In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de overschrijving van een grafrecht. Eiser, woonachtig te West-Terschelling, had verzocht om het grafrecht van zijn overleden vader over te schrijven op zijn naam. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terschelling had dit verzoek geweigerd, omdat eiser niet binnen de voorgeschreven termijn om overschrijving had verzocht. Eiser stelde dat de emotionele familieband met het graf zwaarder zou moeten wegen in de belangenafweging. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet in redelijkheid had kunnen weigeren om het grafrecht over te schrijven. De rechtbank benadrukte dat bij verzoeken om overschrijving van grafrechten het emotionele belang van de verzoeker een belangrijke rol speelt. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat het grafrecht op naam van eiser wordt overgeschreven. Tevens werd bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.