenkomst ten aanzien van de opstalschade - te weten: een voorschot van 60% in plaats van 40% en het restant na indiening van facturen - heeft Aegon enkel gemaakt omdat zij op dat moment niet twijfelde aan de moraliteit van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , de juistheid van de door hem verstrekte informatie en het bestaan van dekking onder de polis. In werkelijkheid waren deze aannames onjuist omdat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst reeds voor een bedrag van € 72.775,00 inclusief btw aan valse facturen had ingediend ter onderbouwing van de vermeende inboedelschade, zodat aan de moraliteit van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ernstig kon worden getwijfeld en er ook geen recht op dekking bestond ter zake van de inboedelschade. Aegon zou de afspraak over de wijze van betaling van de opstalschade nimmer met [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] hebben gemaakt indien zij op de hoogte was geweest van de werkelijke stand van zaken, aldus nog steeds Aegon. Op grond van het voorgaande stelt Aegon zich (primair) op het standpunt dat zij de vaststellingsovereenkomst op juiste gronden heeft vernietigd wegens dwaling en/of bedrog en dat op grond van artikel 1.1 van de polisvoorwaarden en artikel 7:941 lid 5 BW elk recht op uitkering is vervallen. Aegon heeft voorts aanspraak gemaakt op terugbetaling van de door haar reeds uitgekeerde bedragen en op het vergoeden van haar schade, bestaande uit door haar betaalde kosten.
5.2.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft allereerst aangevoerd dat Aegon niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering omdat partijen in de vaststellingsovereenkomst een mediation-clausule zijn overeengekomen. Subsidiair heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat de zaak dient te worden aangehouden voor het uitvoeren van de overeengekomen mediation en dat Aegon dient te worden gelast om aan de overeengekomen mediation haar medewerking te verlenen.
5.2.1.
Het verweer zal in zoverre worden verworpen. Gelet op de aard van het middel van mediation staat het beide partijen te allen tijde vrij hun medewerking daaraan alsnog te onthouden, dan wel die om hen moverende redenen te beëindigen. Daarbij wordt opgemerkt dat een mediation-clausule niet op één lijn is te stellen met een arbitraal beding of een beding waarin partijen zijn overeengekomen een tussen hen gerezen geschil te zullen voorleggen aan een bindend adviseur. Waar arbitrage en bindend advies een wettelijke basis kennen en in welk geval een door partijen aangewezen arbiter of bindend adviseur op voor partijen in beginsel bindende wijze beslist omtrent het geschil, is bij mediation het uitgangspunt dat partijen in beginsel zèlf, op basis van wederzijdse bereidheid tot het treffen van een schikking, met behulp van een mediator zoeken naar een minnelijke oplossing voor hun geschil en een en ander vastleggen in een vaststellingsovereenkomst. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft betoogd dat gelet op de omstandigheid dat Aegon geen particulier is, van haar een zekere inspanning had kunnen worden gevergd om het conflict via mediation op te lossen. Gelet op de zeer zware beschuldiging van fraude aan de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] - waardoor er geen vertrouwen van Aegon in [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] meer aanwezig zal zijn geweest - alsmede gelet op de omstandigheid dat Aegon blijkens de onder 2. genoemde correspondentie desondanks meermaals heeft gepoogd om in gesprek te komen met [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] maar de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te kennen heeft gegeven dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daartoe niet in staat was - en een persoonlijk contact derhalve kennelijk niet tot de mogelijkheden behoorde - zal dit verweer, wat daar verder ook van zij, niet worden gehonoreerd.
5.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de juistheid van de bevindingen en de conclusies van Dekra niet voldoende gemotiveerd weersproken. Weliswaar stelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dat hij zich het opmaken en verzenden van de facturen niet kan herinneren, maar gelet op de omstandigheid dat hij dit zelf wijt aan zijn psychische situatie door het verlies van zijn bedrijf, problemen in de echtelijke sfeer, de zorgen voor zijn zoon die aan het [naam aandoening] lijdt, alsmede door de brand en ook zelf aangeeft dat "een kat in het nauw" onder de gegeven omstandigheden "rare sprongen maakt", gaat de rechtbank ervan uit dat de door Dekra genoemde facturen daadwerkelijk door, dan wel van de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] valselijk zijn opgemaakt en aan Aegon zijn verzonden. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft voorts niet voldoende gemotiveerd weersproken dat ten tijde van de vaststellingsovereenkomst reeds voor een bedrag van € 72.775,00 inclusief btw aan valse facturen - te weten de door Dekra genoemde facturen onder 8 tot en met 12 - was ingediend ter onderbouwing van de vermeende inboedelschade. Vast staat voorts dat Aegon destijds niet op de hoogte was van dit frauduleus handelen. Nog afgezien van de omstandigheid dat Aegon er op basis van deze facturen van zal zijn uitgegaan - zoals zij stelt - dat de op de facturen genoemde zaken eigendom waren van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , dat deze zich ten tijde van de brand in de woning bevonden en een waarde vertegenwoordigden zoals op de facturen is genoemd - hetgeen echter niet op basis van deze valse facturen als vaststaand kon worden aangenomen - kan Aegon gevolgd worden in haar stelling dat zij de onderhavige vaststellingsovereenkomst niet zou hebben gesloten in een situatie als het onderhavige, waarin frauduleus is gehandeld. Weliswaar waren ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst slechts valse facturen ingediend ter zake van de inboedelschade, maar naar het oordeel van de rechtbank brengt dit frauduleus handelen tevens met zich, dat Aegon - zoals zij heeft gesteld - ook de in de vaststellingsovereenkomst neergelegde, van de polisvoorwaarden afwijkende en voor [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gunstige afspraak omtrent het uitbetalen van voorschotten ten aanzien van de opstalschade, niet zou zijn overeengekomen indien zij van het frauduleus handelen van (de zijde van) [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op de hoogte zou zijn geweest. Op grond van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat Aegon de vaststellingsovereenkomst op juiste gronden heeft vernietigd bij brief van 4 december 2015. Gelet op deze buitengerechtelijke vernietiging, is vernietiging bij vonnis (zoals Aegon heeft gevorderd) niet aan de orde.
5.4.
Aan het voorgaande kan niet afdoen dat Aegon de brief van 4 december 2015 waarin de vaststellingsovereenkomst buitengerechtelijk wordt vernietigd, slechts aan de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft gericht - en niet aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zelf - zoals [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft aangevoerd. Bij brief van 8 oktober 2015 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] immers zelf uitdrukkelijk aan Aegon medegedeeld dat in het belang van de gezondheid van zijn cliënt het contact uitsluitend via hem diende te lopen en dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet langer rechtstreeks mocht worden benaderd. Nog afgezien van de omstandigheid dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet heeft weersproken dat zijn advocaat gevolmachtigd was om voor hem op te treden, kan Aegon onder deze omstandigheden niet worden tegengeworpen dat de buitengerechtelijke vernietiging niet aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zelf was gericht.
5.5.
Nog afgezien van hetgeen partijen in artikel 1.1. van de polisvoorwaarden zijn overeengekomen, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toerekenbaar tekort is geschoten jegens Aegon in de nakoming van de op hem rustende informatieplicht zoals in artikel 7:941 lid 2 BW bedoeld. Door het valselijk (laten) opmaken en versturen van facturen aan Aegon ten aanzien van zowel de inboedelschade als de opstalschade heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] immers niet alle inlichtingen en bescheiden aan Aegon verschaft die voor deze van belang zijn om haar uitkeringsplicht te beoordelen. Op grond van artikel 6:74 BW dient [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dan ook de schade aan Aegon te vergoeden die zij als gevolg hiervan heeft geleden.
5.6.
De rechtbank is voorts van oordeel dat op grond van artikel 7:941 lid 5 BW het recht op uitkering is vervallen wegens de hiervoor bedoelde tekortkoming. Weliswaar heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat alle op de facturen vermelde inboedelzaken daadwerkelijk aanwezig waren ten tijde van de brand en dat deze zaken ook de waarden vertegenwoordigden die op de facturen waren vermeld en dat ten aanzien van de opstalschade de op de facturen vermelde materialen ook daadwerkelijk zijn geleverd en de daarop vermelde werkzaamheden ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd, maar - nog afgezien van de omstandigheid dat Aegon dit gemotiveerd heeft weersproken - is het naar het oordeel van de rechtbank voor het verval van het recht op uitkering in de zin van artikel 7:941 lid 5 niet relevant of de misleiding achteraf gezien relevant was voor de schadevaststelling door de verzekeraar. Gelet op de aanzienlijke omvang van de fraude is voorts naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een situatie waarin de misleiding het (volledige) verval van recht op uitkering niet rechtvaardigt. Ook kan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet gevolgd worden in zijn verweer dat het verval van uitkering slechts ex nunc werkt en derhalve niet de reeds door Aegon aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uitgekeerde bedragen treft. Uit het rapport van Dekra volgt immers dat sprake is van 12 valse facturen met een totaalbedrag van € 351.651,84. De door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerde psychische toestand van hemzelf kan daarbij niet tot een ander oordeel leiden. Nog afgezien van de omstandigheid dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] die psychische toestand niet nader heeft onderbouwd door bijvoorbeeld een medische verklaring in het geding te brengen, acht de rechtbank daarbij van belang dat - gelet op de omvang van de fraude - van een incident geen sprake is geweest.
5.7.
Op grond van het voorgaande zal de gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zich met het indienen van valse facturen heeft schuldig gemaakt aan opzettelijke misleiding van Aegon en dat daarmee wanprestatie heeft gepleegd (toerekenbaar tekort is geschoten) worden toegewezen.
5.8.
Aegon vordert betaling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van in totaal € 324.406,01 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , te weten de volgende door Aegon gemaakte kosten/terugbetaling van uitkeringen:
- € 15.000,00 op 21 maart 2014 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- € 35.000,00 op 17 juli 2014 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- € 13.699,68 op 29 augustus 2014 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- € 100.000,00 op 23 januari 2015 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- € 4.156,00 op 9 februari 2015 aan Medarba
- € 152.688,40 op 11 augustus 2014 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
- € 3.861,93 op 5 november 2015 aan Dekra Expertise.
Voorts vordert Aegon de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum van iedere betaling, hetgeen volgens Aegon resulteert in een vordering van € 333.876,31 per 20 januari 2016.
5.8.1.
Gelet op de omstandigheid dat de uitkeringsplicht van Aegon jegens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is komen te ontvallen, zijn de aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] uitgekeerde bedragen - waarvan de hoogte niet door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is weersproken - onverschuldigd betaald. Ook de daarover gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen, nu tegen toewijzing daarvan geen zelfstandig verweer is gevoerd. Tevens is [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gehouden om de als gevolg van zijn toerekenbaar tekortschieten door Aegon geleden schade te vergoeden. Aegon heeft onweersproken gesteld dat zij ter zake van de mediation een bedrag van € 4.156,00 aan Medarba heeft betaald en ter zake van het onderzoek van Dekra Expertise een bedrag van € 3.861,93. Beide bedragen dienen naar het oordeel van de rechtbank als schade als gevolg van het toerekenbaar tekort schieten van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te worden aangemerkt. Zonder het frauduleus handelen zou Aegon immers - zoals hiervoor reeds is overwogen - niet in het kader van mediation de onderhavige vaststellingsovereenkomst hebben gesloten en zou een onderzoek door Dekra Expertise naar de valsheid van facturen niet aan de orde zijn geweest.
5.8.2.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft voorts een beroep gedaan op verrekening, dan wel opschorting gelet op de nalatigheid van Aegon om tot (verdere) uitkering over te gaan. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is Aegon niet gehouden tot uitkering aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] over te gaan wegens het algeheel verval van het recht op uitkering. Het beroep op verrekening en/of opschorting, wat daar verder ook van zij, slaagt om die reden niet.
5.9.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Aegon worden vastgesteld op:
- dagvaardingskosten € 77,75
- griffierecht € 3.903,00
- salaris voor de advocaat
€ 5.000,00(2,5 punt x tarief € 2.000,00)
Totaal € 8.980,75.
Ook de over de proceskosten gevorderde wettelijke rente acht de rechtbank toewijsbaar, zoals in het dictum te melden.
5.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten thans al kunnen worden begroot. Deze nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing te vermelden.
in reconventie
5.11.
Omdat Aegon geen bezwaar heeft gemaakt tegen de wijziging/vermeerdering van eis door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij conclusie van dupliek, tevens conclusie van repliek in reconventie en akte houdende wijziging/vermeerdering van eis in reconventie en de rechtbank ook ambtshalve geen aanleiding ziet om deze wijziging/vermeerdering van eis wegens de eisen van een goede procesorde buiten beschouwing te laten, zal recht worden gedaan op de gewijzigde/vermeerderde eis.
5.12.
Uit hetgeen hiervoor in conventie is overwogen, volgt dat de gevorderde verklaring voor recht dat de vaststellingsovereenkomst van 21 januari 2015 niet (buitengerechtelijk) is vernietigd en dat partijen gehouden zijn aan de vaststellingsovereenkomst en de daarin weergegeven afspraken, dient te worden afgewezen. Tevens volgt uit hetgeen in conventie is overwogen, dat Aegon niet tot uitkering aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gehouden is en ter zake derhalve niet toerekenbaar tekort is geschoten jegens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en dus niet gehouden is om tot enige uitkering onder de polis en tot het vergoeden van schade over te gaan. Hetgeen in conventie is overwogen, brengt voorts naar het oordeel van de rechtbank met zich dat Aegon de onderhavige verzekeringsovereenkomst op goede gronden heeft opgezegd, en dat de persoonsgegevens van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op goede gronden in het Extern Verwijzingsregister voor financiële instellingen van de Stichting CIS, het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude van het Verbond van Verzekeraars en de Interne database van Aegon, zijn opgenomen. De reconventionele vordering zal dan ook integraal worden afgewezen.
5.13.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Aegon worden vastgesteld op:
- salaris voor de advocaat € 2.500,00 (0,5 x 2,5 punt x tarief € 2.000,00).

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zich met het indienen van valse facturen heeft schuldig gemaakt aan opzettelijke misleiding van Aegon en daarmee toerekenbaar tekort is geschoten jegens Aegon;
6.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot betaling aan Aegon van een bedrag van € 333.876,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2016 tot aan de dag der algehele betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de kosten van het geding, aan de zijde van Aegon vastgesteld op € 8.980,75, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat;
6.5.
verklaart de veroordelingen onder 6.2. tot en met 6.4. uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst af het anders of meer gevorderde;
in reconventie
6.7.
wijst de vordering af;
6.8.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de kosten van het geding, aan de zijde van Aegon vastgesteld op € 2.500,00, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.9.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Sanna en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2017. [1]

Voetnoten

1.82.